Vuurkorven
Artikel 6.
De organisator moet deze veiligheidsmaatregelen rond vuurkorven in acht nemen:
- gebruik enkel vuurkorven die voor dit doel zijn gemaakt. Dit houdt in dat de korven een CE-markering moeten dragen;
- de maximale oppervlakte van een vuurkorf is 0,6 m x 0,6 m.
- een vuurkorf moet op een veilige en stabiele plaats/wijze worden opgesteld zodat dat hij niet kan omvallen;
- plaats een vuurkorf niet te dicht bij de straat en niet pal in de wandelstroom van het publiek;
- steek de vuurkorf enkel aan op minstens 5 meter van een gebouw of tijdelijk bouwwerk (bv. chalet, tent, eetstand,...) of brandbaar voorwerp (bv. parasol, struiken, bomen,...);
- plaats de vuurkorf op een vlakke ondergrond en plaats er een stalen of een stenen opvangbak onder;
- strooi rijnzand onder de vuurkorven;
- voorzie voldoende vrije ruimte rondom de korven;
- het gebruik van een vuurkorf is verboden in ruimtes of tenten waarin ook publiek verblijft;
- hou altijd rekening met gensters en hittestraling;
- gebruik enkel geschikt stookmateriaal zoals cokes, briketten of onbewerkt hout;
- beperk rook- en stankoverlast tot het minimum door alleen schoon, droog en onbewerkt hout te stoken;
- gebruik nooit middelen als benzine, petroleum, spiritus, …
- het verbranden van afvalstoffen, turf, bruinkool en niet rookloze kolenagglomeraten is verboden;
- gebruik geen brandbare vloeistoffen bij het aansteken van de vuurkorf;
- maak gebruik van vaste aanmaakblokjes;
- houd altijd rekening met de mogelijkheid van een steekvlam;
- blaas nooit in het vuur;
- bij windkracht 6 of hoger mag geen vuurkorf of fakkel worden ontstoken;
- de persoon die het vuur bewaakt, moet meerderjarig en nuchter zijn. Hij moet een brandblusapparaat of andere blusmiddelen kunnen hanteren.
- voorzie bij elke vuurkorf zowel een door een bevoegde instantie goedgekeurd brandblusapparaat - met een inhoud van tenminste 5 kilogram of 6 liter blusstof, geschikt voor het blussen van branden van het type A, B en C - als een permanente bewaking;
- doof de vuurkorf volledig wanneer hij niet meer bewaakt wordt;
- verplaats een brandende korf niet;
- houd altijd rekening met wind en neerslag;
- zorg voor stromend water in de nabijheid als blusmiddel en als eerste verzorging bij brandwonden;
- houd altijd een emmer water en/of een emmer zand bij de hand;
- de bewaker van de vuurkorf moet vertrouwd zijn met de bediening van de blusmiddelen;
- plaats geen brandbare versieringen in de buurt van warmtebronnen;
- pas op met licht ontvlambare kledij in de buurt van de korven;
- let op voor CO-vergiftiging;
- houd kinderen uit de buurt;
- doof het vuur met water of zand;
- verzeker je ervan dat het vuur en de asresten echt volledig gedoofd zijn na het evenement of wanneer je het vuur achterlaat;
- gooi asresten nooit onmiddellijk in de vuilnisbak.
Vuurkorven
Artikel 6.
De organisator moet deze veiligheidsmaatregelen rond vuurkorven in acht nemen:
- gebruik enkel vuurkorven die voor dit doel zijn gemaakt. Dit houdt in dat de korven een CE-markering moeten dragen;
- de maximale oppervlakte van een vuurkorf is 0,6 m x 0,6 m.
- een vuurkorf moet op een veilige en stabiele plaats/wijze worden opgesteld zodat dat hij niet kan omvallen;
- plaats een vuurkorf niet te dicht bij de straat en niet pal in de wandelstroom van het publiek;
- steek de vuurkorf enkel aan op minstens 5 meter van een gebouw of tijdelijk bouwwerk (bv. chalet, tent, eetstand,...) of brandbaar voorwerp (bv. parasol, struiken, bomen,...);
- plaats de vuurkorf op een vlakke ondergrond en plaats er een stalen of een stenen opvangbak onder;
- strooi rijnzand onder de vuurkorven;
- voorzie voldoende vrije ruimte rondom de korven;
- het gebruik van een vuurkorf is verboden in ruimtes of tenten waarin ook publiek verblijft;
- hou altijd rekening met gensters en hittestraling;
- gebruik enkel geschikt stookmateriaal zoals cokes, briketten of onbewerkt hout;
- beperk rook- en stankoverlast tot het minimum door alleen schoon, droog en onbewerkt hout te stoken;
- gebruik nooit middelen als benzine, petroleum, spiritus, …
- het verbranden van afvalstoffen, turf, bruinkool en niet rookloze kolenagglomeraten is verboden;
- gebruik geen brandbare vloeistoffen bij het aansteken van de vuurkorf;
- maak gebruik van vaste aanmaakblokjes;
- houd altijd rekening met de mogelijkheid van een steekvlam;
- blaas nooit in het vuur;
- bij windkracht 6 of hoger mag geen vuurkorf of fakkel worden ontstoken;
- de persoon die het vuur bewaakt, moet meerderjarig en nuchter zijn. Hij moet een brandblusapparaat of andere blusmiddelen kunnen hanteren.
