Terug gemeenteraad

Thu 19/12/2019 - 20:00 Raadzaal

Openbaar

  • Enig artikel.
    De raad neemt akte van het ontslag als gemeenteraadslid van de heer Pieter Helsen, wonende te 2240 Massenhoven, Liersebaan 141.

  • Artikel 1.
    Akte te nemen van de verklaring waarbij de heer Van Nuffelen Werner afstand doet van zijn mandaat als gemeenteraadslid.

    Artikel 2.
    Akte te nemen van de verklaring waarbij mevrouw Van Laer Viviane afstand doet van haar mandaat als gemeenteraadslid.

    Artikel 3.
    De geloofsbrieven van de heer Nagels Paul goed te keuren.

    DAAROP WORDT:

    De heer Nagels Paul, geboren te Beerse op 17 september 1961 en wonende te 2240 Zandhoven, Hogeweg 37, onmiddellijk ter zitting uitgenodigd en verzocht, in deze openbare vergadering en in handen van de voorzitter, de voorgeschreven eed af te leggen, waaraan hij voldoet, als volgt “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”.

    BESLUIT VERDER:

    Artikel 4.
    Akte te nemen van de eedaflegging en vervolgens de heer Nagels Paul tot gemeenteraadslid aan te stellen.

    Hij zal als laatste voorkomen op de ranglijst van de gemeenteraadsleden.

    Artikel 5.
    Deze beslissing zal, via een aangifte bij de mandatenbank, worden meegedeeld aan de Vlaamse regering binnen de twintig dagen.

  • Artikel 1.
    Het meerjarenplan 2020-2025 van de gemeente Zandhoven wordt vastgesteld voor wat zijn deel betreft.
    Artikel 2.
    De bijkomende (verplichte en niet-verplichte) documentatie maakt integraal deel uit van de meerjarenplanning 2020-2025.
    Artikel 3.
    De ramingen voor de exploitatie, de investeringen en de financiering, ingeschreven in het boekjaar 2020, omvatten ook de kredieten van de gemeente Zandhoven voor dat jaar.
    Artikel 4.
    De vastgestelde meerjarenplanning met bijhorende documentatie zal gepubliceerd op de webtoepassing van de gemeente en OCMW Zandhoven en de digitale rapporten (xml en xbrl) zullen via het digitale loket van de Vlaamse Overheid opgestuurd worden.

  • Artikel 1.
    De budgetwijziging 1/2019 van het OCMW van Zandhoven, zoals vastgesteld door de OCMW-raad in zitting van 21 november 2019, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de Vlaamse Overheid, aan het OCMW van Zandhoven en aan de financieel directeur worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Het meerjarenplan 2020-2025 van het OCMW Zandhoven dat heden werd vastgesteld door de OCMW-raad van 19 december 2019, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    De goedkeuring vermeld in artikel 1, impliceert dat de gemeenteraad het geïntegreerde meerjarenplan 2020-2025 in zijn geheel vaststelt.

  • Artikel 1.
    De gemeente Zandhoven zal overgaan tot de aankoop van het restperceel gelegen aan de Vaarstraat kadastraal gekend afdeling 5 sectie A nr. 194r.
    Deze beslissing geldt als een definitieve beslissing.

    Artikel 2.
    De aankoop van dit eigendom geschiedt tegen de forfaitaire prijs van 4.500 euro.

    Artikel 3.
    Deze aankoop zal wettelijk worden geregeld, bij akte te verlijden door de afdeling vastgoedtransacties van de Vlaamse Overheid.

    Artikel 4.
    Het ontwerp van akte, opgesteld door de Vlaamse Overheid, afdeling Vastgoedtransacties, Kievitplein 20 bus 1, 2018 Antwerpen wordt eveneens goedgekeurd.

    Artikel 5.
    De financiering van deze aankoop zal geschieden bij middel van de kredieten die worden voorzien in het budget 2020.

    Artikel 6.
    Deze aankoop geschiedt voor openbaar nut.

    Artikel 7.
    Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur van de gemeente Zandhoven, worden afgevaardigd om bij het verlijden van de akte, namens de gemeente Zandhoven, op te treden en rechtsgeldig te handelen.
    Dat aan de vertegenwoordigers van de gemeente Zandhoven volmacht wordt gegeven om het bevoegde kantoor van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te ontslaan van de verplichting ambtshalve inschrijving te nemen, om gelijk welke reden, bij de overschrijving van de akte.

