De voorzitter opent de vergadering om 20 uur.
Gelet op het decreet van 10 juli 2020 tot wijziging van artikel 47 en 81 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, is een hybride vorm van vergaderen toegestaan als één of meer van de raadsleden zich in een toestand van verplichte of aanbevolen quarantaine bevindt; de burgemeester zal de gemeenteraad digitaal bijwonen.
De gemeenteraad,
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 36.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 24 augustus 2020 waarbij de omgevingsvergunning voor het slopen van alle bestaande constructies en het aanleggen van een parking, gelegen te Voetbalstraat 2, 2240 Zandhoven, kadastraal bekend afdeling 1, sectie B, perceelnummer 350F – 350H, afgeleverd werd.
Overwegende dat er tegen voormelde vergunning een beroep werd ingediend door dhr. Peter Cabus, leidend ambtenaar van het departement Omgeving en dat dit beroep volledig werd verklaard op 19 oktober 2020.
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 4 januari 2021 waarbij de aanvullende nota in het kader van voormelde beroepsprocedure werd goedgekeurd.
Gelet op zijn beslissing van 25 februari 2021 waarbij het tracé van de weg met aanhorigheden, ter hoogte van de Voetbalstraat 2, definitief werd goedgekeurd.
Gelet op het besluit van de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen van 01 april 2021 waarbij de omgevingsvergunning voor het slopen van alle bestaande constructies en het aanleggen van een parking, gelegen te Voetbalstraat 2, 2240 Zandhoven, kadastraal bekend afdeling 1, sectie B, perceelnummer 350F – 350H, definitief wordt goedgekeurd en het beroep wordt verworpen.
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 april 2021 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor deze overheidsopdracht aan Arcadis Belgium N.V., Post X - Borsbeeksebrug 22 te 2600 Antwerpen.
Overwegende dat in het kader van deze overheidsopdracht een bijzonder bestek BE0120.000292.140 versie A dd. 01/04/2021 ‘parking Voetbal Zandhoven’ werd opgesteld door de ontwerper, Arcadis Belgium N.V., Post X - Borsbeeksebrug 22 te 2600 Antwerpen met bijhorende meetstaat, stratenplan, synopsis en offerteformulier.
Overwegende dat de uitgave voor deze overheidsopdracht wordt geraamd op 148.357 euro (exclusief btw) of 179.511,97 euro (inclusief 21% btw).
Overwegende dat deze raming van indicatieve aard moet worden beschouwd.
Overwegende dat de gemeenteraad de wijze dient te bepalen waarop de gunning van deze werken zal geschieden;- dat gelet op de aard van de werken en op het bedrag van de raming, het aangewezen lijkt de nodige bekendheid aan deze werken te geven en de werken toe te wijzen via de openbare procedure.
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2021 - IB - 0220-00/220000/BESTUUR/CBS/0/IP-13 (ACT-2.5.1).
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van dhr. De Vlam J., die het volgende verklaart: "We hebben nog steeds twijfels bij de grootte van de parking, momenteel wordt slechts de helft van het perceel gebruikt. Bovendien worden er volgens het plan 12 bomen gekapt, en komen er maar 9 in de plaats. De gemeente heeft met betrekking tot het behoud en versterken van groen en voorbeeldfunctie, die in dit geval niet wordt opgenomen".
Nadat schepen Willems R. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek BE0120.000292.140 versie A dd. 01/04/2021 ‘parking Voetbal Zandhoven ’ en bijhorende meetstaat, stratenplan, synopsis, offerteformulier en de raming voor de overheidsopdracht voor Werken met als voorwerp " Aanleg parking Voetbalstraat ", opgesteld door de ontwerper, Arcadis Belgium N.V., Post X - Borsbeeksebrug 22 te 2600 Antwerpen.
De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 148.357 euro (exclusief btw) of 179.511,97 euro (inclusief 21% btw).
Artikel 2.
Bovengenoemde overheidsopdracht voor Werken met als voorwerp “Aanleg parking Voetbalstraat” wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3.
De raming dient als zijnde van indicatieve aard beschouwd.
Artikel 4.
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau via E-tendering. De ontwerper Arcadis Belgium N.V., Post X - Borsbeeksebrug 22 te 2600 Antwerpen, wordt aangesteld om de E-tenderingprocedure te voeren in opdracht van het gemeentebestuur van Zandhoven voor zowel het plaatsen van de opdracht als voor de opening van de offertes.
Artikel 5.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 2021 - IB - 0220-00/220000/BESTUUR/CBS/0/IP-13 (ACT-2.5.1).
Artikel 6.
Afschrift van deze beslissing zal aan de financieel directeur worden overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, in het bijzonder artikel 36.
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Gelet op het decreet van 26 april 2019 betreffende de basisbereikbaarheid, meer bepaald artikels artikel 29 en 41, betreffende de subsidiëring, aanleg en uitrustingsniveau van vervoersknooppunten.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 betreffende de mobipunten en bepaling van de nadere regels betreffende de financiering en de samenwerking voor het mobiliteitsbeleid.
Gelet op de masterplannen die werden opgemaakt voor de verschillende deelgemeenten van Zandhoven en meer specifiek voor de deelgemeente Pulderbos.
Overwegende dat uit het masterplan voor Pulderbos is gebleken dat de inrichting van de parkeerzone aan het dorpsplein met bijhorende bushaltes en de verkeersstromen in het centrum voor verbetering vatbaar zijn.
Gelet op de uitrol en uitbouw van de hoppinpunten (mobipunten) in Vlaanderen die zich nu afspelen;- dat een Hoppin verschillende vervoersoplossingen bundelt in Vlaanderen en reizigers helpt om zich zo efficiënt mogelijk te verplaatsen van de ene naar de andere bestemming.
Overwegende dat de uitrol van een nieuw hoppinpunt samen kan worden opgenomen met de opdracht voor de herinrichting van de parkeerzone en bushaltes in het dorp van Pulderbos.
Overwegende dat, gelet op het voorgaande, het aangewezen is om een opdracht te gunnen met als voorwerp: “Herinrichting parkeerzone en bushalte Pulderbos_dorp en inrichting hoppinpunt”.
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 0200-00/222007/BESTUUR/CBS/0/IP-22 (ACT-3.2.2).
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van dhr. Vertruyen O., die het volgende verklaart: "Wordt er rekening gehouden met ons punt van de GR van januari i.v.m. de toegankelijkheid van de bushaltes. Worden er op korte termijn nog andere haltes aangepakt? De pot subsidies is eindig, en het zou jammer zijn dat we te laat zijn om aanspraak te kunnen maken!"
Bij de verdere bespreking hoort de gemeenteraad nog een tussenkomst van dhr. De Vlam J..
Nadat schepen Van Staeyen S. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
Principieel akkoord te gaan met de opdracht ‘Herinrichting parkeerzone en bushalte Pulderbos_dorp en de inrichting van een hoppinpunt.
Artikel 2.
Opdracht wordt gegeven om een externe ontwerper aan te stellen bij de aanvang van de procedure, en dit volgens de bestaande raamovereenkomst.
Artikel 3.
Afschrift van deze beslissing zal aan de Technische Dienst worden overgemaakt.
Schepen Van Staeyen S. vraagt om de punten 3, 4, 5 en 6 samen te behandelen maar wel apart te stemmen.
De gemeenteraad,
Gelet op zijn beslissing van 13 november 1997 waarbij besloten werd over te gaan tot het opmaken van een sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven.’
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 september 1998 waarbij besloten werd om de opmaak van een nota ‘sectorale benadering zonevreemde bedrijven’ toe te vertrouwen aan de intercommunale IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60.
Overwegende dat er geen BPA’s meer kunnen worden opgemaakt of voorlopig vastgesteld;- dat de gemeente enkel nog RUP’s kan opmaken;- dat om die reden de benaming ‘BPA’ door de wettelijke wijzigingen vervangen is door ‘Gemeentelijk RUP – zonevreemde bedrijven’.
Gelet op artikel 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat de procedure vastlegt voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP);- dat de procedure voor de opmaak van een RUP is gewijzigd via het decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 1 juli 2016 en het bijhorende uitvoeringsbesluit, goedgekeurd op 17 februari 2017.
Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven fase 2 nog gebeurt via de oude regeling aangezien het verzoek tot raadpleging in het kader van de screening voor de milieueffectrapportage voor 30 april 2017 aan de adviesinstanties werd bezorgd en de plenaire vergadering werd georganiseerd voor 31 december 2018.
Gelet op het voormalige artikel 2.2.14 §6, heden artikel 2.2.21, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan definitief vaststelt.
Gelet op het gewestplan Turnhout zoals goedgekeurd volgens het Ministerieel Besluit van 14 oktober 1992.
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 31 augustus 2006 en is verschenen in het Belgisch staatsblad op 18 oktober 2006.
Overwegende dat de opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk beleid van de gemeente zoals weergegeven in de richtinggevende bepalingen - ‘gewenste ruimtelijk – economisch structuur’ – verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid, in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS);- dat betreffende zonevreemdheid onder voornoemde rubriek in het GRS het volgende wordt vermeld: ‘Bestaande bedrijven die geen onderdeel uitmaken van een lokaal bedrijventerrein, het economisch netwerk Albertkanaal of de concentratiegebieden van kleinhandel en horeca langs de N14, worden beschouwd als verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid. Afhankelijk van de ligging binnen de omgeving (zowel open als bebouwde ruimte), de schaal van het bedrijf, de overlast die het veroorzaakt en de ontsluiting, dienen deze bedrijven geherlokaliseerd te worden, kunnen ze op hun huidige locatie behouden blijven en al dan niet beperkt of ruim uitbreiden.’
Gelet op de voorgelegde stukken, projectnummer ZAN 149, allen opgemaakt door IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60:
- Deel RUP nr. 1: Interieur Clockaerts
- Toelichtingsnota inclusief MER
Overwegende dat op 5 januari 2017, via elektronisch schrijven, de MER-screening werd bezorgd aan de dienst MER;- dat deze op 25 april 2017 verstuurd werd naar de verschillende verplichte adviesinstanties die een termijn van 30 dagen hadden om te reageren.
Overwegende dat op 7 september 2020, via elektronisch schrijven, aan de dienst MER een beslissing werd gevraagd over de opmaak van een plan – MER.
Gelet op de beslissing van de MER – cel van 5 oktober 2020, met ref. omg/MER/SCRPL17004, waarin geconcludeerd werd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
Overwegende dat naar aanleiding van de plenaire vergadering van 29 mei 2017 advies werd gevraagd aan verschillende instanties.
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 4 juli 2017 en de bijhorende adviezen van:
a) Provincie Antwerpen, departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, dienst Ruimtelijke Planning, advies van 18 mei 2017
b) Departement Omgeving, advies van 23 mei 2017 met referentie 2.14/11054/262.2
c) Departement Landbouw & Visserij, advies van 29 mei 2017 met referentie 2017_002382
d) Agentschap Natuur & Bos, advies van 5 mei 2017 met referentie 17-207948
e) Departement Omgeving, dienst Milieueffectrapportagebeheer en Veiligheidsrapportering, advies van 23 mei 2017 met referentie RUP17-100 en RVR-AV-0425.
f) GECORO Zandhoven van 8 mei 2017
Gelet op zijn beslissing van 15 oktober 2020 waarbij het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2’ voorlopig werd vastgesteld.
Gelet op het openbaar onderzoek van 27 november 2020 tot en met 25 januari 2021.
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften werden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de GECORO over het deel RUP nr. 1 Interieur Clockaerts.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de gemeente Vorselaar, van 4 januari 2021, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de provincie Antwerpen, Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Dienst Ruimtelijke Planning, van 21 januari 2021 met referentie GemRUP-2017-0034-Poststuk PU-2021-00012403, over het deel RUP nr. 1, naar aanleiding van het openbaar onderzoek mits de voorwaarde dat het aangewezen is om een nabestemming als agrarisch gebied op te nemen als het bedrijf wordt stopgezet.
Overwegende dat de Vlaamse overheid, departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht.
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de GECORO heeft verzocht de eventuele bezwaarschriften en adviezen te behandelen in het kader van het advies van de GECORO betreffende de adviezen en bezwaarschriften aan de gemeenteraad.
Overwegende dat er geen bezwaarschriften werden ingediend tegen dit deel RUP.
Overwegende dat het advies van de gemeente Vorselaar gunstig was en de GECORO dit niet verder heeft behandeld in zijn advies.
Overwegende dat de provincie Antwerpen een gunstig advies heeft uitgebracht over dit deel RUP mits de voorwaarde dat het aangewezen is om een nabestemming als agrarisch gebied op te nemen als het bedrijf wordt stopgezet.
Overwegende dat de GECORO zich aansluit bij het gunstig advies van de provincie Antwerpen maar niet akkoord is om een herbestemming als agrarisch gebied op te nemen en motiveert dit samengevat als volgt;- dat het plangebied een smalle strook betreft die omgeven is door andere bestemmingen zoals woongebied, recreatiegebied en zone voor gemeenschapsvoorzieningen waardoor de nabestemming weinig zin heeft.
Overwegende dat de GECORO, in zitting van 8 maart 2020, een gunstig advies geeft aan het deel RUP nr. 1 Interieur Clockaerts zonder de nabestemming als agrarisch gebied op te nemen.
Overwegende dat akkoord kan gegaan worden met het standpunt van de GECORO.
Overwegende dat het dossier niet aangepast dient te worden.
Overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) betreffende het algemeen waterbeleid dient de aanvraag getoetst te worden aan de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid (de watertoets);- dat artikel 8 §1 van dit decreet als volgt luidt:
“De overheid die over een vergunning, een plan of een programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. […]. De beslissing die de overheid neemt in het kader van §1 wordt gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid worden getoetst.”
Overwegende dat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van toepassing is op de latere omgevingsvergunningen.
Overwegende dat het plangebied voor een klein deel ligt in mogelijk overstromingsgevoelig gebied.
Overwegende dat het plan voorziet in de realisatie van bijkomende verhardingen en bebouwde oppervlakte en dat dit mogelijks effect heeft op het grondwatersysteem. Door te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt de impact beperkt. In detail werd dit reeds gemotiveerd in de bijhorende MER-screening.
Overwegende dat geen verkavelingen, geen BPA ’s noch RUP’s worden opgeheven door de definitieve vaststelling van het RUP.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van dhr. De Vlam J., die het volgende verklaart: "Jammer dat de nabestemming landbouwgebied niet is opgenomen in het definitieve RUP".