- voorzie bij elke vuurkorf zowel een door een bevoegde instantie goedgekeurd brandblusapparaat - met een inhoud van tenminste 5 kilogram of 6 liter blusstof, geschikt voor het blussen van branden van het type A, B en C - als een permanente bewaking;
- doof de vuurkorf volledig wanneer hij niet meer bewaakt wordt;
- verplaats een brandende korf niet;
- houd altijd rekening met wind en neerslag;
- zorg voor stromend water in de nabijheid als blusmiddel en als eerste verzorging bij brandwonden;
- houd altijd een emmer water en/of een emmer zand bij de hand;
- de bewaker van de vuurkorf moet vertrouwd zijn met de bediening van de blusmiddelen;
- plaats geen brandbare versieringen in de buurt van warmtebronnen;
- pas op met licht ontvlambare kledij in de buurt van de korven;
- let op voor CO-vergiftiging;
- houd kinderen uit de buurt;
- doof het vuur met water of zand;
- verzeker je ervan dat het vuur en de asresten echt volledig gedoofd zijn na het evenement of wanneer je het vuur achterlaat;
- gooi asresten nooit onmiddellijk in de vuilnisbak.
Vuurkorven
Artikel 6.
De organisator moet deze veiligheidsmaatregelen rond vuurkorven in acht nemen:
- gebruik enkel vuurkorven die voor dit doel zijn gemaakt. Dit houdt in dat de korven een CE-markering moeten dragen;
- de maximale oppervlakte van een vuurkorf is 0,6 m x 0,6 m.
- een vuurkorf moet op een veilige en stabiele plaats/wijze worden opgesteld zodat dat hij niet kan omvallen;
- plaats een vuurkorf niet te dicht bij de straat en niet pal in de wandelstroom van het publiek;
- steek de vuurkorf enkel aan op minstens 5 meter van een gebouw of tijdelijk bouwwerk (bv. chalet, tent, eetstand,...) of brandbaar voorwerp (bv. parasol, struiken, bomen,...);
- plaats de vuurkorf op een vlakke ondergrond en plaats er een stalen of een stenen opvangbak onder;
- strooi rijnzand onder de vuurkorven;
- voorzie voldoende vrije ruimte rondom de korven;
- het gebruik van een vuurkorf is verboden in ruimtes of tenten waarin ook publiek verblijft;
- hou altijd rekening met gensters en hittestraling;
- gebruik enkel geschikt stookmateriaal zoals cokes, briketten of onbewerkt hout;
- beperk rook- en stankoverlast tot het minimum door alleen schoon, droog en onbewerkt hout te stoken;
- gebruik nooit middelen als benzine, petroleum, spiritus, …
- het verbranden van afvalstoffen, turf, bruinkool en niet rookloze kolenagglomeraten is verboden;
- gebruik geen brandbare vloeistoffen bij het aansteken van de vuurkorf;
- maak gebruik van vaste aanmaakblokjes;
- houd altijd rekening met de mogelijkheid van een steekvlam;
- blaas nooit in het vuur;
- bij windkracht 6 of hoger mag geen vuurkorf of fakkel worden ontstoken;
- de persoon die het vuur bewaakt, moet meerderjarig en nuchter zijn. Hij moet een brandblusapparaat of andere blusmiddelen kunnen hanteren.
- voorzie bij elke vuurkorf zowel een door een bevoegde instantie goedgekeurd brandblusapparaat - met een inhoud van tenminste 5 kilogram of 6 liter blusstof, geschikt voor het blussen van branden van het type A, B en C - als een permanente bewaking;
- doof de vuurkorf volledig wanneer hij niet meer bewaakt wordt;
- verplaats een brandende korf niet;
- houd altijd rekening met wind en neerslag;
- zorg voor stromend water in de nabijheid als blusmiddel en als eerste verzorging bij brandwonden;
- houd altijd een emmer water en/of een emmer zand bij de hand;
- de bewaker van de vuurkorf moet vertrouwd zijn met de bediening van de blusmiddelen;
- plaats geen brandbare versieringen in de buurt van warmtebronnen;
- pas op met licht ontvlambare kledij in de buurt van de korven;
- let op voor CO-vergiftiging;
- houd kinderen uit de buurt;
- doof het vuur met water of zand;
- verzeker je ervan dat het vuur en de asresten echt volledig gedoofd zijn na het evenement of wanneer je het vuur achterlaat;
- gooi asresten nooit onmiddellijk in de vuilnisbak.
Namens 1 Burgemeester,
Luc Van Hove
Burgemeester
Luc Van Hove
Burgemeester