    Artikel 8.
    Een afschrift van deze beslissing zal de Vlaamse Overheid, afdeling Vastgoedtransacties, Kievitplein 20 bus 1, 2018 Antwerpen en aan de financieel directeur worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Het opmetingsplan opgemaakt door studiebureau Verhaert, met als adres 2280 Grobbendonk, Kasteelstraat 9, waaruit blijkt dat grond aan de gemeente Zandhoven kosteloos zal worden afgestaan en waarop voornoemde inneming in het geel staat ingekleurd en benoemd staat als lot 1, wordt goedgekeurd.
    Het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand, opgesteld door meester Wouter Nouwkens, notaris met standplaats te Malle, wordt eveneens goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Deze grondafstand zal wettelijk worden geregeld, bij akte te verlijden voor meester Wouter Nouwkens, notaris met standplaats te Malle.
    Artikel 3.
    De onkosten verbonden aan het verlijden van de notariële akte, zullen worden gedragen door de afstanddoener.
    Artikel 4.
    De heer Luc Van Hove en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk burgemeester en algemeen directeur worden afgevaardigd om bij het verlijden van de akte, namens de gemeente Zandhoven, op te treden en rechtsgeldig te handelen.
    Artikel 5.
    Afschrift van deze beslissing zal aan meester Wouter Nouwkens, notaris met standplaats te Malle, worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Het plan ‘grondafstand’, voor wat betreft de grondafstand, opgemaakt door Studiebureau Verhaert, met als contactadres Kasteelstraat 9 te 2280 Grobbendonk, waaruit blijkt dat in totaal ca.170 m² grond langsheen de Fatimalaan en Fonteinstraat te 2243 Zandhoven, aan de gemeente Zandhoven kosteloos zal worden afgestaan, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Het tracé van de weg, aan te leggen ter hoogte van hoek Fatimalaan en Fonteinstraat wordt definitief goedgekeurd.
    Artikel 3.
    De “Belofte van kosteloze grondafstand”, opgesteld aan de hand van de in het vorig artikel goedgekeurd plan grondafstand, wordt goedgekeurd en het voorstel van kosteloze grondafstand wordt aanvaard.
    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegd worden.

  • Artikel 1.
    Het plan ‘grondafstand’, voor wat betreft de grondafstand, opgemaakt door studiebureau Verhaert, met als contactadres Kasteelstraat 9 te 2280 Grobbendonk, waaruit blijkt dat ca. 323 m² grond langsheen de Disselbraak te 2240 Zandhoven, aan de gemeente Zandhoven kosteloos zal worden afgestaan, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Het tracé van de weg, aan te leggen ter hoogte van de Disselbraak 19A, 19B, 19C,19D, 19E en 19F wordt definitief goedgekeurd.
    Artikel 3.
    De “Belofte van kosteloze grondafstand”, opgesteld aan de hand van de in het vorig artikel goedgekeurd plan grondafstand, wordt goedgekeurd en het voorstel van kosteloze grondafstand wordt aanvaard.
    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegd worden.

  • Artikel 1.
    Het plan ‘opmetingsplan nieuwe toestand’, voor wat betreft de grondafstand, opgemaakt door Siska Dumoulin, met als contactadres Schaggeleweg 28 te 2390 Malle, waaruit blijkt dat ca. 56 m² grond langsheen de Henri Rulstraat te 2240 Zandhoven, aan de gemeente Zandhoven kosteloos zal worden afgestaan, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Het tracé van de weg, aan te leggen ter hoogte van de Henri Rulstraat 2, 4 en 6 wordt definitief goedgekeurd.
    Artikel 3.
    De “Belofte van kosteloze grondafstand”, opgesteld aan de hand van de in het vorig artikel goedgekeurd plan grondafstand, wordt goedgekeurd en het voorstel van kosteloze grondafstand wordt aanvaard.
    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal bij de aanvraag tot omgevingsvergunning gevoegd worden.

  • Artikel 1.
    Het opmetingsplan, gedagtekend op 13 februari 2019, opgemaakt door mevrouw Siska Dumoulin, landmeter - expert met maatschappelijke zetel te 2390 Westmalle, Schaggeleweg 28, waaruit blijkt dat 1,81 m² grond aan de gemeente Zandhoven kosteloos zal worden afgestaan en waarop voornoemde inneming in het blauw staat ingekleurd en benoemd staat als lot 1, wordt goedgekeurd.
    Het ontwerp van akte van kosteloze grondafstand, opgesteld door meester Coppens, notaris met standplaats te Vosselaar, wordt eveneens goedgekeurd.

    Artikel 2.
    Deze grondafstand zal wettelijk worden geregeld, bij akte te verlijden voor meester Coppens, notaris met standplaats te Vosselaar.