Bij de verdere bespreking hoort de gemeenteraad nog een tussenkomst van dhr. Van Bergen T..
Nadat schepen Van Staeyen S. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
Het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2 : deel RUP nr. 1 Interieur Clockaerts’ genaamd met projectnummer ZAN 149, bestaande uit:
- Deel RUP nr. 1: Interieur Clockaerts
- Toelichtingsnota inclusief MER
wordt definitief vastgesteld.
Artikel 2.
Voornoemd ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering.
De gemeenteraad,
Gelet op zijn beslissing van 13 november 1997 waarbij besloten werd over te gaan tot het opmaken van een sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven.’
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 september 1998 waarbij besloten werd om de opmaak van een nota ‘sectorale benadering zonevreemde bedrijven’ toe te vertrouwen aan de intercommunale IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60.
Overwegende dat er geen BPA’s meer kunnen worden opgemaakt of voorlopig vastgesteld;- dat de gemeente enkel nog RUP’s kan opmaken;- dat om die reden de benaming ‘BPA’ door de wettelijke wijzigingen vervangen is door ‘Gemeentelijk RUP – zonevreemde bedrijven’.
Gelet op artikel 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat de procedure vastlegt voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP);- dat de procedure voor de opmaak van een RUP is gewijzigd via het decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 1 juli 2016 en het bijhorende uitvoeringsbesluit, goedgekeurd op 17 februari 2017.
Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven fase 2 nog gebeurt via de oude regeling aangezien het verzoek tot raadpleging in het kader van de screening voor de milieueffectrapportage voor 30 april 2017 aan de adviesinstanties werd bezorgd en de plenaire vergadering werd georganiseerd voor 31 december 2018.
Gelet op het voormalige artikel 2.2.14 §6, heden artikel 2.2.21, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan definitief vaststelt.
Gelet op het gewestplan Turnhout zoals goedgekeurd volgens het Ministerieel Besluit van 14 oktober 1992.
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 31 augustus 2006 en is verschenen in het Belgisch staatsblad op 18 oktober 2006.
Overwegende dat de opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk beleid van de gemeente zoals weergegeven in de richtinggevende bepalingen - ‘gewenste ruimtelijk – economisch structuur’ – verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid, in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS);- dat betreffende zonevreemdheid onder voornoemde rubriek in het GRS het volgende wordt vermeld: ‘Bestaande bedrijven die geen onderdeel uitmaken van een lokaal bedrijventerrein, het economisch netwerk Albertkanaal of de concentratiegebieden van kleinhandel en horeca langs de N14, worden beschouwd als verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid. Afhankelijk van de ligging binnen de omgeving (zowel open als bebouwde ruimte), de schaal van het bedrijf, de overlast die het veroorzaakt en de ontsluiting, dienen deze bedrijven geherlokaliseerd te worden, kunnen ze op hun huidige locatie behouden blijven en al dan niet beperkt of ruim uitbreiden.’
Gelet op de voorgelegde stukken, projectnummer ZAN 149, allen opgemaakt door IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60:
- Deel RUP nr. 2: Ludo Geysels
- Toelichtingsnota inclusief MER
Overwegende dat op 5 januari 2017, via elektronisch schrijven, de MER-screening werd bezorgd aan de dienst MER;- dat deze op 25 april 2017 verstuurd werd naar de verschillende verplichte adviesinstanties die een termijn van 30 dagen hadden om te reageren.
Overwegende dat op 7 september 2020, via elektronisch schrijven, aan de dienst MER een beslissing werd gevraagd over de opmaak van een plan – MER.
Gelet op de beslissing van de MER – cel van 5 oktober 2020, met ref. omg/MER/SCRPL17004, waarin geconcludeerd werd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
Overwegende dat naar aanleiding van de plenaire vergadering van 29 mei 2017 advies werd gevraagd aan verschillende instanties.
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 4 juli 2017 en de bijhorende adviezen van:
a) Provincie Antwerpen, departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, dienst Ruimtelijke Planning, advies van 18 mei 2017
b) Departement Omgeving, advies van 23 mei 2017 met referentie 2.14/11054/262.2
c) Departement Landbouw & Visserij, advies van 29 mei 2017 met referentie 2017_002382
d) Agentschap Natuur & Bos, advies van 5 mei 2017 met referentie 17-207948
e) Departement Omgeving, dienst Milieueffectrapportagebeheer en Veiligheidsrapportering, advies van 23 mei 2017 met referentie RUP17-100 en RVR-AV-0425.
f) GECORO Zandhoven van 8 mei 2017
Gelet op zijn beslissing van 15 oktober 2020 waarbij het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2’ voorlopig werd vastgesteld.
Gelet op het openbaar onderzoek van 27 november 2020 tot en met 25 januari 2021.
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften werden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de GECORO over het deel RUP nr. 2 Ludo Geysels.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de gemeente Vorselaar, van 4 januari 2021, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Gelet op het ongunstig advies, uitgebracht door de provincie Antwerpen, Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Dienst Ruimtelijke Planning, van 21 januari 2021 met referentie GemRUP-2017-0034-Poststuk PU-2021-00012403, over het deel RUP nr. 2, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Overwegende dat de Vlaamse overheid, departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht.
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de GECORO heeft verzocht de eventuele bezwaarschriften en adviezen te behandelen in het kader van het advies van de GECORO betreffende de adviezen en bezwaarschriften aan de gemeenteraad.
Overwegende dat er geen bezwaarschriften werden ingediend tegen dit deel RUP.
Overwegende dat het advies van de gemeente Vorselaar gunstig was en de GECORO dit niet verder heeft behandeld in zijn advies.
Overwegende dat de provincie Antwerpen een ongunstig advies heeft uitgebracht over dit deel RUP.
Overwegende dat de GECORO zich niet aansluit bij het ongunstig standpunt van de provincie Antwerpen en motiveert samengevat dat herlokalisatie van een dergelijk kleinschalig bedrijf naar een bedrijventerrein niet haalbaar is, dat de activiteiten verweven kunnen worden met het woongebied, de impact van het bijkomend gedeelte in agrarisch gebied zeer beperkt is waardoor het bedrijf op de huidige locatie dan ook de beste optie is voor het bedrijf.
Overwegende dat de GECORO, in zitting van 8 maart 2020, een gunstig advies geeft aan het deel RUP nr. 2 Ludo Geysels mits de opname van de nabestemming als agrarisch gebied omwille van de insnijding in het openruimte gebied.
Overwegende dat akkoord kan gegaan worden met het standpunt van de GECORO.
Overwegende dat het dossier werd herwerkt naar aanleiding van de adviezen in overweging genomen door de GECORO naar de huidige versie die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad;- dat voor het plangebied dat gelegen is in agrarisch gebied een nabestemming als agrarisch gebied wordt opgenomen.
Overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) betreffende het algemeen waterbeleid dient de aanvraag getoetst te worden aan de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid (de watertoets);- dat artikel 8 §1 van dit decreet als volgt luidt:
“De overheid die over een vergunning, een plan of een programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. […]. De beslissing die de overheid neemt in het kader van §1 wordt gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid worden getoetst.”
Overwegende dat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van toepassing is op de latere omgevingsvergunningen.
Overwegende dat het plangebied niet gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied.
Overwegende dat het plan voorziet in de realisatie van bijkomende verhardingen en bebouwde oppervlakte en dat dit mogelijks effect heeft op het grondwatersysteem. Door te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt de impact beperkt. In detail werd dit reeds gemotiveerd in de bijhorende MER-screening.
Overwegende dat het RUP de volgende goedgekeurde niet – vervallen verkaveling gedeeltelijk opheft, namelijk voor lot 10:
1. Verkaveling ‘Goormansstraat (Goormansstraat 42, lot 10)’: gemeentelijk dossiernummer 871.2 -76.59/PB, referentienummer stedenbouw 096/039, goedgekeurd op 20 maart 1978.
Overwegende dat geen BPA ’s noch RUP’s worden opgeheven door de definitieve vaststelling van het RUP.
Artikel 1.
Het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2: deel RUP nr. 2 Ludo Geysels’ genaamd met projectnummer ZAN 149, bestaande uit:
- Deel RUP nr. 2: Ludo Geysels
- Toelichtingsnota inclusief MER
wordt definitief vastgesteld.
Artikel 2.
Voornoemd ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering.
De gemeenteraad,
Gelet op zijn beslissing van 13 november 1997 waarbij besloten werd over te gaan tot het opmaken van een sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven.’
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 september 1998 waarbij besloten werd om de opmaak van een nota ‘sectorale benadering zonevreemde bedrijven’ toe te vertrouwen aan de intercommunale IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60.
Overwegende dat er geen BPA’s meer kunnen worden opgemaakt of voorlopig vastgesteld;- dat de gemeente enkel nog RUP’s kan opmaken;- dat om die reden de benaming ‘BPA’ door de wettelijke wijzigingen vervangen is door ‘Gemeentelijk RUP – zonevreemde bedrijven’.
Gelet op artikel 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat de procedure vastlegt voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP);- dat de procedure voor de opmaak van een RUP is gewijzigd via het decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 1 juli 2016 en het bijhorende uitvoeringsbesluit, goedgekeurd op 17 februari 2017.
Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven fase 2 nog gebeurt via de oude regeling aangezien het verzoek tot raadpleging in het kader van de screening voor de milieueffectrapportage voor 30 april 2017 aan de adviesinstanties werd bezorgd en de plenaire vergadering werd georganiseerd voor 31 december 2018.
Gelet op het voormalige artikel 2.2.14 §6, heden artikel 2.2.21, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan definitief vaststelt.
Gelet op het gewestplan Turnhout zoals goedgekeurd volgens het Ministerieel Besluit van 14 oktober 1992.
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 31 augustus 2006 en is verschenen in het Belgisch staatsblad op 18 oktober 2006.
Overwegende dat de opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk beleid van de gemeente zoals weergegeven in de richtinggevende bepalingen - ‘gewenste ruimtelijk – economisch structuur’ – verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid, in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS);- dat betreffende zonevreemdheid onder voornoemde rubriek in het GRS het volgende wordt vermeld: ‘Bestaande bedrijven die geen onderdeel uitmaken van een lokaal bedrijventerrein, het economisch netwerk Albertkanaal of de concentratiegebieden van kleinhandel en horeca langs de N14, worden beschouwd als verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid. Afhankelijk van de ligging binnen de omgeving (zowel open als bebouwde ruimte), de schaal van het bedrijf, de overlast die het veroorzaakt en de ontsluiting, dienen deze bedrijven geherlokaliseerd te worden, kunnen ze op hun huidige locatie behouden blijven en al dan niet beperkt of ruim uitbreiden.’
Gelet op de voorgelegde stukken, projectnummer ZAN 149, allen opgemaakt door IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60:
- Deel RUP nr. 3: KBD
- Toelichtingsnota inclusief MER
Overwegende dat deel RUP nr. 3 aanvankelijk de benaming ‘Lauwereys’ had aangezien de firma Lauwereys hier gevestigd was maar doorheen de procedure het bedrijf Lauwereys is geherlokaliseerd en het bedrijfsgebouw werd ingenomen door een nieuwe gebruiker, doch de zonevreemde problematiek en de nood aan een planologisch oplossing blijft, er geopteerd wordt om dit deel – RUP te behouden en is de benaming aangepast naar de huidige activiteit.
Overwegende dat op 5 januari 2017, via elektronisch schrijven, de MER-screening werd bezorgd aan de dienst MER;- dat deze op 25 april 2017 verstuurd werd naar de verschillende verplichte adviesinstanties die een termijn van 30 dagen hadden om te reageren.
Overwegende dat op 7 september 2020, via elektronisch schrijven, aan de dienst MER een beslissing werd gevraagd over de opmaak van een plan – MER.
Gelet op de beslissing van de MER – cel van 5 oktober 2020, met ref. omg/MER/SCRPL17004, waarin geconcludeerd werd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
Overwegende dat naar aanleiding van de plenaire vergadering van 29 mei 2017 advies werd gevraagd aan verschillende instanties.
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 4 juli 2017 en de bijhorende adviezen van:
a) Provincie Antwerpen, departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, dienst Ruimtelijke Planning, advies van 18 mei 2017
b) Departement Omgeving, advies van 23 mei 2017 met referentie 2.14/11054/262.2
c) Departement Landbouw & Visserij, advies van 29 mei 2017 met referentie 2017_002382
d) Agentschap Natuur & Bos, advies van 5 mei 2017 met referentie 17-207948
e) Departement Omgeving, dienst Milieueffectrapportagebeheer en Veiligheidsrapportering, advies van 23 mei 2017 met referentie RUP17-100 en RVR-AV-0425.
f) GECORO Zandhoven van 8 mei 2017
Gelet op zijn beslissing van 15 oktober 2020 waarbij het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2’ voorlopig werd vastgesteld.
Gelet op het openbaar onderzoek van 27 november 2020 tot en met 25 januari 2021.
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek 22 bezwaarschriften werden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de GECORO over het deel RUP nr. 3 KBD.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de gemeente Vorselaar, van 4 januari 2021, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de provincie Antwerpen, Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Dienst Ruimtelijke Planning, van 21 januari 2021 met referentie GemRUP-2017-0034-Poststuk PU-2021-00012403, over het deel RUP nr. 3, naar aanleiding van het openbaar onderzoek mits de voorwaarde dat het aangewezen is om een nabestemming als agrarisch gebied op te nemen als het bedrijf wordt stopgezet.
Overwegende dat de Vlaamse overheid, departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht.
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de GECORO heeft verzocht de eventuele bezwaarschriften en adviezen te behandelen in het kader van het advies van de GECORO betreffende de adviezen en bezwaarschriften aan de gemeenteraad.
Overwegende dat het advies van de gemeente Vorselaar gunstig was en de GECORO dit niet verder heeft behandeld in zijn advies.
Overwegende dat er 22 bezwaarschriften werden ingediend en handelen over:
- De firma Lauwereys is niet meer actief op deze site.
- Geen groothandel toelaten.
- Het RUP voorziet een uitbreiding in de activiteiten naar productie, recyclage en verwerking wat tot overlast kan leiden ten opzichte van in de huidige situatie waar nu enkel opslag is
- Uitbreiding van het bedrijfsgebouw in hoogte zal visuele hinder geven
- Geluidshinder voor het voorliggend appartementsgebouw
Overwegende dat de GECORO de bezwaren heeft weerlegd, doch adviseert om de bestaande toestand die gebaseerd is op de firma Lauwereys te actualiseren, de maximale bouwhoogte van het bedrijfsgebouw te beperken tot 6m met een vrije dakvorm en de hinder naar het woongebied als toetsingscriterium in het vergunningenbeleid te benadrukken in de voorschriften door het opnemen van een extra bepaling.
