De gemeenteraad,
Gelet op artikel 40 van het decreet Lokaal Bestuur.
Bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Overwegende dat een aantal debiteuren nalaten de door hen verschuldigde bedragen tijdig te voldoen waardoor de administratieve kosten aanzienlijk verhogen en het aanvaardbaar is dat hiervoor een kost wordt aangerekend.
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 6 februari 2023 waarbij een overeenkomst voor de digitale opvolging van het debiteurenbeheer van de gemeente en OCMW met Justified werd goedgekeurd.
Overwegende dat volgende procedure wordt gevolgd:
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en gelet op de noodzaak om het budgettair evenwicht te behouden.
Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 1.
Met ingang van 1 maart 2023 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven op de administratieve kosten ten gevolge van niet-tijdige betaling van facturen waarvan de invordering wordt uitbesteed na het doorlopen van de volledige procedure debiteurenbeheer.
Artikel 2.
Het bedrag van de retributie wordt als volgt bepaald:
10% met een minimum van 50 euro bij het doorsturen naar een derde partij.
Artikel 3.
De administratieve kosten zijn verschuldigd door degene die in gebreke blijft tijdig een verschuldigde factuur te betalen.
Artikel 4.
Deze kosten worden samen met de openstaande schuld aangerekend. Bij gebreke van betaling in de minne, zullen deze kosten burgerrechtelijk ingevorderd worden.
Artikel 5.
Het reglement treedt in voege op 1 maart 2023. Het wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikels 285, 286, inzonderheid §1, 1° van het decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 6.
Een afschrift van deze beslissing zal aan de financieel directeur en de dienst Secretariaat bezorgd worden.