    Artikel 3.
    De onkosten verbonden aan het verlijden van de notariële akte, zullen worden gedragen door de afstanddoener.

    Artikel 4.
    De heer Luc Van Hove en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk burgemeester en algemeen directeur worden afgevaardigd om bij het verlijden van de akte, namens de gemeente Zandhoven, op te treden en rechtsgeldig te handelen.

    Artikel 5.
    Afschrift van deze beslissing zal aan meester Coppens, notaris met standplaats te Vosselaar, worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Zijn goedkeuring te verlenen aan navolgende afsprakennota “Land van Playsantiën” tussen de vzw Land van Playsantiën, de gemeentebesturen van Lille, Malle, Ranst, Zandhoven en Zoersel en de toeristische vzw’s en werkgroepen van de gemeenten.

    AFSPRAKENNOTA “LAND VAN PLAYSANTIËN”

    Er wordt overeengekomen tussen

      • de vzw Land van Playsantiën enerzijds
      • de gemeentebesturen van Lille, Malle, Ranst, Zandhoven en Zoersel anderzijds
      • de toeristische vzw's en werkgroepen van de gemeenten

    een afsprakennota op te maken voor een periode van zes jaar, gelijklopend met de meerjarenplanning 2020-2025 van de gemeenten.

    Doel van de afsprakennota
    Met deze afsprakennota willen de partijen hun wederzijds engagement uitdrukken ten opzichte van elkaar, zowel inhoudelijk als financieel.

    Doel samenwerking en vzw
    De vijf gemeenten willen structureel samenwerken rond toerisme en recreatie, en vertrouwen de concrete uitwerking hiervan toe aan de vzw Land van Playsantiën.

    Missie en visie
    In deze nota bekrachtigen we onze gezamenlijke missie en visie. Deze wordt geconcretiseerd en uitgewerkt door de vzw.

    Onze missie:

    Door krachtenbundeling willen we het gebied gevormd door de vijf gemeenten uitbouwen tot een toeristisch-recreatief gebied dat

      • optimaal inspeelt op de recreatieve behoeften van de eigen bevolking
      • aan de inwoners van de omliggende regio’s volop mogelijkheden biedt voor actieve en/of passieve recreatie
      • dag- en verblijfstoeristen laat onthaasten en actief laat genieten van onze dorpen en groengebieden.

    Met het Land van Playsantiën willen we bovendien bijdragen aan

      • een duurzaam toerisme
      • de bewustwording en ontwikkeling van de waarde van het natuurlijk en cultureel erfgoed in onze gemeenten
      • de creatie van welzijn en werkgelegenheid in onze regio en voor onze inwoners.

    Onze visie

    We werken aan deze missie door:

      • een versterking van het aanbod
      • de vermarkting van dit aanbod
      • een professionele en hedendaagse communicatie over dit aanbod

    Het doel van de samenwerking is om aanvullend en versterkend te werken aan de activiteiten en werking op het lokale niveau.

    Engagementen deelnemende gemeenten
    Elke gemeente engageert zich om voor de volledige periode van 6 jaar (2020 tem 2025) deel uit te maken van de samenwerking, en is dus ook voor de volledige zes jaar lid van de vzw.
    Elke gemeente neemt deel in het bestuur van de vzw, door haar vertegenwoordigers.
    Elke gemeente verbindt zich ertoe medewerkers en/of vrijwilligers af te vaardigen voor de uitvoering van acties, vooropgesteld in het jaaractieplan van de vzw.

    Een partij die uit de samenwerking wil stappen, moet ook uit de vzw stappen. Die partij geeft minstens 6 maanden vooraf per aangetekend schrijven zijn ontslag. Een partij die de samenwerking na 31 december 2025 niet wenst te verlengen geeft eveneens zijn ontslag uit de vzw uiterlijk op 30 juni 2025. Nieuwe partijen die willen toetreden tot de samenwerking, en de vzw Land van Playsantiën, stellen hun kandidatuur schriftelijk bij de voorzitter van de vzw. Deze kandidatuur zal voorwerp uitmaken van goedkeuring door de algemene vergadering van de vzw met 2/3 meerderheid.