Overwegende dat het standpunt van de actualisatie van de bestaande toestand kan worden bijgetreden, uitgezonderd het gedeelte van de MER screening in de toelichtingsnota dat niet meer kan worden aangepast omdat er reeds een beslissing werd genomen door de MER cel, en daarom de benaming van deel RUP nr. 3 ook is gewijzigd.
Overwegende dat het standpunt om een extra bepaling in het RUP op te nemen kan worden bijgetreden en de voorschriften hierover worden aangepast.
Overwegende dat de aanpassing van de maximale bouwhoogte van 7m naar 6m kan worden bijgetreden aangezien het gebouw reeds vergund is met een nokhoogte van 6m en mits de keuze van dakvorm het nog mogelijk is om het gebouw aan de zijkanten op trekken zodat er nog uitbreidingsmogelijkheden zijn, doch de hoogte die het gebouw nu reeds heeft zal behouden blijven en de visuele impact beperkt blijft.
Overwegende dat de provincie Antwerpen een gunstig advies heeft uitgebracht over dit deel RUP mits de voorwaarde dat het aangewezen is om een nabestemming als agrarisch gebied op te nemen als het bedrijf wordt stopgezet.
Overwegende dat de GECORO zich aansluit bij het gunstig advies van de provincie Antwerpen maar niet akkoord is om een nabestemming als agrarisch gebied op te nemen en motiveert dit samengevat als volgt;- dat in het plangebied een vergunde bedrijfsactiviteit is gelegen waarvan ook de constructie vergund is en bijgevolg een permanent karakter heeft en zonder RUP ook toepassing gemaakt kan worden van de zonevreemde basisrechten waardoor het gebouw niet snel zal verdwijnen.
Overwegende dat de GECORO, in zitting van 8 maart 2020, een gunstig advies geeft aan het deel RUP nr. 3 KBD zonder de nabestemming als agrarisch gebied op te nemen.
Overwegende dat akkoord kan gegaan worden met het standpunt van de GECORO.
Overwegende dat het dossier werd herwerkt naar aanleiding van de adviezen in overweging genomen door de GECORO naar de huidige versie die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad;- dat de voorschriften worden aangepast en de actualisatie van de bestaande toestand.
Overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) betreffende het algemeen waterbeleid dient de aanvraag getoetst te worden aan de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid (de watertoets): -dat artikel 8 §1 van dit decreet als volgt luidt:
“De overheid die over een vergunning, een plan of een programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. […]. De beslissing die de overheid neemt in het kader van §1 wordt gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid worden getoetst.”
Overwegende dat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van toepassing is op de latere omgevingsvergunningen.
Overwegende dat het plangebied niet gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied.
Overwegende dat het plan voorziet in de realisatie van bijkomende verhardingen en bebouwde oppervlakte en dat dit mogelijks effect heeft op het grondwatersysteem. Door te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt de impact beperkt. In detail werd dit reeds gemotiveerd in de bijhorende MER-screening.
Overwegende dat geen verkavelingen, geen BPA ’s noch RUP’s worden opgeheven door de definitieve vaststelling van het RUP.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van dhr. De Vlam J., die het volgende verklaart: "De bedrijven zijn ruimtelijk niet goed ingepast in de omgeving, onder andere door de smalle toegang langsheen de meergezinswoningen. Ook gaat het niet over een historisch gegroeid bedrijf maar om een bedrijfslocatie die werd overgenomen door een nieuw bedrijf. Eveneens wordt er een groenbuffer voorzien die het bedrijf niet geheel omsluit en dus ondermaats is. Er zou landschappelijk gebufferd kunnen worden, maar dit is niet opgenomen in het RUP".
Nadat schepen Van Staeyen S. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
Het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2 : deel RUP nr. 3 KBD’ genaamd met projectnummer ZAN 149, bestaande uit:
- Deel RUP nr. 3: KBD
- Toelichtingsnota inclusief MER
wordt definitief vastgesteld.
Artikel 2.
Voornoemd ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering.
De gemeenteraad,
Gelet op zijn beslissing van 13 november 1997 waarbij besloten werd over te gaan tot het opmaken van een sectoraal BPA ‘Zonevreemde bedrijven.’
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 7 september 1998 waarbij besloten werd om de opmaak van een nota ‘sectorale benadering zonevreemde bedrijven’ toe te vertrouwen aan de intercommunale IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60.
Overwegende dat er geen BPA’s meer kunnen worden opgemaakt of voorlopig vastgesteld:-dat de gemeente enkel nog RUP’s kan opmaken;- dat om die reden de benaming ‘BPA’ door de wettelijke wijzigingen vervangen is door ‘Gemeentelijk RUP – zonevreemde bedrijven’.
Gelet op artikel 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat de procedure vastlegt voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) :-dat de procedure voor de opmaak van een RUP is gewijzigd via het decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 1 juli 2016 en het bijhorende uitvoeringsbesluit, goedgekeurd op 17 februari 2017.
Overwegende dat de opmaak van het RUP zonevreemde bedrijven fase 2 nog gebeurt via de oude regeling aangezien het verzoek tot raadpleging in het kader van de screening voor de milieueffectrapportage voor 30 april 2017 aan de adviesinstanties werd bezorgd en de plenaire vergadering werd georganiseerd voor 31 december 2018.
Gelet op het voormalige artikel 2.2.14 §6, heden artikel 2.2.21, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat stelt dat de gemeenteraad binnen honderdtachtig dagen na het einde van het openbaar onderzoek het gemeentelijk ruimtelijke uitvoeringsplan definitief vaststelt.
Gelet op het gewestplan Turnhout zoals goedgekeurd volgens het Ministerieel Besluit van 14 oktober 1992.
Gelet op het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan goedgekeurd door de Bestendige Deputatie op 31 augustus 2006 en is verschenen in het Belgisch staatsblad op 18 oktober 2006.
Overwegende dat de opdracht kadert in de uitvoering van het ruimtelijk beleid van de gemeente zoals weergegeven in de richtinggevende bepalingen - ‘gewenste ruimtelijk – economisch structuur’ – verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid, in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS);- dat betreffende zonevreemdheid onder voornoemde rubriek in het GRS het volgende wordt vermeld: ‘Bestaande bedrijven die geen onderdeel uitmaken van een lokaal bedrijventerrein, het economisch netwerk Albertkanaal of de concentratiegebieden van kleinhandel en horeca langs de N14, worden beschouwd als verspreide (zonevreemde) bedrijvigheid. Afhankelijk van de ligging binnen de omgeving (zowel open als bebouwde ruimte), de schaal van het bedrijf, de overlast die het veroorzaakt en de ontsluiting, dienen deze bedrijven geherlokaliseerd te worden, kunnen ze op hun huidige locatie behouden blijven en al dan niet beperkt of ruim uitbreiden.’
Gelet op de voorgelegde stukken, projectnummer ZAN 149, allen opgemaakt door IGEAN, gevestigd te 2160 Wommelgem, Doornaardstraat nr. 60:
- Deel RUP nr. 4: Breugelmans - Neujens
- Toelichtingsnota inclusief MER
Overwegende dat op 5 januari 2017, via elektronisch schrijven, de MER-screening werd bezorgd aan de dienst MER;- dat deze op 25 april 2017 verstuurd werd naar de verschillende verplichte adviesinstanties die een termijn van 30 dagen hadden om te reageren.
Overwegende dat op 7 september 2020, via elektronisch schrijven, aan de dienst MER een beslissing werd gevraagd over de opmaak van een plan – MER.
Gelet op de beslissing van de MER – cel van 5 oktober 2020, met ref. omg/MER/SCRPL17004, waarin geconcludeerd werd dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan MER niet nodig is.
Overwegende dat naar aanleiding van de plenaire vergadering van 29 mei 2017 advies werd gevraagd aan verschillende instanties.
Gelet op het verslag van de plenaire vergadering van 4 juli 2017 en de bijhorende adviezen van:
a) Provincie Antwerpen, departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit, dienst Ruimtelijke Planning, advies van 18 mei 2017
b) Departement Omgeving, advies van 23 mei 2017 met referentie 2.14/11054/262.2
c) Departement Landbouw & Visserij, advies van 29 mei 2017 met referentie 2017_002382
d) Agentschap Natuur & Bos, advies van 5 mei 2017 met referentie 17-207948
e) Departement Omgeving, dienst Milieueffectrapportagebeheer en Veiligheidsrapportering, advies van 23 mei 2017 met referentie RUP17-100 en RVR-AV-0425.
f) GECORO Zandhoven van 8 mei 2017
Gelet op zijn beslissing van 15 oktober 2020 waarbij het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2’ voorlopig werd vastgesteld.
Gelet op het openbaar onderzoek van 27 november 2020 tot en met 25 januari 2021.
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaarschriften werden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen en de GECORO over het deel RUP nr. 4 Breugelmans – Neujens.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de gemeente Vorselaar, van 4 januari 2021, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Gelet op het gunstig advies, uitgebracht door de provincie Antwerpen, Departement Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Dienst Ruimtelijke Planning, van 21 januari 2021 met referentie GemRUP-2017-0034-Poststuk PU-2021-00012403, over het deel RUP nr. 4, naar aanleiding van het openbaar onderzoek.
Overwegende dat de Vlaamse overheid, departement Omgeving geen advies heeft uitgebracht.
Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de GECORO heeft verzocht de eventuele bezwaarschriften en adviezen te behandelen in het kader van het advies van de GECORO betreffende de adviezen en bezwaarschriften aan de gemeenteraad.
Overwegende dat er geen bezwaarschriften werden ingediend tegen dit deel RUP.
Overwegende dat het advies van de gemeente Vorselaar gunstig was en de GECORO dit niet verder heeft behandeld in zijn advies.
Overwegende dat de provincie Antwerpen een gunstig advies heeft uitgebracht over dit deel RUP.
Overwegende dat de GECORO zich aansluit bij het gunstig advies van de provincie Antwerpen en er geen wijzigingen worden voorgesteld.
Overwegende dat de GECORO, in zitting van 8 maart 2020, een gunstig advies geeft aan het deel RUP nr. 4 Breugelmans – Neujens.
Overwegende dat akkoord kan gegaan worden met het standpunt van de GECORO.
Overwegende dat het dossier niet aangepast dient te worden.
Overeenkomstig hoofdstuk III, afdeling I, artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) betreffende het algemeen waterbeleid dient de aanvraag getoetst te worden aan de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid (de watertoets);- dat artikel 8 §1 van dit decreet als volgt luidt:
“De overheid die over een vergunning, een plan of een programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. […]. De beslissing die de overheid neemt in het kader van §1 wordt gemotiveerd, waarbij in elk geval de doelstellingen en de beginselen van het integraal waterbeleid worden getoetst.”
Overwegende dat de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van toepassing is op de latere omgevingsvergunningen.
Overwegende dat het plangebied niet gelegen is in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied.
Overwegende dat het plan voorziet in de realisatie van bijkomende verhardingen en bebouwde oppervlakte en dat dit mogelijks effect heeft op het grondwatersysteem. Door te voldoen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt de impact beperkt. In detail werd dit reeds gemotiveerd in de bijhorende MER-screening.
Overwegende dat geen verkavelingen, geen BPA ’s noch RUP’s worden opgeheven door de definitieve vaststelling van het RUP.
Artikel 1.
Het ontwerp RUP ‘Zonevreemde bedrijven fase 2 : deel RUP nr. 4 Breugelmans - Neujens’ genaamd met projectnummer ZAN 149, bestaande uit:
- Deel RUP nr. 4: Breugelmans - Neujens
- Toelichtingsnota inclusief MER
wordt definitief vastgesteld.
Artikel 2.
Voornoemd ruimtelijk uitvoeringsplan wordt door het college van burgemeester en schepenen per beveiligde zending bezorgd aan de deputatie van de provincie Antwerpen en aan de Vlaamse Regering.
De gemeenteraad,
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2018 tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten, wat betreft de sterilisatie van katten.
Gelet op de gids voor een diervriendelijk zwerfkattenbeleid van het departement omgeving, dienst Dierenwelzijn.
Gelet op het document ‘samenwerkingsverband zwerfkattenbeleid’ van Zwerfkat Wommelgem VZW die de werking van de voormelde VZW en een mogelijke samenwerking met de gemeente beschrijft.
Overwegende dat het voor de gemeente momenteel niet mogelijk is om een doorgedreven zwerfkattenbeleid te voeren omwille van een gebrek aan vrijwilligers, opvanggezinnen voor katten, en/of een opvanglocatie voor gevonden of gewonde katten.
Overwegende dat een samenwerking met Zwerfkat Wommelgem vzw ervoor zorgt dat de gemeente beter kan voldoen aan de wetgeving rond dierenwelzijn, de opvang van zwerfkatten en gevonden of gewonde dieren beter georganiseerd kan worden en het welzijn van de dieren zal verhogen.
Overwegende dat de bijdrage aan Zwerfkat Wommelgem vzw in 2021 301.72 euro bedraagt, en dit bedrag jaarlijks wordt geïndexeerd;- dat dit bedrag bedoeld is voor de tussenkomst in de kosten voor de asielwerking maar dat de dierenartskosten apart aan de gemeente zullen worden gefactureerd;- dat de huidige overeenkomsten met dierenartsen die door de gemeente werden afgesloten, kunnen worden behouden.
Overwegende dat het aangewezen lijkt, gelet op het voorgaande om de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.
Overwegende dat de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van de overeenkomst vertegenwoordigd moet zijn;- dat het derhalve noodzakelijk is twee personen aan te stellen die bij de ondertekening van bedoelde overeenkomst gemeente Zandhoven zullen vertegenwoordigen en gerechtigd zijn dit contract rechtsgeldig te ondertekenen.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad tussenkomsten van
- mevr. Lambrechts M., die het volgende verklaart: "Het genoemde bedrag is dat extra buiten het jaarlijkse voorziene bedrag of zit mee in de budgettering omtrent ‘zwerfkatten’?"
- mevr. Suls M., die het volgende verklaart: "Op basis van welke criteria wordt er gekozen voor welke dierenarts?"
Nadat schepen Van Staeyen S. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
Zijn goedkeuring te verlenen aan het document ‘samenwerkingsverband zwerfkattenbeleid’ van Zwerfkat Wommelgem VZW.
Informatienota met het oog op een duurzaam samenwerkingsverband |
De organisatie
Zwerfkat Wommelgem is als feitelijke vereniging ontstaan in 2017, voortvloeiend uit de nood aan het
ondersteunen van zwerfkatten op het grondgebied Wommelgem. Daartoe werd een samenwerkingsverband aangegaan met het lokaal bestuur Wommelgem.
Eind 2018 barstte de feitelijke vereniging qua workload uit zijn voegen en werd het opportuun een zelfstandige
rechtspersoon te creëren. Zwerfkat Wommelgem vzw werd geboren. De samenwerkingsverbanden met het
lokaal bestuur Wommelgem en met verschillende partnerorganisaties bleven solide.
Omdat we vaak geconfronteerd werden met tamme zwerfkatten, werd al snel besloten deze dieren opnieuw te
socialiseren en een nieuwe thuis te geven. Hiervoor deden we beroep op onze partner Helga’s Poezenhuis uit
Keerbergen. Toch was er stilaan de nood om zelf de erkenning als dierenasiel te vragen, wat eind 2019 een feit
werd. Onze samenwerkingsverbanden blijven belangrijk.
Als erkend asiel staan we onder voortdurend toezicht van de contractdierenarts en de dierenarts-inspecteur
van de Vlaamse overheid.
Zwerfkat Wommelgem vzw wordt bestuurd door Christel Kooyman, Sandra Van Coninckxloey en Eric Aerts.
Daarnaast doet Zwerfkat Wommelgem vzw beroep op intussen een 100-tal vrijwilligers en gastgezinnen waar
socialiseerbare katten in een huiselijke omgeving worden ondergebracht in afwachting van adoptie. We streven
er immers naar om de dieren zo weinig mogelijk in kooien te laten verblijven.
Daarenboven voeren Zwerfkat Wommelgem vzw en haar dierenartsen een no-kill-beleid. Zolang een kat een
leefbare toekomst tegemoet kan gaan, streven we ernaar ze alle kansen te geven, ongeacht de kost. Tegelijk
behoeden we er ons voor om therapeutisch hardnekkig te zijn, de leefbaarheid staat steeds voorop.
Zwerfkattenbeleid
In uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 augustus
2012 betreffende het meerjarenplan voor de sterilisatie van huiskatten en tot wijziging van het besluit van de
Vlaamse Regering van 5 februari 2016 betreffende de identificatie en registratie van katten, wat betreft de
sterilisatie van katten van 23.02.2018, is elk lokaal bestuur verplicht een adequaat zwerfkattenbeleid te
voeren.
Artikel 5 van het voornoemd besluit verplicht het lokaal bestuur tot bestrijding van overlast door zwerfkatten,
waarbij men moet zorgen voor:
• een meldpunt waarop de bewoners overlast van zwerfkatten kunnen melden;
• een plan voor de bestrijding van overlast door zwerfkatten, én de uitvoering van dit plan met de meest
diervriendelijke methoden;
• gecontroleerd voederen en voorzien van beschutting voor opnieuw vrijgelaten zwerfkatten, dit
mogelijk in samenspraak met buurtbewoners;
• communicatie met de buurtbewoners wanneer een vangactie gepland wordt;
• het voorzien van een microchip of uitwendig merkteken bij zwerfkatten die opnieuw worden
vrijgelaten;
• het steriliseren van de kat.
Om uitvoering te geven aan het lokaal zwerfkattenplan, kan het lokaal bestuur een overeenkomst afsluiten met
een asiel of een andere organisatie.
Werking Zwerfkat Wommelgem vzw i.f.v. zwerfkatten
Zwerfkat Wommelgem vzw wordt rechtstreeks verwittigd via het meldpunt van het lokaal bestuur. Meestal is
dit een meldingsfiche via het e-loket dat zowel naar de leidend ambtenaar als naar
info@zwerfkatwommelgem.be wordt gezonden. Het is belangrijk om deze rechtstreekse doorschakeling te
voorzien. Het lokaal bestuur is immers niet altijd open en soms moet er zo snel mogelijk worden
tussengekomen.
De meldingsfiche vermeldt tenminste:
• de identiteit van de melder;
• het telefoonnummer van de melder;
• het e-mailadres van de melder;
• de locatie waarover de melding betrekking heeft;
• of het een melding over kittens of over volwassen katten betreft;
• een invoervak waarmee de melder nog bijzonderheden kan meegeven;
• een goedkeuringsvakje met betrekking tot GDPR.
Wanneer Zwerfkat Wommelgem vzw de meldingsfiche ontvangt, neemt ze zodra mogelijk contact op met de
melder om concrete afspraken te maken met betrekking tot de interventie.
Wanneer de katten gevangen worden, wordt eerst nagegaan of zij geregistreerd zijn, dan wel een uitwendig
merkteken dragen. Ook de fysieke conditie wordt geëvalueerd. Als de kat geen registratie of uitwendig
merkteken draagt wordt ze beschouwd als zwerfkat en meegenomen naar het asiel.
Tijdens het verblijf in het asiel zal nagegaan worden of het een wilde of een tamme kat betreft. Wanneer het
een tamme kat is, wordt de kat als gevonden kat aangemeld bij Coördinatie Antwerpse Dierenbescherming of
Vermiste Katten. Wanneer er geen eigenaar opdaagt, zorgt Zwerfkat Wommelgem vzw voor de registratie van
de kat en wordt ze ter adoptie aangeboden.
Een wilde kat zal zo snel mogelijk gesteriliseerd worden en voorzien worden van een uitwendig merkteken (knip
in het oor). De wilde kat gaat bij voorkeur terug naar de locatie waar hij gevangen werd, tenzij er redenen zijn
waardoor dit niet kan. In dit geval wordt een kat geherlocaliseerd, bij voorkeur binnen de gemeente. Wanneer
dit niet kan, zal in samenspraak met Zwerfkat Wommelgem vzw naar een geschikte uitzetlocatie gezocht
worden.
Zwerfkatten die ziek of gewond zijn, worden in de mate van het mogelijke steeds verzorgd tot ze in betere
conditie zijn. Bij elke zwerfkat wordt ook standaard een FIV / FELV-test uitgevoerd (bepaling van aids of
leukemie). Bij een positief resultaat zal de kat niet meer worden uitgezet en zal getracht worden ze naar een
geschikte opvangsetting door te sturen. Op die manier wordt het verspreidingsrisico voor deze zeer
besmettelijke ziekten beperkt.
Zwerfkat Wommelgem vzw geeft regelmatig een overzicht van de katten die op het grondgebied werden
gevangen en verzorgd.
Met betrekking tot de voeding van de zwerfkatten op het grondgebied van de gemeente, kan de gemeente zelf
een voedselvoorraad aanleggen en deze verdelen aan de voedselbedelers (hoeveelheden zijn te voorzien a rato
van de grootte van de te voederen kolonies – overvoeding is slecht voor de dieren!). Zwerfkat Wommelgem vzw
kan de opstart hiervan begeleiden. Deze optie geniet de voorkeur aangezien we niet zelf over magazijnen
beschikken en gezien de afstand die voor voedselbedelers al snel als ver wordt aanzien. Eventuele andere
opties zijn te bespreken. Het voorzien van voedsel voor de kolonies op het grondgebied van de gemeente is niet
ten laste van Zwerfkat Wommelgem vzw, maar we kunnen het bestuur daarin zeker begeleiden.
De dierenartsen
Zwerfkat Wommelgem vzw werkt samen met:
• DAP Animal uit Ranst (contractdierenarts van het asiel);
• DAP Anima uit Schilde;
• DAP Charlotte Francken uit Brasschaat;
• DAP B-’t Hove uit Hove;
• DAP Sophie Odent uit Antwerpen (Deurne).
Onze dierenartsen werken volgens de meest diervriendelijke methodes en geven zoveel als mogelijk invulling
aan het no-kill-beleid.
Het lokaal bestuur kan overeenkomsten afsluiten met deze of andere dierenartsen en de rechtstreekse
facturatie van de kosten aan het bestuur realiseren. In Zandhoven bestaat al een samenwerking met de lokale
dierenartsen, deze kan uiteraard behouden blijven.
Zwerfkat Wommelgem vzw heeft echter een vetorecht wanneer blijkt dat een dierenarts onder meer
onvoldoende diervriendelijk werkt, zwerfkatten minderwaardig behandelt, of onvoldoende bereikbaar of
adequaat is. Het belang van het dier staat steeds voorop.
Ongeacht de eventuele overeenkomsten van het lokaal bestuur met eigen aangewezen dierenartsen, heeft
Zwerfkat Wommelgem vzw in dringende gevallen het recht een andere dierenarts te raadplegen wanneer de
door het lokaal bestuur aangewezen dierenartsen niet bereikbaar zijn.
Financieel
Zwerfkat Wommelgem vzw kan slechts werken omdat we kunnen rekenen op donaties. Werken met
zwerfkatten of moeilijk plaatsbare katten weegt financieel vaak veel zwaarder door dan werken met gezonde
jonge kittens. Vooral de kosten van zieke en gewonde katten wegen zwaar op het budget en worden in beginsel
gedragen door de vzw.
De algemene werkingsmiddelen en de infrastructuur waarover de vereniging mag beschikken, worden
grotendeels gesponsord. Hierdoor en met de donaties en inzamelacties kunnen we net break-even werken.
Zwerfkat Wommelgem vzw wenst transparant om te gaan met haar werking naar haar partners toe.
Zwerfkat Wommelgem vzw behoudt zich het recht toe de katten die sociaal of socialiseerbaar zijn voor te
bereiden voor adoptie en ter adoptie te stellen. De adoptiebijdrage blijft verworven door Zwerfkat Wommelgem
vzw een dient om bij te dragen in de werkingskosten en de niet door het lokaal bestuur gedragen kosten van
zwerfdieren.
Zwerfkat Wommelgem vzw legt jaarlijks haar rekeningen, jaarverslag en begroting neer bij de griffie van de
rechtbank van koophandel.
Door een solide en correcte boekhouding te voeren doorstaan we de toetsing van de FOD financiën en werden
we gemachtigd fiscale attesten uit te schrijven aan onze donateurs.
Wat verwachten we van het lokaal bestuur
• het voorzien van een meldingsfiche via het e-loket, dat rechtstreeks wordt doorgezonden naar
info@zwerfkatwommelgem.be;
• één aanspreekpunt binnen het lokaal bestuur waarnaar we ons kunnen richten;
• het bekostigen of voorzien van communicatiefolders voor de buurtbewoners, wanneer een vangactie
gepland wordt;
• het bekostigen of voorzien van communicatiefolders waarmee het lokaal zwerfkattenbeleid naar de
inwoners wordt toegelicht;
• het actief communiceren over het gemeentelijk zwerfkattenbeleid via alle daartoe geschikte kanalen;
• het actief mee zoeken naar vrijwilligers om het gemeentelijk zwerfkattenbeleid mee te ondersteunen,
onder leiding van Zwerfkat Wommelgem vzw;
• het bekostigen van een FIV/FELV test en sterilisatie van elke niet geregistreerde kat die op het
grondgebied wordt gevangen en waarvoor er zich geen eigenaar aanmeldt;
• het bekostigen van een pipet tegen parasieten;
• het bekostigen van de eventuele euthanasie en afvoerkosten van de katten;
• een jaarlijkse tussenkomst in de werking van Zwerfkat Wommelgem vzw, ten behoeve van het gebruik
en het onderhoud van de materialen en hokken, dierenvoeding, de afvalverwerking en de algemene
kosten;
• het actief zoeken naar uitzetlocaties op het grondgebied en deze plekken voorzien van de nodige
beschutting;
• het voorzien van voederpassen voor vrijwilligers / buurtbewoners die de zwerfkatten gecontroleerd
voederen;
• het opnemen van de vrijwilligers van Zwerfkat Wommelgem vzw in de verzekeringspolis van de
gemeente wanneer zij ten bate van de gemeente actief zijn (Zwerfkat Wommelgem vzw heeft een
basisverzekering voor haar vrijwilligers, maar de waarborgen van de gemeentelijke polis zijn steeds
gunstiger).
Wat bieden wij het lokaal bestuur
• administratieve, materiële en operationele hulp bij de uitvoering van het lokaal zwerfkattenbeleid;
• quasi 24/7 opvolging van de meldingen;
• interventies naar aanleiding van de meldingen;
• vervoer van de zwerfkatten van en naar het asiel en dierenartsen;
• actief zoeken naar eventuele eigenaars van de gevangen dieren;
• verzorging van zieke of gewonde dieren in het asiel;
• plaatsen van sociale katten (adoptieprocedure);
• socialiseren van katten die hiertoe het nodige potentieel hebben;
• begeleiding van de inwoners voor en tijdens vangacties;
• begeleiding van de inwoners m.b.t. de uitzetlocaties;
• begeleiding van de vrijwilligers en voedselbedelers;
• regelmatige feedback over wat op het grondgebied gevangen werd;
• ondersteuning van het communicatiebeleid.
Het kostenplaatje
• de behandeling van een zwerfkat kost gemiddeld rond de € 100/kat. Daarin is begrepen:
o test op aids en leukemie (belangrijk bij zwerfkatten!)
o sterilisatie
o aanbrengen uitwendig kenteken (oorknip)
o antiparasitaire behandeling (belangrijk bij zwerfkatten!)
Deze kosten worden ofwel rechtstreeks door jullie dierenartsen gefactureerd, ofwel via Zwerfkat
Wommelgem vzw. Meestal wordt de antiparasitaire behandeling door ons gefactureerd, de dieren
krijgen deze behandeling standaard wanneer ze in het asiel binnen komen.
• een tussenkomst in de asielwerking:
o gebruik van de infrastructuur (hokken, verzorgingsruimte, …)
o onderhoud van de infrastructuur;
o voeding en verzorging in het asiel;
o afvalverwerking;
o interventiematerialen zoals chiplezers, vangkooien, lokvoedsel, …
Deze tussenkomst bedraagt dit jaar € 301.72 (basis € 300 in 2020, geïndexeerd).
Artikel 2.
Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur, worden gemachtigd de informatienota met het oog op een duurzaam samenwerkingsverband namens de gemeente Zandhoven te ondertekenen.
Artikel 3.