    Financiële bijdragen
    Elke gemeente betaalt een jaarlijkse bijdrage aan de vzw op basis van het inwonersaantal:

        gemeenten tot 15.000 inwoners  4.000,00 EUR
      gemeenten van 15.000 tot 20.000 inwoners       5.000,00 EUR
      gemeenten boven 20.000 inwoners  6.000,00 EUR

    Op 1 januari 2020 betekent dit voor de deelnemende gemeenten het volgende:

     

    Gemeente

    Bijdrage

     

    Lille

    5.000,00 EUR

     

    Malle

    5.000,00 EUR

     

    Ranst

    5.000,00 EUR

     

    Zandhoven    

    4.000,00 EUR

     

    Zoersel

    6.000,00 EUR

    Jaarlijks wordt ten laatste in november bekeken of er gemeenten in een andere categorie terechtkomen. Zij betalen dan de desbetreffende bijdrage vanaf het jaar dat volgt.

    De gemeenten voorzien de totaalbedragen in hun budget gedurende de looptijd van deze afsprakennota.
    Indien een lid uit de vzw stapt, behoudt ze haar engagement om de jaarlijkse bijdrage te betalen, op basis van deze afsprakennota.

    De gemeenten engageren zich tot de financiële bijdragen onder voorbehoud van de goedkeuring van het meerjarenplan.

    Engagement vzw
    De vzw houdt zich in haar werking aan de missie en visie, zoals hier beschreven.
    De bestuurders van de vzw maken elk jaar een jaaractieplan op, dat indien gewenst, kan worden voorgelegd aan de gemeentebesturen of andere deelnemende partijen van de vzw.
    De vzw engageert zich om te werken rond het volgende takenpakket:

      • het uitwerken van activiteiten:
        • culinaire fiets- en wandeltochten
        • winterwandelingen, zomerse fietstochten (fietsdrieluik)
      • productontwikkeling:
        • gezamenlijk aanbod wandelingen/fietsroutes
        • gezamenlijk aanbod naar verschillende doelgroepen
        • samenwerking horeca & logiesuitbaters
        • digitale toepassingen
        • dagtrips, arrangementen
        • vermarkting toeristisch en cultureel erfgoed
      • promotie
        • eigen communicatiekanalen: website, facebook, instagram, digitale nieuwsbrief
        • deelname beurzen of publieksmanifestaties
      • gezamenlijke standpuntbepaling en verdediging naar andere instanties

    De opsomming van de taken is niet limitatief.

    Opgemaakt te Malle op 17 december 2019.

     

    Voor de gemeente Lille

    Davy Smeyers

    Algemeen directeur

    Luc De Backer

    Schepen van Toerisme

    Marleen Peeters

    Burgemeester

     

    Voor de gemeente Malle

    Sven Brabants

    Algemeen directeur

     

    Dries Van Dyck Schepen van Toerisme

     

    Harry Hendrickx Burgemeester

     

    Voor de gemeente Ranst

    Wim Van der Schoot

    Algemeen directeur

    Annelies Creten Schepen van Toerisme

    Johan De Ryck Burgemeester

     

    Voor de gemeente Zandhoven

    Annick Smeets

    Algemeen directeur

    Jelle Lauwereys Schepen van Toerisme

    Luc Van Hove Burgemeester

     

    Voor de gemeente Zoersel

    Kristof Janssens     

    Algemeen directeur

    Olivier Rul Schepen van Toerisme

    Liesbeth Verstreken Burgemeester

     

    Voor vzw Land van Playsantiën

    Patrick Debaere

    Ondervoorzitter

    Olivier Rul

    Voorzitter

     

     

    Voor VZW Toerisme Lille

    Jos Leys

    Secretaris

    Luc Van De Weerd Voorzitter

     

     

    Voor Toerismeraad Malle

    Karin Verheyen

    Secretaris

    Staf Verhoeven Voorzitter

     

     

    Voor Raad voor Toerisme Ranst

    Emiel Jespers

    Secretaris

    Jan Quirynen Voorzitter, wnd.

     

     

    Voor Werkgroep Toerisme Zandhoven

    Kristel Lembrechts

    Secretaris    

    Paula Henderickx Voorzitter

     

     

    Voor VZW Toerisme Zoersel

    Marcel De Vos Secretaris

    Patrick Debaere Voorzitter

     

    Artikel 2.

    Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter van de gemeenteraad en algemeen directeur van de gemeente, worden afgevaardigd om bij de ondertekening van de afsprakennota de gemeente Zandhoven te vertegenwoordigen en namens de gemeente Zandhoven te handelen.

    Artikel 3.
    Afschrift van deze beslissing zal aan het “Land van Playsantiën”, de financieel directeur en de werkgroep toerisme worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Kennis te nemen van het auditrapport “thema-audit Sportinfrastructuur” bij gemeente en AGB Zandhoven.

  • Artikel 1.
    Het kerkenbeleidsplan Zandhoven, zoals toegevoegd in bijlage, wordt goedgekeurd.