Een afschrift van dit besluit zal aan Zwerfkat Wommelgem VZW (Immerseelstraat 47, 2160 Wommelgem), de financieel directeur en de milieudienst worden bezorgd.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en in het bijzonder artikelen 392 tot 395;- dat artikel 392 van voormeld decreet bepaalt dat twee of meer gemeenten een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid kunnen vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken;- dat het samenwerkingsverband andere overheden dan gemeenten als deelnemer mag hebben krachtens artikel 392, vierde lid DLB en zich dan “interbestuurlijk samenwerkingsverband” noemen.
Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
Gelet op het “Draaiboek voor het vaccinatiecentrum” van het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse overheid;- dat het voormeld draaiboek aan de lokale besturen oplegt om per eerstelijnszone maximaal twee vaccinatiecentra op te richten;-
Overwegende dat op 15 februari 2021 in Vlaanderen 95 vaccinatiecentra openden in het licht van de bestrijding van de Corona-pandemie;- dat voor de eerstelijnszone Voorkempen de betrokken gemeenten en de eerstelijnszone Voorkempen het vaccinatiecentrum in het Provinciaal Vormingscentrum organiseren.
Overwegende dat de Vlaamse Regering voor de financiering van de vaccinatiecentra het Belfortprincipe wil toepassen, wat wil zeggen dat de Vlaamse overheid de volledige werking van het vaccinatiecentrum in principe zal financieren via subsidies aan de gemeenten en de eerstelijnszones.
Overwegende dat de gemeenten Brecht, Malle, Schilde, Wijnegem, Zandhoven en Zoersel bereid zijn de kosten voor de organisatie van het Vaccinatiecentrum Voorkempen te dragen wanneer de financiering van de Vlaamse overheid ontoereikend zou blijken om het vaccinatiecentrum vlot te laten draaien.
Overwegende dat het aangewezen lijkt om hiervoor een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten.
Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst dat voorligt;- dat met de inhoud van deze overeenkomst akkoord gegaan kan worden.
Overwegende dat de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van de overeenkomst vertegenwoordigd moet zijn;- dat het derhalve noodzakelijk is twee personen aan te stellen die bij de ondertekening van bedoelde overeenkomst gemeente Zandhoven zullen vertegenwoordigen en gerechtigd zijn dit contract rechtsgeldig te ondertekenen.
Artikel 1.
Goedkeuring te verlenen aan navolgende samenwerkingsovereenkomst tussen de Eerstelijnszone Voorkempen en de gemeenten Brecht, Malle, Schilde, Wijnegem, Zandhoven en Zoersel.
Overeenkomst met statutaire draagkracht van het interbestuurlijk samenwerkingsverband “Vaccinatiecentrum Voorkempen” |
ALGEMEEN
Artikel 1 - naam en rechtsvorm
Er wordt een Interbestuurlijk Samenwerkingsverband (IBSV) opgericht, op grond van artikel 392, vierde lid van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (DLB), genaamd ‘Vaccinatiecentrum Voorkempen’, hierna ‘Vaccinatiecentrum Voorkempen’ of het ‘ISBV’.
Artikel 2 - deelnemers
De deelnemers aan het Vaccinatiecentrum Voorkempen zijn:
• Eerstelijnszone Voorkempen vzw, Handelslei 167, 2980 Zoersel, vertegenwoordigd door Vicky Van Camp, voorzitter, hierna 'ELZ Voorkempen'
• De gemeente Brecht, Gemeentepark 1, 2960 Brecht, vertegenwoordigd door Sven Deckers, burgemeester en Annemie Marnef, algemeen directeur, hierna 'gemeente Brecht'
• De gemeente Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle, vertegenwoordigd door Harry Hendrickx, burgemeester en Sven Brabants, algemeen directeur, hierna 'gemeente Malle'
• De gemeente Schilde, Brasschaatsebaan 30, 2970 Schilde, vertegenwoordigd door Dirk Bauwens, burgemeester en Tine Vervisch, algemeen directeur, hierna 'gemeente Schilde'
• De gemeente Wijnegem, Turnhoutsebaan 422, 2110 Wijnegem, vertegenwoordigd door Ivo Wynants, burgemeester en Leen Nagels, algemeen directeur, hierna 'gemeente Wijnegem'
• De gemeente Zandhoven Liersebaan 12, 2240 Zandhoven, vertegenwoordigd door Luc Van Hove, burgemeester en Annick Smeets, algemeen directeur, hierna 'gemeente Zandhoven'
• De gemeente Zoersel, Handelslei 167, 2980 Zoersel, vertegenwoordigd door Liesbeth Verstreken, burgemeester en Kristof Janssens, algemeen directeur, hierna 'gemeente Zoersel'
Artikel 3 – toetreding van nieuwe deelnemers
De toetreding van een nieuwe deelnemer is mogelijk. De toetreding wordt voorlopig aanvaard door het bestuur bedoeld in art. 8 van deze statuten. De toetreding wordt daarna ter bekrachtiging voorgelegd aan de andere deelnemers.
Artikel 4 - doel
Het doel van het IBSV is om tussen alle deelnemende partijen een afsprakenkader te maken over de oprichting, de duur, de opzegmogelijkheid, de inbreng van de deelnemers en de wijze waarop die inbreng wordt beheerd, de interne organisatie, de wederzijdse rechten en verplichtingen en de financiële repercussies, de informatieverstrekking aan de deelnemers en de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden, de opmaak van de rekeningen en de bestemming van het resultaat, de financiële controle en de vereffening van het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
Artikel 5 - beherende gemeente
In overeenstemming met art. 393 DLB, wordt de gemeente Malle aangesteld als beherende gemeente van het Vaccinatiecentrum Voorkempen. De administratieve zetel van het Vaccinatiecentrum Voorkempen is gevestigd in het gemeentehuis van Malle, Antwerpsesteenweg 246, 2390 Malle.
Artikel 6 – duurtijd en uittreding
Het IBSV wordt opgericht voor de duur die nodig is om het vaccinatiecentrum zijn taken te laten uitoefenen en afronden. Dat duurt zolang het vaccinatiecentrum nodig is. Een vervroegde uittreding uit deze overeenkomst is niet mogelijk, tenzij deze opgelegd of mogelijk gemaakt wordt door de bevoegde federale of Vlaamse overheid.
Binnen de bevoegdheden van de coördinatie van de noodplanning, kan de Vlaamse overheid bepaalde lokale besturen verzoeken om tot een andere IBSV/vaccinatiecentrum toe te treden. In dat geval is een uittreding uit deze IBSV mogelijk, maar komt het lokaal bestuur de verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst nog na, eventueel pro rato temporis van de aangesloten periode.
De ontbinding van het IBSV gebeurt slechts na schriftelijk akkoord van een drie-vierde meerderheid van de bevoegde organen van de deelnemers.
BESTUUR EN BEHEER
Artikel 7 – publiekrechtelijk beheerscomité
§1. De deelnemers richten binnen het IBSV een beheerscomité op, dat conform artikel 395 DLB is samengesteld is uit één afgevaardigde van elke deelnemer, en dat overlegt over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd.
§2. Het beheerscomité bestaat uit de burgemeesters van de betrokken gemeenten en de voorzitter van de eerstelijnszone.
§3. Het beheerscomité stuurt enkel op de grote organieke lijnen. Het beheerscomité formuleert waar nodig adviezen ten behoeve van de beherende gemeente, stelt de rekeningen van het IBSV vast en legt ze ter goedkeuring voor aan de raden van de deelnemende gemeenten, waarvan de gewone meerderheid de goedkeuring verleent.
§4. Het beheerscomité kan virtueel vergaderen en komt slechts samen voor de uitoefening van bevoegdheden die het specifiek zijn toegewezen door de wet, het decreet, door deze statuten of indien daar een dringende noodzaak toe bestaat. Het beheerscomité komt minimum 1 keer per jaar samen.
Artikel 8 - stuurgroep
§1. De deelnemers richten binnen het IBSV een stuurgroep op die instaat voor het dagelijks bestuur van het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
§2. De stuurgroep bestaat uit de volgende leden: de programmamanagers, een burgemeester, een algemeen directeur, een noodplancoördinator, een financieel directeur, HR-verantwoordelijke en de medisch coördinator, indien nodig aangevuld met experten.
§3. De gemeente Malle gunt de overheidsopdrachten in het kader van het Vaccinatiecentrum Voorkempen na advies van de stuurgroep.
Artikel 9 - programmacoördinatie
ELZ Voorkempen staat in voor de programmacoördinatie van het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
Artikel 10 – werkgroepen
Binnen het vaccinatiecentrum Voorkempen kan de stuurgroep werkgroepen over specifieke thema’s oprichten. De programmacoördinator is steeds lid van deze werkgroepen. De werkgroepen hebben een specifieke opdracht en koppelen hierover terug naar de stuurgroep.
Artikel 11 - huishoudelijk reglement
Het beheerscomité kan de organisatie van zijn werkzaamheden vastleggen in een huishoudelijk reglement dat bij de overeenkomst gevoegd wordt zonder dat het er deel van uitmaakt. Voor het bestuur, beheer, dagelijks bestuur en organisatie van het vaccinatiecentrum, kan de stuurgroep een huishoudelijk reglement opmaken.
PERSONEEL
Artikel 12 - personeelsinzet
§1. De beherende gemeente kan eigen personeel inzetten ten behoeve van de IBSV. Na goedkeuring van het beheerscomité kan de inzet van dit personeel doorgerekend worden.
§2. De gemeente Malle stelt gedurende de periode februari tot en met oktober 2021 een halftijdse medewerker ter beschikking van het Vaccinatiecentrum Voorkempen voor de invulling van de rol van HR-verantwoordelijke. De gemeente Malle verrekent deze kosten in de afrekening van het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
Als de medewerker die de gemeente Malle ter beschikking stelt wegvalt, wordt de vervanging geregeld binnen het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
§3. Alle andere deelnemers kunnen een inbreng van nijverheid doen in het IBSV waarbij ze zich verbinden om bepaalde opdrachten uit te voeren. Zij kunnen personeelsleden of andere personen aanduiden die deze opdrachten uitvoeren. Het werkgeversgezag kan echter nooit worden overgedragen naar het IBSV. Na goedkeuring van het beheerscomité kan de inzet van dit personeel doorgerekend worden.
Artikel 13 – permanentie door de gemeenten
§1. De gemeenten stellen in een wekelijkse beurtrol extra niet-medisch personeel ter beschikking om de goede werking van het vaccinatiecentrum te garanderen. De HR-verantwoordelijke plant deze inzet niet structureel in. De inzet is enkel voorzien bij acute en onvoorziene problemen bij de inplanning of de werking van het vaccinatiecentrum. De gemeenten rekenen de kosten voor de inzet van dit personeel niet door.
§2. De gemeenten verdelen de wekelijkse beurtrol als volgt:
|
Gemeente |
|
|||||
Malle |
15/2-21/2 |
29/3-4/4 |
10/5-16/5 |
21/6-27/6 |
2/8-8/8 |
13/9-19/9 |
|
Zoersel |
22/2-28/2 |
5/4-11/4 |
17/5-23/5 |
28/6-4/7 |
9/8-15/8 |
20/9-26/9 |
|
Schilde |
1/3-7/3 |
12/4-18/4 |
24/5-30/5 |
5/7-11/7 |
16/8-22/8 |
27/9-3/10 |
|
Wijnegem |
8/3-14/3 |
19/4-25/4 |
31/5-6/6 |
12/7-18/7 |
23/8-29/8 |
4/10-10/10 |
|
Brecht |
15/3-21/3 |
26/4-2/5 |
7/6-13/6 |
19/7-25/7 |
30/8-5/9 |
11/10-17/10 |
|
Zandhoven |
22/3-28/3 |
03/5-09/5 |
14/6-20/6 |
26/7-1/8 |
6/9-12/9 |
18/10-24/10 |
FINANCIEN
Artikel 14 – algemeen
Het Vaccinatiecentrum Voorkempen gebruikt voor haar werking de financiële middelen die de Vlaamse overheid ter beschikking stelt. De werking wordt zo veel als mogelijk afgestemd op deze middelen.
Artikel 15 - bijdrage deelnemers in de kosten
§1. De deelnemende gemeenten reserveren een bedrag voor de werking van het IBSV. De beherende gemeente en de andere gemeenten bepalen in onderling overleg of en in welke mate deze inbreng financieel wordt aangerekend aan de vereniging.
§2. Alle deelnemers die geen gemeente zijn, verbinden zich ertoe, in het kader van hun publieke taak om de volksgezondheid te helpen, om de nodige inbrengen te doen in de vereniging die nodig zijn voor een vlotte operationaliteit van het vaccinatiecentrum. Er wordt in onderling overleg bepaald of en in welke mate deze inbreng financieel wordt aangerekend aan de vereniging.
§3. De deelnemers verbinden zich ertoe om de nodige bijdragen te doen aan de vereniging die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de volksgezondheid. De bescherming van de volksgezondheid en openbare orde zal primeren indien budgetten vrijgemaakt moeten worden. Indien achteraf onenigheid zal bestaan over de bijdragekosten, zullen in eerste instantie de in deze overeenkomst gemaakte afspraken tussen de deelnemers richtinggevend zijn. In tweede orde geldt het principe dat elke deelnemende gemeente bijdraagt proportioneel aan zijn totale inwonersaantal op het totale inwonersaantal van alle deelnemende gemeenten. Indien daar verdere onenigheid over bestaat, duiden zij de provinciegouverneur aan als bemiddelaar die bemiddelt over de bijdrage in de kosten. Bij blijvende onenigheid kan de Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur een eindbeslissing nemen.
Artikel 16 - financiën en democratische terugkoppeling
§1. Het beheerscomité bepaalt, binnen twee maanden na het afsluiten van deze overeenkomst, een financieel plan waarin de verwachte ontvangsten en uitgaven zijn opgenomen. Wanneer nodig kan het beheerscomité dit financieel plan aanpassen.
§2. De gemeente Malle stelt maandelijks een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven ter beschikking aan de deelnemers. De gemeente Malle stelt op vraag financiële bewijsstukken ter beschikking aan de deelnemers.
§3. Indien bijkomende middelen nodig zijn, stelt de stuurgroep een actieplan en kostenraming
vast en maakt deze zo snel mogelijk over aan de deelnemers (voor de gemeenten de gemeenteraden), die ze ter goedkeuring voorleggen aan hun beslissend orgaan (voor de gemeenten de gemeenteraden).
§4. De rekening van het IBSV wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de deelnemers. Het IBSV zorgt ervoor dat de rekening en de bijhorende verantwoordingsstukken aan de deelnemers worden overgemaakt, uiterlijk binnen de zes maanden na afsluiting van het voorgaande werkjaar.
De rekeningen zijn goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de deelnemers én de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemers ze goedkeurt.
§5. Het eventueel positief resultaat van de rekening blijft in de vereniging en wordt aangewend voor de realisatie van de doelstellingen van de vereniging.
§6. De gemeente Malle controleert de boekhouding en de rekening van het IBSV
Artikel 17 – bijdrage in exploitatietekort
§1. Als er in de werking van het Vaccinatiecentrum Voorkempen een exploitatietekort zou ontstaan, staan de gemeenten Brecht, Malle, Schilde, Wijnegem, Zandhoven en Zoersel in voor de financiering van het Vaccinatiecentrum Voorkempen in de vorm van een tussenkomst in dit exploitatietekort.
§2. De tussenkomst in het exploitatietekort wordt berekend op basis van een overzicht van ontvangsten en uitgaven voor de werking van het Vaccinatiecentrum Voorkempen.
§3. De verdeling van de bijdragen tussen de verschillende gemeenten gebeurt op basis van het inwonersaantal op 1 januari 2020:
|
Gemeente |
Aantal |
Aandeel |
Malle |
15.594 |
14% |
|
Zoersel |
22.067 |
20% |
|
Schilde |
19.879 |
18% |
|
Wijnegem |
9.981 |
9% |
|
Brecht |
29.444 |
27% |
|
Zandhoven |
13.063 |
12% |
|
Totaal |
110.028 |
100% |
§4. De gemeente Malle zal de tussenkomst in een exploitatietekort doorrekenen aan de gemeenten Brecht, Schilde, Wijnegem, Zandhoven en Zoersel. Ten laatste op 31 januari 2022 volgt er een afrekening voor de periode februari-december 2021 op basis van een overzicht van de ontvangsten en uitgaven.
Artikel 18 - informatieverstrekking aan de deelnemers en jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden
Aan de deelnemers van het IBSV wordt op geregelde wijze informatie versterkt, via de leden van het beheerscomité, die instaan voor de verdere informatieverstrekking naar hun organisatie (gemeenteraad indien het om een gemeente gaat).
Indien de vereniging langer dan 1 jaar bestaat, wordt jaarlijks aan de deelnemers een jaarverslag ter beschikking gesteld. Indien de vereniging binnen het jaar ontbonden wordt, volstaat een beknopt eindverslag.
Het jaarverslag of eindverslag wordt samen met de rekening aan de deelnemers ter goedkeuring voorgelegd.
De leden van het beheersorgaan die een gemeente vertegenwoordigen, leggen verantwoording af aan hun gemeenteraad.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 - ontbinding en vereffening
Wanneer aan het bestaan van de vereniging een einde komt, worden door de deelnemers in gezamenlijk akkoord één of meerdere vereffenaars aangesteld. De in de vereniging aanwezige middelen worden in voorkomend geval verdeeld over de deelnemers a rato van dezelfde verdeelsleutel als vermeld in artikel 17. Ook eventuele tekorten worden op deze basis evenredig verdeeld over de deelnemers.
Tussen de ondertekenaars wordt deze overeenkomst met statutaire draagkracht gesloten.
Artikel 2.
De heer Luc Van Hove en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk burgemeester en algemeen directeur, worden gemachtigd de overeenkomst met statutaire draagkracht van het interbestuurlijk samenwerkingsverband “Vaccinatiecentrum Voorkempen” te ondertekenen en namens gemeente Zandhoven rechtsgeldig te handelen.
Artikel 3.
Afschrift van deze beslissing zal aan de ELZ, de andere gemeenten van de ELZ, dienst Secretariaat en de financieel directeur worden overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie.
Gelet op zijn beslissing van 21 januari 2021 waarbij de beslissing van het college van burgemeester en schepenen betreffende de samenwerkingsovereenkomst met Agentschap Zorg en Gezondheid ikv. de toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing te versterken ter bestrijding van de COVID-19-pandemie, bekrachtigd werd.
Overwegende dat in navolging van voormelde beslissing een samenwerkingsovereenkomst werd afgesloten tussen de gemeente en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Gelet op de fase van de COVID-19-crisis waarin we ons momenteel bevinden;- dat hierin een cruciale rol is weggelegd voor contactonderzoek en bronopsporing:
• Bij contactonderzoek wordt gezocht met wie een besmet iemand nauw contact heeft gehad. Hier is de snelheid van de contacttracing belangrijk. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te bereiken die in contact zijn gekomen met besmette personen. Zij krijgen advies over hoe ze zich kunnen beschermen en welke maatregelen ze kunnen nemen om anderen te beschermen. Dat vermijdt een mogelijke (nieuwe) toename van het aantal patiënten.
• Bij bronopsporing wordt gezocht van wie de besmette persoon zelf de besmetting heeft opgelopen. Bronopsporing heeft als voordeel dat heel gericht kan gezocht worden waar de besmettingen vandaan komen en de lokale besturen als beleidsmakers heel gericht maatregelen (preventie, sensibilisering, handhaving) kunnen nemen.
Overwegende dat de Vlaamse Regering de contouren voor preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantaine-coaching en lokaal contactonderzoek door lokale besturen na 31 maart 2021 heeft uitgewerkt, met een bijhorende (zelfde) subsidie.
Overwegende dat de lokale besturen in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de werking van de COVID-19-teams werken binnen de zorgraden alsook op de werking van de centrale contactcenters.
Overwegende dat de gemeenten die inzetten op optie 1 (preventie, sensibilisering, bronopsporing, analyse van clusters, quarantaine-coaching en aandacht voor kwetsbare personen of groepen) een forfaitaire subsidie van 0,125 euro per inwoner per maand krijgen voor een periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021;- dat wij als gemeente sinds januari gekozen hebben voor optie 1.
Overwegende dat de gemeente, na overleg met alle betrokken diensten, complementair verder wil inzetten op optie 1.
De complementaire engagementen worden opgenomen in het kader van de bestrijding van de COVID-19-pandemie, meer in het bijzonder in het kader van het verder beheersen van de tweede golf en het proberen vermijden van een derde golf.
Het opnemen van deze engagementen geschiedt met inachtneming van de bescherming van de privacy van de burgers, zoals onder meer gewaarborgd door de algemene verordening gegevensbescherming (AVG);- dat de gemeente voor de nodige capaciteit en middelen zorgt om dit engagement kwaliteitsvol op te nemen.
Overwegende dat, gelet op het voorgaande, het noodzakelijk is om een addendum aan voormelde samenwerkingsovereenkomst goed te keuren.
Overwegende dat de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van “het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst” moet vertegenwoordigd worden;- dat het derhalve noodzakelijk is twee personen aan te stellen die bij de ondertekening van bedoeld contract de gemeente Zandhoven zullen vertegenwoordigen en gerechtigd zullen zijn dit contract rechtsgeldig te ondertekenen.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad tussenkomsten van
- dhr. Stulens P., die het volgende verklaart: "Ik wil bij de voorstelling van dit punt even doen opmerken dat de woorden “addendum” en “engagementen” geen mooi nederlands zijn."
- mevr. Suls M., die het volgende verklaart: "Welke procedure zal er gevolgd worden bij terugkomst van vakantiegangers?"
Nadat de burgemeester geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Artikel 2.
Zijn goedkeuring te verlenen aan het voorgelegde addendum:
Addendum bij de samenwerkingsovereenkomst in het kader van het besluit Vlaamse Regering 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de Covid -19- pandemie te versterken tot verderzetting van de engagementen. |
– optie 1 -
Ondergetekenden:
Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG), vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van de leidend ambtenaar van agentschap zonder rechtspersoonlijkheid AZG, de heer Dirk Dewolf
ingeschreven in het KBO met ondernemingsnummer 0316.380.84 waarvan de administratieve zetel zich bevindt te Koning Albert II laan 35 / 33, 1030 Schaarbeek
hierna: “AZG”;
en
De gemeente Zandhoven met zetel Liersebaan 12, 2240 Zandhoven, vertegenwoordigd Paula Henderickx en Annick Smeets in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 22 april 2021.
Hebben op 1 november 2020 een samenwerkingsovereenkomst gesloten In het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november vereenkomst 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken – optie 1.
De samenwerkingsovereenkomst is op 1 november 2020 ingegaan en eindigt op 31 maart 2021.
In aanvulling op en zo nodig in afwijking van deze overeenkomst zijn partijen het volgende overeengekomen:
1. Gelet op de stijging van het aantal indexpatiënten in het voorjaar 2021, de toename aan verscheidenheid van varianten van het COVID-19 virus en de toename van de lokale verantwoordelijkheid omwille van het toegenomen belang van bronopsporing, werd het door het Besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 vastgestelde financieringsmodel verlengd door het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021) en het contactonderzoek (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 mei 2021) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.
Partijen zijn een verlenging van de samenwerkingsovereenkomst tot en met 30 juni 2021) met mogelijke verlenging tot 31 oktober 2021 overeenkomstig artikel 2, derde lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2021 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de bronopsporing (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021) en het contactonderzoek (voor de periode van 1 april 2021 tot en met 31 mei 2021) ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken overeengekomen, onder gelijke voorwaarden en bepalingen als opgenomen in de op 1 november 2020 ondertekende samenwerkingsovereenkomst.
2. Dit addendum zal aan de samenwerkingsovereenkomst gesloten op 1 november 2020 in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken – optie 1 worden gehecht en maakt - na ondertekening - onlosmakelijk onderdeel uit van deze overeenkomst.
3. Gezien de huidige overeenkomst de rechtsgrond vormt voor verwerkingsovereenkomst, gesloten in het kader van de op 1 november 2020 gesloten samenwerkingsovereenkomst in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november vereenkomst 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken – optie 1 , blijven deze verder bestaan.
LOKAAL BESTUUR verwerkt de persoonsgegevens conform de instructies van AZG.
4. Het afsprakenkader gesloten bij de samenwerkingsovereenkomst dd. 1 november 2020 ter uitvoering van de engagementen opgenomen in het kader van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken blijft onverkort van toepassing op dit addendum, behoudens het sluiten van een nieuw afsprakenkader dat in dat geval zal worden gevoegd als bijlage 1.
5. Artikel 7 van de initiële overeenkomst m.b.t. de mogelijke vervroegde beëindiging van de overeenkomst blijft ook op het addendum van toepassing.
Artikel 3.
Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur, worden afgevaardigd om de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van “het addendum bij de samenwerkingsovereenkomst” te vertegenwoordigen en namens de gemeente rechtsgeldig te handelen.
Artikel 4.
Afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat en het Agentschap Zorg en Gezondheid, gevestigd te Koning Albert II laan 35/33, 1030 Schaarbeek worden overgemaakt.
De gemeenteraad,
Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 393.
Gelet op zijn beslissing van 22 januari 2015 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst ‘Interlokale vereniging Bibburen’.
Gelet op de evaluatie van de werking Bibburen 2020, het financieel verslag van de voormelde samenwerkingsovereenkomst en de actieplannen en uitdagingen voor 2021 die worden voorgelegd.
Overwegende dat voormelde zaken tijdens het beheerscomité Bibburen van 16 november 2020 besproken werden, maar waarvan verslag veel later werd opgemaakt.
Artikel 1.
De gemeenteraad keurt de evaluatie van de werking Bibburen 2020, het financieel verslag van de voormelde samenwerkingsovereenkomst en de actieplannen en uitdagingen voor 2021 goed.
Artikel 2.
Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het beheerscomité van de ‘Interlokale vereniging Bibburen’ en aan de bibliothecaris.
De gemeenteraad,
Gelet op zijn beslissing van 22 januari 2015 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst ‘Interlokale vereniging Bibburen’.
Gelet op zijn beslissing van 12 oktober 2017 houdende de goedkeuring van het eengemaakte dienstreglement.
Overwegende dat de lokale besturen van Borsbeek, Malle, Ranst, Schilde, Wijnegem, Wommelgem, Zandhoven en het Autonoom Gemeentebedrijf Zoersel overeenkomen om een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid te vormen;- dat dit samenwerkingsverband onder de naam Bibburen reeds opgestart werd in 2015 maar nu wordt uitgebreid met de gemeente Schilde.
Overwegende dat de samenwerking als doel heeft om een efficiëntere werking van de bibliotheken na te streven en de dienstverlening voor alle inwoners te optimaliseren op projectmatige en op structurele basis;- dat de bibliothecarissen en medewerkers van de deelnemende gemeenten in verschillende werkgroepen participeren;- dat ze elkaar kunnen ondersteunen, inspireren en stimuleren om de doelstellingen te bereiken.
Overwegende dat alle bibliotheken in het najaar van 2021 overschakelen van Brocade naar EBS/Wise (eengemaakt bibliotheeksysteem);- dat voor deze overstap een keuze moet gemaakt worden tussen verschillende samenwerkingsverbanden.
Gelet op het verslag van het beheerscomité, in het bijzonder artikel 4 waarin vermeld staat dat men kiest voor de optie 3a.
Gelet op het ontwerp van de nieuwe overeenkomst dat voorligt;- dat met de inhoud van voormelde overeenkomst akkoord gegaan kan worden;- dat het derhalve aangewezen lijkt de voormede gemeenteraadsbeslissing van 22 januari 2015 volledig op te heffen en te vervangen door de nieuwe samenwerkingsovereenkomst.
Overwegende dat de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van de overeenkomst vertegenwoordigd moet zijn;- dat het derhalve noodzakelijk is twee personen aan te stellen die bij de ondertekening van bedoelde overeenkomst gemeente Zandhoven zullen vertegenwoordigen en gerechtigd zijn dit contract rechtsgeldig te ondertekenen.
Artikel 1.
Goedkeuring te verlenen aan navolgende samenwerkingsovereenkomst Interlokale Vereniging ‘Bibburen’:
Samenwerkingsovereenkomst Interlokale Vereniging ‘Bibburen” |
De gemeenten Borsbeek, Malle, Ranst, Schilde, Wijnegem, Wommelgem, Zandhoven en het Autonoom Gemeentebedrijf Zoersel komen overeen om een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid te vormen, volgens het Vlaams cultuurdecreet, houdende de intergemeentelijke samenwerking.
Deelnemende gemeente: gemeente, gemeentelijke vzw of autonoom gemeentebedrijf dat deelneemt aan de Interlokale Vereniging Bibburen en de samenwerkingsovereenkomst heeft laten goedkeuren door de gemeenteraad of de daarvoor bevoegde raad of instantie.