    Artikel 2.
    Afschrift van deze beslissing zal aan het bisdom en aan de stuurgroep worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Zijn goedkeuring te verlenen aan hierna vermeld huishoudelijk reglement:

    HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTERAAD

    BIJEENROEPING

    Artikel 1.

    § 1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. (art. 18 DLB)

    § 2. De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.

    De voorzitter kan de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op. (art. 19 en 20 DLB)

    § 3. De oproeping wordt verzonden via het digitale notulensysteem (e-notulen). De dossiers die betrekking hebben op de agenda worden ter beschikking gesteld op de wijze voorzien in art. 10, §2 van dit reglement.

    § 4. De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:

    1° een derde van de zitting hebbende leden

    2° een vijfde van de zitting hebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus

    3° het college van burgemeester en schepenen

    4° de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.

    In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art. 2 van dit reglement, kan nakomen.

    De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. (art. 19 en art. 67 DLB)

    Artikel 2.

    § 1. De oproeping (of gezamenlijke oproeping) wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden. (art. 20 DLB)

    In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.

    Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn. (art. 19, 20 en art. 67 DLB)

    § 2. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn.

    Een gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad. (art. 20 DLB)

    Artikel 3.

    § 1. Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid

    gebruik maken. (art. 21 DLB)

    § 2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen (art. 21 DLB)

    OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING

    Artikel 4.

    § 1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar. (art. 28, §1 DLB)

    § 2. De vergadering is niet openbaar als:

    1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering

    2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid (art. 28, §1 DLB)

    De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar. (art. 249 DLB)

    Artikel 5.

    §1. De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.

    Bij een gezamenlijke oproeping opent de voorzitter eerst de openbare zitting van de gemeenteraad, waarbij hij de vergadering van de gemeenteraad schorst nadat de agenda van het openbare deel afgewerkt is. Tijdens deze schorsing van de gemeenteraad opent de voorzitter de OCMW-raad waarna de agenda van de OCMW-raad volledig afgewerkt wordt. Na het sluiten van de vergadering van de OCMW-raad, opent de voorzitter het besloten deel van de gemeenteraad.

    Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.

    Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken. (art. 28, §2 DLB)

    §2. In afwijking van §1 kan bij een gezamenlijke oproeping van de gemeenteraad en de OCMW-raad de voorzitter de vergadering openen waarbij geen besloten zitting is voorzien in de agenda. Indien dit de OCMW-raad betreft, zal in de gezamenlijke oproeping duidelijk voorzien worden dat de vergadering van de OCMW-raad eerst geopend en gesloten worden, vooraleer de gemeenteraad aanvangt.

    Artikel 6.

    De gemeenteraadsleden en alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. (art. 29, §4 DLB)

    INFORMATIE VOOR GEMEENTERAADSLEDEN EN PUBLIEK

    Artikel 7.

    Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.

    Indien gemeenteraadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt.

    In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt. (art. 22 DLB)

    Artikel 8.

    De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet lokaal bestuur.

    Artikel 9.

    § 1. Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping via een beveiligde toegang ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden, tenzij de omvang van het stuk dit niet toelaat.

    § 2. Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd.

    Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de gemeenteraadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.

    Deze stukken worden op dezelfde wijze bezorgd aan de gemeenteraadsleden zoals de oproeping in art. 1, §3 van dit reglement. (art. 249 DLB)

    § 3. Aan de gemeenteraadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.

    Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.

    De gemeenteraadsleden richten hun verzoek mondeling of per e-mail aan de algemeen directeur.

    Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het gemeenteraadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen. (art. 20 DLB)

    Artikel 10.

    § 1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen. (art. 29, §1 DLB)

    § 2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, ter beschikking gesteld aan de gemeenteraadsleden via een beveiligde toegang. (art. 50 DLB)

    § 3. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden. (art. 29, §1 DLB)

    § 4. De gemeenteraadsleden hebben via een beveiligde toegang steeds permanente toegang tot de goedgekeurde verslagen van de diverse bestuursorganen voor zover ze digitaal ter beschikking gesteld kunnen worden.

    § 5. Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de gemeenteraadsleden ter plaatse geraadpleegd worden tijdens de openingsuren van het gemeentehuis.

    § 6. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift, mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs. De gemeenteraadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift via een email aan de algemeen directeur. (art. 29, §1 DLB)

    § 7. De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.

    Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de gemeenteraadsleden zich niet mengen in de werking.

    De gemeenteraadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.(art. 29, §2, §3 en §5 DLB)

    Artikel 11.