Beherende gemeente: gemeente, gemeentelijke vzw of autonoom gemeentebedrijf dat optreedt als financiële hoofdorganisator van de Interlokale Vereniging Bibburen. De beherende gemeente is verantwoordelijk voor de officiële briefwisseling en het indienen van subsidieaanvragen van het samenwerkingsverband.
Beheerscomité: Het Beheerscomité van het samenwerkingsverband Bibburen is samengesteld uit de bevoegde schepenen voor bibliotheekwerking van elke deelnemende gemeente in overeenstemming met het Vlaams decreet van de intergemeentelijke samenwerking.
EBS: Eéngemaakt Bibliotheeksysteem voor Vlaamse bibliotheken dat wordt beheerd en ondersteund door Cultuurconnect vzw.
Het samenwerkingsverband wordt “Bibburen” genoemd en is samengesteld uit de openbare bibliotheken van de deelnemende gemeenten.
De duur van de samenwerking wordt vastgesteld op 6 jaar, gelijklopend met de gemeentelijke legislatuur en wordt telkens, behoudens een expliciete beslissing van alle deelnemende gemeenten tot stopzetting ervan vóór het verstrijken van de lopende termijn, stilzwijgend verlengd voor een nieuwe periode van 6 jaar.
De werking van de interlokale vereniging wordt jaarlijks door de gemeenteraden of de daarvoor bevoegde raden of instanties van de deelnemende gemeenten geëvalueerd.
De ‘samenwerkingsovereenkomst’ blijft geldig zolang er niets verandert aan de samenstelling van het samenwerkingsverband.
Doelstellingen van de samenwerking.
De samenwerking heeft als doel een efficiëntere werking van de bibliotheken na te streven en de dienstverlening voor alle inwoners te optimaliseren. Dit op projectmatige en op structurele basis.
Bibliothecarissen en bibliotheekmedewerkers van alle deelnemende gemeenten participeren actief in verschillende interne werkgroepen, waarbij ze elkaar kunnen ondersteunen, inspireren en stimuleren om de doelstellingen te bereiken.
De deelnemende gemeenten hebben een éénvormig dienstreglement voor de bibliotheek en een daaraan gekoppeld retributiereglement. Aanpassingen aan het dienst- en retributiereglement van de bibliotheek gebeuren in consensus met alle deelnemende gemeenten.
De deelnemende gemeenten zijn als samenwerkingsverband actief in het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem en delen één bibliotheeksysteem, één catalogus en één personenbestand. De bibliotheekgebruikers binnen het samenwerkingsverband hebben een regiobibliotheeklidmaatschap, wat hen vrij toegang geeft tot alle bibliotheken van de deelnemende gemeenten.
Financieel aspect van de samenwerking.
Elke deelnemende gemeente engageert zich om jaarlijks financiële middelen te voorzien om de projecten en wisselcollecties van Bibburen te organiseren. De werkingsmiddelen worden jaarlijks bepaald door het Beheercomité.
Per project wordt bij aanvang een financiële verdeelsleutel afgesproken. Waar mogelijk zal een aanvraag voor subsidie of ondersteuning worden ingediend bij instanties die subsidies of ondersteuning voorzien voor intergemeentelijke culturele samenwerking. Indien er minder of geen subsidies ontvangen worden, wordt er bekeken of het project financieel haalbaar is voor alle deelnemende gemeenten. Indien er meer subsidies ontvangen worden, wordt de verdeelsleutel per project aangepast. De subsidie wordt op de rekening van de beherende gemeente overgemaakt, die ze telkens, en uitsluitend voor de realisatie van het goedgekeurde project, namens de interlokale vereniging zal beheren.
Ingeval er bij de beëindiging van een project een positief of negatief financieel eindresultaat wordt vastgesteld, dan zullen deze gelden volgens dezelfde verdeelsleutel worden verdeeld, respectievelijk bijgepast door de deelnemers.
Met het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem en de keuze voor het regiobibliotheeklidmaatschap is het mogelijk om openstaande bedragen van bibliotheekgebruikers in alle bibliotheken van de deelnemende gemeenten te betalen. De beherende gemeente maakt ten minste jaarlijks een vereffeningsrapport en facturen op, zodat de ontvangsten bij de rechtmatige gemeente terecht komen.
De beherende gemeente.
De beherende gemeente wordt bij meerderheid van stemmen gekozen door het Beheercomité. De beherende gemeente neemt haar taak op voor de duur van 6 jaar, en valt samen met de gemeentelijke legislatuur. De beherende gemeente zal o.a. de rol van financieel coördinator waarnemen, en dit zowel voor de financiering en onderlinge afrekening van gezamenlijke projecten als de onderlinge financiële afrekening binnen het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem.
Toe- en uitreden.
Een gemeente, gemeentelijke vzw of autonoom gemeentebedrijf kan toetreden tot het samenwerkingsverband aan het begin van elk jaar, t.w. 1 januari, na goedkeuring van de kandidatuur door het Beheercomité. De kandidaat-gemeente stuurt hiervoor ten laatste 1 maart van het voorafgaand jaar een aangetekend schrijven aan het college van burgemeester en schepenen of de daarvoor bevoegde raad of instantie van de beherende gemeente. Om toe te treden moet de gemeente, gemeentelijke vzw of het autonoom gemeentebedrijf de samenwerkingsovereenkomst en het éénvormig dienst- en retributiereglement van de bibliotheek laten goedkeuren door haar gemeenteraad of de daarvoor bevoegde raad of instantie. Bij toetreding tot Bibburen participeert de deelnemende gemeente aan het samenwerkingsverband en regiobibliotheeklidmaatschap in het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem.
Een deelnemende gemeente kan uit het samenwerkingsverband treden op het einde van het jaar, t.w. 31 december, mits het respecteren van een voorgaande opzegperiode van 6 maanden. Gemaakte engagementen bij de uitvoering van lopende projecten moeten worden nagekomen. De opzeg dient te gebeuren bij aangetekend schrijven aan het college van burgemeester en schepenen of de daarvoor bevoegde instantie van de beherende gemeente.
De kosten om uit het samenwerkingsverband en daarmee uit het samenwerkingsverband in het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem te stappen zijn voor de uittreder. Gemeenten, gemeentelijke vzw’s of autonome gemeentebedrijven die later toetreden tot het samenwerkingsverband dekken zelf de kosten die verbonden zijn om aan te sluiten bij het samenwerkingsverband in het Eéngemaakt Bibliotheeksysteem.
Bij uittreding blijft de uittredende gemeente, gemeentelijke vzw of autonoom gemeentebedrijf eigenaar van de wisselcollecties die op dat moment in hun bezit zijn. Materialen die werden aangekocht voor projecten via de beherende gemeente worden verder gebruikt door de deelnemende bibliotheken van het samenwerkingsverband. Materialen die voor Bibburen werden aangekocht door de uittredende deelnemer blijven eigendom van de uittredende gemeente, gemeentelijke vzw of autonoom gemeentebedrijf.
Het beheerscomité is samengesteld uit de bevoegde schepenen voor bibliotheekwerking van elke deelnemende gemeente in overeenstemming met het decreet van 6 juli 2001 gewijzigd bij decreet van 18 januari 2013 houdende de intergemeentelijke samenwerking. De afgevaardigde van de beherende gemeente zit de vergaderingen van het beheerscomité voor.
De bibliothecarissen van elke gemeente nemen, zonder stemrecht, deel aan deze vergadering. Zij zijn belast met de praktische uitwerking van de intergemeentelijke projecten en leggen hun voorstellen voor aan het beheerscomité.
Secretaris is de bibliothecaris van de beherende gemeente. De secretaris heeft geen stemrecht.
Er worden geen zitpenningen uitgereikt.
Artikel 2.
Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur, worden afgevaardigd om de gemeente Zandhoven bij het afsluiten van samenwerkingsovereenkomst Interlokale Vereniging ‘Bibburen” ‘te vertegenwoordigen en namens de gemeente rechtsgeldig te handelen.
Artikel 3.
De gemeenteraadsbeslissing van 22 januari 2015 houdende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst ‘Interlokale vereniging Bibburen’ wordt volledig opgeheven.
Artikel 4.
Een afschrift van deze beslissing zal aan de bibliothecaris, dienst Secretariaat en aan de beherende gemeente bezorgd worden.
De gemeenteraad,
Gelet op de wet van 18 maart 2016 tot overname van in het bijzonder de Gemeenschappelijke Sociale Dienst (GSD) van de dienst voor de bijzondere socialezekerheidsstelsels, door de federale pensioendienst (FPD).
Gelet op de omzendbrief BA 2000/14 van 22.12.2000 van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden betreffende de verplichte toekenning van een hospitalisatieverzekering aan het personeel van de lokale besturen.
Gelet op het sectoraal akkoord 1999-2001 voor het personeel van de lokale overheden van de Vlaamse Gemeenschap, meegedeeld bij omzendbrief nummer BA 2001-03 van 27.04.2001.
Overwegende dat de FPD, in naam van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, een offerteaanvraag conform de wet op de overheidsopdrachten zal organiseren.
Gelet op zijn beslissing van 11 december 2008 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, in het bijzonder artikel 244, 245 en 246.
Gelet op zijn beslissing van 12 oktober 2017 houdende de aansluiting bij de collectieve hospitalisatieverzekering van 1 januari 2018 tem 31 december 2021.
Gelet op het protocol van akkoord van het overlegcomité van 12 april 2021.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van mevr. Suls M., die het volgende verklaart: "Dit wilt dus zeggen dat het gemeentebestuur in deze geen marktbevraging moet doen, dit wordt volledig geregeld vanuit de Federale Pensioendienst?"
Bij de verdere bespreking hoort de gemeenteraad nog een tussenkomst van dhr. De Vlam J..
Nadat de burgemeester geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Artikel 1.
De gemeente Zandhoven zal toetreden tot de collectieve verzekering "verzorgingskosten bij hospitalisatie of ernstige ziekte" die de FPD heeft afgesloten.
Artikel 2.
Hiertoe vult het bestuur het aansluitingsformulier in.
Artikel 3.
De toetreding tot de voornoemde verzekering houdt voor het aangesloten bestuur de verbintenis in, de bijzondere en algemene bepalingen, in acht te nemen.
Artikel 4.
Een afschrift van deze beslissing zal aan de FPD-GSD en de personeelsdienst overgemaakt worden.
Dit punt werd op de dagorde geplaatst door de N-VA fractie en mevr. Suls M. licht toe als volgt:
Sociale huurwoningen moeten worden voorbehouden voor de doelgroep die er effectief recht op heeft. Wie een sociale woning huurt, mag niet tegelijkertijd een eigen woning bezitten. De controle op binnenlands onroerend bezit kan door de sociale verhuurder eenvoudig gecontroleerd worden maar voor buitenlandse bezittingen is dat niet zo eenvoudig omdat de FOD Financiën vaak niet over de nodige gegevens beschikt. Het is dus noodzakelijk om ter plaatse in het buitenland na te gaan of iemand wel degelijk een eigendom bezit al dan niet. Dat vereist niet enkel de effectieve controle in het buitenland, maar ook de kennis van de praktijken en de regelgeving van al die verschillende landen.
Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele stelt een raamovereenkomst met private onderzoeksbureaus afgesloten die gespecialiseerd zijn in het onderzoek naar onroerende goederen in het buitenland, die ter beschikking van sociale verhuurders wordt gesteld, die onderzoek voeren naar buitenlands bezit.
Onze fractie is er van overtuigd dat sociale huurwoningen moeten worden voorbehouden voor de doelgroep die er effectief recht op heeft..
In totaal kunnen er via de raamovereenkomst in 41 landen onderzoeksopdrachten worden uitgevoerd.
Vermits de gemeente Zandhoven eigen woningen ter beschikking stelt van deze doelgroepen vragen wij een stemming voor het ontwerpbesluit nl: het principe dat wie een sociale woning huurt geen eigen woning of onroerende eigendom mag bezitten.
Schepen Maes M. antwoordt hierop dat deze problematiek reeds besproken werd op de Raad van Bestuur van Zonnige Kempen en ermee bezig is; op dit moment vindt de Raad van Bestuur van SVK plaats en normaal gezien zou deze vraag ook daar behandeld worden; wat de OCMW woningen betreft zijn dit geen sociale woningen volgens de sociale huurwetgeving; dit betekent echter niet dat we geen controles uitvoeren want dit gebeurt via de KSZ.
Tenslotte zegt ze dat ze de raad op de hoogte zal houden wat Zonnige Kempen betreft en Joris Peeraer wat SVK betreft.
Bij de bespreking van dit agendapunt, hoort de gemeenteraad een tussenkomst van dhr. Stulens P. die het volgende verklaart: "In dit verband vroeg ik een achttal jaren geleden hoe het kwam dat een inwoner van Zandhoven een sociaal appartement kon krijgen aangezien hij nog een huis in Zandhoven in eigendom had, waarop toen werd geantwoord dat dit mogelijk was op voorwaarde dat hij dat huis binnen het jaar zou verkopen. Wij vinden nog steeds dat een dergelijk criterium zeer onjuist is.”
Nadat schepen Maes M. geantwoord heeft op de gestelde vragen, gaat de gemeenteraad over tot de bespreking van het volgend punt van de dagorde.
Dit punt werd op de dagorde geplaatst door de N-VA fractie en mevr. Lambrechts M. licht toe als volgt:
Motivatie:
De Vlaamse Regering gaf steden en gemeenten eerder al de mogelijkheid om subsidies aan te vragen voor veilige schoolomgevingen Zo stimuleert ze de lokale besturen om te investeren in de veiligheid van onze schoolbuurten. Daarnaast wil de Vlaamse Regering ook de verkeersveiligheid op schoolroutes verhogen. Een schoolroute is “een route die verschillende scholieren te voet of met de fiets of bromfiets op het woonschooltraject gebruiken tijdens de uren die voorafgaan aan de opening van de school en die volgen op de sluiting van de school. De schoolroute eindigt waar de schoolomgeving van de school begint en ligt op een of meer gemeentewegen”. De focus ligt op het veiliger maken van de schoolroute voor de kwetsbare weggebruikers. Hierbij worden voetgangers, fietsers en bromfietsers bedoeld.
Met deze nieuwe subsidie wordt de bestaande subsidieregeling voor veilige schoolomgevingen aangevuld en uitgebreid naar schoolroutes langs gemeentewegen.
De volgende uitgaven komen in aanmerking voor de subsidie op voorwaarde dat ze na de goedkeuring van de subsidieaanvraag zijn gedaan:
1) Verkeerssignalisatie om de schoolroute duidelijker aan te geven aan de weggebruiker en om gevaarlijke locaties te beveiligen, zoals verkeersborden, wegmarkeringen, attentiepalen, afschermende constructies of verlichting.
2) Infrastructurele maatregelen die de verkeersveiligheid op de schoolroute verhogen, zoals bijvoorbeeld een verbreding van het voetpad, een veiligere oversteekplaats, fietssuggestiestroken, fietspaden, verkeersdrempels of rijbaankussens. Het benodigde materiaal hiervoor en de plaatsingskosten komen in aanmerking voor de subsidie.
De subsidie per schoolroute bedraagt maximaal 100.000 euro. De Vlaamse regering zal maximaal 50% van de uitgaven die voor subsidie in aanmerking komen, uitbetalen. Zandhoven kan per kalenderjaar één subsidieaanvraag indienen voor maximaal vijf schoolroutes op haar grondgebied.
Voor N-VA Zandhoven staat verkeersveiligheid erg hoog op de agenda. We willen tenslotte dat onze kinderen veilig met de fiets naar school kunnen.
N-VA Zandhoven wil dan ook de stemming vragen voor volgend ontwerpbesluit:
Ontwerpbesluit:
Artikel 1: De gemeente werkt samen met alle maatschappelijke actoren om te onderzoeken op welke schoolroutes signalisatie of infrastructurele maatregelen nodig zijn.
Artikel 2: De gemeente dient de subsidieaanvraag in voor 1 november 2022.
Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van dit besluit en te vragen de gemeenteraad op de hoogte te houden van de voortgang van dit dossier.
Schepen Geens J. antwoordt dat deze subsidie pas vorige week in het Staatsblad verschenen is en dat we uiteraard hiermee aan de slag gaan, we zullen bekijken welke dossiers we hieronder kunnen brengen.
Dhr. Vertruyen O. voegt toe: "Ik heb een leidraad die kan dienen bij het opstellen van een schoolbereikbaarheidsplan. Ik zal u deze bezorgen! (reeds verstuurd naar de algemeen directeur)".
Mevr. Suls M. legt het ingediende voorstel ter stemming aan de raad voor. De stemming geeft de volgende uitslag:
Het voorstel is derhalve aanvaard.
Dit punt werd op de dagorde geplaatst door de N-VA fractie en mevr. Suls M. licht toe als volgt:
Motivatie:
Zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen is voor ouderen een belangrijk aspect binnen hun welzijn en gezondheid.
Als N-VA-fractie onderschrijven wij deze visie en willen we met dit voorstel onze woorden ook kracht bij zetten.
‘De gele doos’ is een project waarbij cruciale persoons-, contact- en medische gegevens bewaard worden in een herkenbare, gele bewaardoos.
Wanneer ouderen in nood verkeren of vermist blijken, is het de bedoeling dat diensten zoals hulpverleners, politie of brandweer op een snelle en efficiënte manier alle nodige informatie betreffende de persoon kunnen terugvinden. De gele doos kan levens redden.
De gele doos dient door de 65-plussers of personen met een chronische aandoening bewaard te worden in de koelkast. Hoewel de gele doos enkel papieren bevat, is de koelkast toch een goede plaats om deze te bewaren. Iedereen heeft namelijk een koelkast in huis en het is een herkenbare plaats voor hulpverleners. Op deze manier kunnen de hulpdiensten de doos makkelijk terugvinden.
Ook dient de eigenaar van de doos een bijhorende sticker te kleven aan de binnenkant van de voordeur, waardoor de hulpverleners onmiddellijk weten of een dergelijke doos aanwezig is.
Ontwerpbesluit:
Overwegende dat zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen bijdraagt tot het welzijn en de gezondheid van de ouderen;
Overwegende dat het uitermate belangrijk is dat hulpverleners op een snelle en efficiënte manier over de juiste persoons-, contact- en medische gegevens kunnen beschikken in noodgevallen;
Overwegende dat de gele doos hiervoor een goede en laagdrempelige oplossing biedt;
Daarom vragen wij het volgende voorstel goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad van Zandhoven keurt de invoering van het project ‘de gele doos’ in de gemeente goed.
Artikel 2: De gemeenteraad van Zandhoven beslist om voor elke inwoner vanaf 65 jaar een dergelijke doos aan te kopen.
Artikel 3: De gemeenteraad van Zandhoven vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om de gele dozen te verdelen via de lokale handelaars bijvoorbeeld via de apothekers, de bakkers, ….
Artikel 4: De gemeenteraad van Zandhoven vraagt aan het college van burgemeester en schepenen om actief promotie te voeren voor de aanschaf van een gele doos voor haar inwoners. Naast promotie dient de burger ook gevraagd te worden om de informatie in de gele doos zo actueel mogelijk te houden.
Schepen Lauwereys J. antwoordt dat wij hiermee bezig zijn binnen SIGO en verder wordt uitgerold, nl. de seniorenraad werd bevraagd en de adressen werden reeds opgelijst (2088).
Wat de timing betreft, wordt dit binnen SIGO aan alle schepencolleges voorgelegd of we mee doen, waarna de uitrol zal gebeuren.
1. Mevr. De Moor M. die het volgende vraagt: "Zoals u wel zal weten, wordt er door Pidpa en Waterlink op Nederviersel aan de oude smeerpijp gewerkt, zodat deze kan dienen voor drinkwater transport.
In de brief die wij daarover ontvangen hebben, staat dat dit maar 2x een week zou duren. Tot op heden is men daar reeds meer dan een half jaar aan bezig. Op de duur vraag je je wel af hoeveel dat dat moet kosten en of dit wel de moeite waard is.
Ik had graag geweten hoelang dit nog gaat duren. Het is een va et vien van vrachtwagens met opliggers met kranen op.
Daardoor is ook het wegdek nog in slechtere staat."
Schepen Willems R. antwoordt dat hij dit zal navragen want dat hij zelf niet op de hoogte is; op de opmerking dat het wegdek in slechte staat is, antwoordt hij dat deze straat mee zal opgenomen worden in het budget volgend jaar.
2. Dhr. Stulens P. heeft enkele vragen:
a) Vorige week deden drie inwoners bij mij hun beklag over het feit dat er weerom zigeuners kampeerden aan het sas in Viersel. Eergisteren ontving ik hieromtrent ook nog een schriftelijke klacht. Met de WC-rol onder de arm gaan zij hun behoefte doen in het nabijgelegen bos. Hun afval doen zij in gewone zwarte zakken en plaatsen deze naast de vuilbakjes op de dijk naast de zitbanken, waar ze worden kapot gebeten door het ongedierte zodat de mensen in de stank kunnen gaan zitten. Ook liep er een grote hond gewoon los. Wild kamperen is bij mijn weten nog steeds verboden. Graag verneem ik van de burgemeester of het waar is dat dit kamperen wordt toegelaten door het gemeentebestuur. …
Het was geen week maar bijna drie weken dat zij er gestaan hebben. …
Een aangetekende brief bezorgen kan toch geen probleem zijn want er bestaat ook nog zoiets als aangetekend per drager. …
Deze laatste burger, een politieman op rust, heeft dit ook in een E-postbericht kenbaar gemaakt aan de gemeente en heeft hierop geen antwoord ontvangen. Is het normaal dat schriftelijke klachten niet worden beantwoord ?
Burgemeester antwoordt hierop dat hij altijd onmiddellijk in kennis wordt gesteld en dat politie onmiddellijk optreedt; de zigeuners waarover u het heeft is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Vanaf de eerste dag dat zij neerstrijken, gaat de politie er naartoe en spreekt met hen af, na paspoort controles en registratie, dat zij binnen 1 week moeten weg zijn; dit laatste is ook meestal het geval. Hij beklemtoont dat hij hiervoor geen toestemming geeft en er opgetreden wordt maar op een menselijke en kordate manier. Op de vraag of er op mails gericht aan de gemeente niet geantwoord wordt, antwoordt de burgemeester dat dat zeker niet de gewoonte is.
b) Van de burgemeester vernemen wij ook nog graag wat de huidige situatie is in verband met de geplande pijpleidingen door onze gemeente.
Burgemeester antwoordt dat we een advocaat hebben aangesteld om de gemeente en de getroffen burgers te verdedigen; deze zal een advies opstellen met allerlei argumenten waarom er geen tracé in Zandhoven kan komen. Het advies zal op de website geplaatst worden en zal ook aan alle getroffenen overgemaakt worden.
c) Een vraag voor schepen Joris: gezien de regelmatige vernielingen op het BMX-terrein en aan de jumpingtoren, moet het toch mogelijk zijn hier op grote hoogte enkele camera’s te plaatsen. Dit zijn toch geen grote uitgaven. Aan de “overweg” in de Reebergenlaan werd toch ook een camera geplaatst.
Schepen Geens J. antwoordt dat hij ook reeds gecontacteerd werd en er een overleg gepland is op 27 april; een volledige afsluiting van het parcours is een vraag van BMX maar het plaatsen van camera's is ook een optie; we wachten het overleg af, om verdere stappen te ondernemen.
d) Nog een vraag voor schepen Joris: de Sportraad werd enkele jaren geleden gewoon afgeschaft. Nu kreeg ik plots een document “Sportbabbel” toegestuurd. Is het de bedoeling dat deze Sportbabbel de Sportraad vervangt ? Waarom krijgen de gemeenteraadsleden dit niet rechtstreeks toegestuurd ? Deze Sportbabbel dateert van 31 maart, en hier worden de sportverenigingen voor het eerst, en dus rijkelijk laat, op de hoogte gebracht van de stand van het zwembaddossier.
Schepen Geens J. antwoordt dat er bij de opstart van alle adviesraden ook een oproep gebeurd is naar kandidaten voor de sportraad maar met weinig succes. Om die reden werd de sportbabbel in het leven geroepen, nl. iedere vereniging wordt uitgenodigd en polsen we naar hun ideeën, verzuchtingen. De laatste sportbabbel verliep digitaal en wordt het afgelopen jaar overlopen en de stand van zaken van alle dossiers, dus is het logisch dat het zwembaddossier hier aan bod kwam.
e) En nog een vraag in verband met de sport: er doen de laatste dagen zovele geruchten de ronde over voetbal Massenhoven. Aangezien mij dit nauw aan het hart ligt, had ik graag vernomen wat de huidige stand van zaken is en of er al zicht is op de nabije toekomst voor de voetbalaccommodatie.
Schepen Geens J. antwoordt dat we met de voorzitter hebben samengezeten; we spraken af dat hij een Algemene Vergadering zou organiseren, en ons nadien op de hoogte zou houden; en we dan verder kunnen bekijken wat er met de site kan gebeuren in de toekomst.
3. Dhr. De Vlam J. heeft enkele vragen:
a) Er is (opnieuw) gemaaid buiten de voorwaarden van het bermenbesluit, deze keer in de Bogaereweg. Ironisch genoeg zijn er ook perkjes voorzien om bijvriendelijke bloemen in te zaaien, terwijl deze door de maaibeurt ook verdwijnen. Gelukkig merkte een van de bewoners dit op en vroeg om enkele stukken gras met bijvriendelijke bloemen te laten staan. Kunnen we hier in de toekomst gericht rekening mee houden? Maaien van bermen is pas toegelaten na 15 juni.
Schepen Van Staeyen S. antwoordt dat hij er niet van op de hoogte was dat er in de Bogaereweg gemaaid is geweest.
b) Wat is de stand van zaken met betrekking tot het parkeren in de Bergen in Zandhoven? Er is bezorgdheid vanuit de buurt dat de auto de kwalitatieve brede voetpaden zou gaan innemen. Als er meer parking gecreëerd wordt in de straat mag dit niet ten kosten gaan van de leefbaarheid.
Schepen Willems R. legt de stand van zaken uit, nl. dat er kortelings een brief aan de bewoners zal bezorgd worden; deze brief zal ook aan de fracties bezorgd worden.
4. Mevr. Lambrechts M. deelt mee dat zij in november 2020 het punt van de huisdierstickers brachten. Er werden nieuwe stickers besteld. Zijn deze stickers al klaar, werden ze al geleverd. Waar zullen ze verdeeld worden? Hoe wordt hierover met de burgers gecommuniceerd? Er werd gezegd dat er destijds weinig stickers werden afgehaald. Nochtans kunnen de stickers verdeeld worden bij of door de dierenartsen, de brandweer, reclame via de sociale media, de tuincentra, AVEVE, daar waar dierenvoeding verkocht wordt. Als het initiatief niet zichtbaar gemaakt wordt, dan komen de stickers natuurlijk niet bij de eigenaars van dieren terecht.
Schepen Van Staeyen S. antwoordt dat deze stickers verdeeld werden via de dierenartsen.
5. Mevr. Suls M. vraagt zich af, als het zwembad van Nijlen terug opengaat, de kinderen van Massenhoven daar opnieuw gaan zwemmen en van meer zwembeurten kunnen genieten volgens het stramien van vroeger? Ik vermoed dat er nog geen nieuws is over het dossier m.b.t het nieuwe zwembad?
Schepen Geens J. antwoordt dat dit nog verder bekeken wordt samen met Nijlen maar dat die mogelijkheid bestaat. Op de vraag van Suls M. om hen op de hoogte te houden, antwoordt schepen Geens J. bevestigend.
6. Dhr. Peeters W. meldt dat de mensen in Viersel ongerust zijn betreffende de omleiding via Viersel als de brug in Massenhoven wordt afgesloten.
Wat gaat de gemeente doen om de situatie, vooral in Viersel dorp en de Veerstraat, leefbaar en veilig te houden?
Schepen Willems R. antwoordt dat het signalisatieplan dat opgemaakt werd door AWV nu ter bespreking ligt op het gemeentehuis; hij benadrukt dat dit ten gronde zal besproken worden met de politie en dienst mobiliteit van de gemeente.
Gezien er tijdens de raadzitting van heden geen verdere opmerkingen worden gemaakt over de redactie van de notulen van de gemeenteraad van 25 maart 2021, mits de aanpassing overeenkomstig art. 36 §3 1° van het huishoudelijk reglement, zijn de notulen van bedoelde zitting, goedgekeurd.
De voorzitter sluit de vergadering.
Namens 1 Gemeenteraad,
Annick Smeets
Algemeen directeur
Paula Henderickx
Voorzitter Gemeenteraad