    De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.

    Op schriftelijke vragen van gemeenteraadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.(art. 31 DLB)

    Na de afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over de aangelegenheden van de gemeente, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.

    QUORUM

    Artikel 12.

    Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.

    Artikel 13.

    § 1. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zitting hebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.

    Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. (art. 26 DLB)

    § 2. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.

    In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet lokaal bestuur overgenomen. (art. 26 DLB)

    WIJZE VAN VERGADEREN

    Artikel 14.

    § 1. De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen. (art. 24 DLB)

    § 2. Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of

    beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.

    Artikel 15.

    § 1. De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de gemeenteraad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de gemeenteraad aanbelangen.

    De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.

    § 2. Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.

    Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige gemeenteraadsleden. De namen van die gemeenteraadsleden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. (art. 23 DLB)

    Artikel 16.

    § 1. Nadat het agendapunt werd toegelicht door de voorzitter, een lid van het college of het raadslid, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.

    De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen.

    § 2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.

    De voorzitter kan aan de algemeen directeur vragen om toelichtingen te geven.

    Artikel 17.

    Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.

    In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst:

    1° om te vragen dat men niet zal besluiten

    2° om de verdaging te vragen

    3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie

    4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden

    5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;

    6° om naar het reglement te verwijzen.

    Artikel 18.

    De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.

    Artikel 19.

    Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.

    Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter

    ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.

    Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.

    Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.

    Artikel 20.

    § 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de gemeenteraadsvergadering.

    Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.

    Elk gemeenteraadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. (art. 25 DLB)

    § 2. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.

    De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene. (art. 25, volgens art. 74 DLB)

    Artikel 21.

    Geen enkel gemeenteraadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.

    Artikel 22.

    Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.

    Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.

    Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.

    Artikel 23.

    Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien de voorzitter oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.

    WIJZE VAN STEMMEN

    Artikel 24.

    § 1. Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.

    § 2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. (art. 33 DLB)

    Artikel 25.

    § 1. De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.

    Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad. (art. 249, §3 DLB)

    § 2. De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport (mn. Het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening).

    In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.

    Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering. (art. 249, §4 DLB)

    Artikel 26.

    § 1. De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4. (art. 34 DLB)

    § 2. Er zijn drie mogelijke werkwijzen van stemmen:

    1° de stemming bij handopsteking

    2° de mondelinge stemming

    3° de geheime stemming via stembriefjes

    § 3. De gemeenteraadsleden stemmen met handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt.

    § 4. Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:

    1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;

    2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;

    3° individuele personeelszaken. (art. 34 DLB)

    Artikel 27.

    § 1. De stemming bij handopsteking geschiedt las volgt; nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in art. 24 §1 van dit reglement, vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ‘ja’ stemmen, welke ‘neen’ stemmen en welke zicht onthouden.

    Elk gemeenteraadslid kan slechts éénmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.

    Artikel 28.

    §1. De mondelinge stemming geschiedt door ieder raadslid ‘ja’, ‘neen’ of ‘onthouding’ te laten uitspreken; zij doen dat (met uitzondering van de voorzitter) volgens hun plaats aan de raadstafel.

    § 2. De voorzitter stemt als laatste, behalve bij geheime stemming.

    Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 31 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen. (art. 33 en 34 DLB)

    Artikel 29.

    §1.Voor een geheime stemming worden vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.

    De gemeenteraadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. Blanco – stembriefjes worden aanzien als onthoudingen en tellen mee voor de berekening van het quorum.

    § 2. Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de jongste twee gemeenteraadsleden. Ieder gemeenteraadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.

    Artikel 30.

    Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal gemeenteraadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk gemeenteraadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.

    Artikel 31.

    Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.

    Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. (art. 35 DLB)

    NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAG

    Artikel 32.

    § 1. De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.

    Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit, vermelden de notulen voor elk gemeenteraadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. (art. 278, §1 DLB)

    § 2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondelinge en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. Elk raadslid bezorgd bij een uitgebreide tussenkomst na de raadszitting zijn/haar voorbereiding elektronisch aan de algemeen directeur.

    § 3. Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld. (art. 278, §1 DLB)

    Artikel 33.

    § 1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet lokaal bestuur. (art. 32 DLB)

    § 2. De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking via een beveiligde toegang. (art.32 DLB)

    § 3. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in de zin aangepast.

    Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden de notulen door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering. (art. 32 DLB)

    § 4. Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door algemeen directeur en de meerderheid van de aanwezige gemeenteraadsleden ondertekend. (art. 32 DLB)

    Artikel 34.

    § 1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.

    § 2. De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet lokaal bestuur. (art. 279, § 6 DLB)

    FRACTIES

    Artikel 35.

    § 1. Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet lokaal bestuur. (art. 36 DLB)

    RAADSCOMMISSIES

    Artikel 36.

    § 1. De gemeenteraad kan commissies oprichten die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen. (art. 37, § 1 DLB)

    De bevoegdheden van een commissie wordt door de gemeenteraad bepaald bij de oprichting van deze commissie.

    § 2. De mandaten in iedere commissie worden evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. De gemeenteraad bepaalt per gemeenteraadscommissie het aantal leden. Deze berekeningswijze geldt voor alle commissies die de gemeenteraad opricht.

    De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties.

    Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad.

    Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht. (art. 37 § 3 DLB)

    § 3. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. (art. 37 § 3 DLB)

    § 4. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaatcommissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie. (art. 37 § 3 DLB)

    § 5. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een gemeenteraadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt. (art. 37 § 3 DLB)

    § 6. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan. (art. 37 § 4 DLB)

    § 7. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle gemeenteraadsleden gestuurd. Deze informatie wordt eveneens

    bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.

    De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

    De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).

    De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.

    De gemeenteraadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.

    De algemeen directeur of de persoon die door hem is aangewezen maakt een aanwezigheidslijst op.

    Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.

    § 8. De bijzondere gemeenteraadscommissie (evaluatie ombudsman of -vrouw) en de tuchtcommissie worden voorgezeten door de voorzitter van de gemeenteraad.

    (Indien van toepassing: art. 194 en 201 DLB)

    De bijzondere gemeenteraadscommissie en de tuchtcommissie vergaderen besloten.

    VERGOEDINGEN GEMEENTERAADSLEDEN

    Artikel 37.

    § 1. Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt

    presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:

    1° de vergaderingen van de gemeenteraad

    2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor gemeenteraadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) (art. 17 §1 DLB en art. 15, lid 1 van het Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris.)

    § 2. Het presentiegeld bedraagt 200 euro voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Voor de gemeenteraadscommissies bedraagt het presentiegeld 100 euro, tenzij de gemeenteraadsbeslissing waarbij een raadscommissie wordt opgericht, dit anders bepaalt.

    De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.

    Artikel 38.

    §1.Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse gemeenteraadsfracties alle nodige informatie inkijken.

    § 2. De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden.

    VERZOEKSCHRIFTEN

    (art. 38, 9° en art. 304, §2 DLB)

    Artikel 39.

    § 1. Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. (art. 304, §2 DLB)

    Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.

    De organen van de gemeente zijn de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van de gemeenteraad, de burgemeester, de algemeen directeur en elk ander orgaan van de gemeente dat als overheid optreedt.

    § 2. De verzoekschriften worden aan het orgaan van de gemeente gericht tot wiens bevoegdheid de inhoud van het verzoek behoort. Komt een verzoekschrift niet bij het juiste orgaan aan, dan bezorgt dit orgaan het verzoek aan de juiste bestemmeling.

    § 3. Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.

    Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.

    § 4. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:

    1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;

    2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;

    3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;

    4° het taalgebruik ervan beledigend is.

    Het orgaan of de voorzitter van het orgaan maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.

    Artikel 40.

    § 1. Is het een verzoekschrift voor de gemeenteraad, dan plaatst de voorzitter van de gemeenteraad het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.

    § 2. De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.

    § 3. De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door het betrokken orgaan van de gemeente.

    § 4. Het betrokken orgaan van de gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.

    Artikel 2.

    Dit huishoudelijk reglement treedt in onmiddellijk in werking nadat het werd goedgekeurd.

    Artikel 3.

    Dit huishoudelijk reglement vervangt het huishoudelijk reglement zoals goedgekeurd in zitting van 23 mei 2013.

  • Artikel 1.
    De gemeente keurt het principe goed om beroep te kunnen doen op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor de aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware aangeboden via de raamovereenkomst “Aankoop van licenties, gebruiksrechten, onderhouds- en ondersteuningsprogramma’s m.b.t. standaardsoftware” (Bestek nr. CSMRTSOFT19).

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de beslissing.

    Artikel 3.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat en Cipal DV bezorgd worden.

  • Artikel 1.
    De gemeente keurt het principe goed om beroep te kunnen doen op de opdrachtencentrale van Cipal dv voor de aankoop van ICT- infrastructuur aangeboden via de raamovereenkomst “Aankoop van ICT Infrastructuur” (Bestek nr. CSMRTINFRA19).

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van de beslissing.

    Artikel 3.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat en Cipal DV bezorgd worden.

  • Artikel 1.
    De raad neemt akte van het ‘Evaluatieverslag 2014-2019’.

    Artikel 2.
    Afschrift van deze beslissing zal aan het AGB Zandhoven worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Het voorstel van tariefregeling voor het gebruik van de evenementenhal ‘De Populier’, zoals geformuleerd door de Raad van bestuur van het AGB Zandhoven in zitting van 16 december 2019, wordt aanvaard en de onderstaande tariefregeling voor het gebruik van de evenementenhal ‘De Populier’ wordt goedgekeurd.

    TARIEFREGELING VOOR HET GEBRUIK VAN DE EVENEMENTENHAL ‘DE POPULIER’.

    Artikel 1.

    Het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven zal voor een evenement van cultuur of vermaak, dat plaats vindt in één of meerdere zalen van de evenementenhal “De Populier” en dat het in eigen naam en voor eigen rekening ten bezwarende titel organiseert, een inkomgeld van 5 euro (BTW incl.) innen van de bezoekers aan dit evenement. Er wordt geen gedifferentieerd tarief voorzien.

    Artikel 2.
    Voor de door het AGB Zandhoven overeenkomstig het gebruiksreglement ter beschikkinggestelde zalen van de evenementenhal ‘De Populier’, gelden volgende tarieven:

    1. Ter beschikkingstelling van de grote zaal (inclusief keuken, toog en vestiaire):

     

    Gebruikers

    Ingeschreven in Zandhoven

    Niet-ingeschreven in Zandhoven

     

    Private personen

    500 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

     

    1000 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

     

    Begrafenisdiensten van private personen

    250 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

    -

     

     

    Gebruikers

    Met maatschappelijke zetel in Zandhoven

    Met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven

     

    Gemeente Zandhoven, de aan de gemeente Zandhoven ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden en de diensten van de gemeente Zandhoven en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen en de onderwijsinstellingen in Zandhoven

    250 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

    -

     

    Verenigingen of groepen

    250 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

    1000 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

     

    Bedrijven

    750 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

    1000 euro per dag vermeerderd met 100 euro schoonmaakkosten (BTW incl.)

    2. Ter beschikkingstelling van de zalen Anemoon, Lotus, Anjer, Amaryllis of Margriet:

     

    Gebruikers

    Ingeschreven in Zandhoven

    Niet-ingeschreven in Zandhoven

    Commerciële doeleinden

     

    Private personen

    25 euro (BTW incl.)

    50 euro (BTW incl.)

    100 euro (BTW incl.)

     

     

    Gebruikers

    Met maatschappelijke zetel in Zandhoven

    Met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven

    Commerciële doeleinden

     

    Gemeente Zandhoven, de aan de gemeente Zandhoven ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden en de diensten van de gemeente Zandhoven en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen en de onderwijsinstellingen in Zandhoven

    10 euro (BTW incl.)

    -

    -

     

    Verenigingen of groepen

    10 euro (BTW incl.)

    25 euro (BTW incl.)

    100 euro (BTW incl.)

     

    Bedrijven

    50 euro (BTW incl.)

    75 euro (BTW incl.)

    100 euro (BTW incl.)

     
    3. Gebruik geluidsgeïsoleerde repetitieruimte: 2,5 euro per uur (BTW incl.).

    4. Gebruik bergruimte (opslagkast voor muziekinstrumenten): 10 euro per kast per maand (BTW incl.).
    5. Gebruik van het podium: 25 euro per dag voor private personen niet-ingeschreven in de gemeente Zandhoven en voor verenigingen of groepen en bedrijven met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven (BTW incl.).
    6. Gebruik van de mobiele voortoog: 15 euro per dag voor private personen niet-ingeschreven in de gemeente Zandhoven en voor verenigingen en groepen en bedrijven met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven (BTW incl.).
    7. Gebruik van de geluidsinstallatie en/of andere digitale instrumenten: 10 euro per dag voor private personen niet-ingeschreven in de gemeente Zandhoven en voor verenigingen of groepen en bedrijven met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven (BTW incl.).
    Artikel 3.
    Bij niet naleving van de voorschriften, zoals opgenomen in het gebruiksreglement van de evenementenhal “De Populier”, met betrekking tot het kuisvrij achterlaten van de zaal en/of lokalen, alsmede het gebruik van de keuken en de tapinrichting, zullen de om die reden door de gemeente uitgevoerde prestaties aangerekend worden aan 25 euro per uur (BTW incl.) per werknemer.

    Artikel 4.
    De verkoopprijs van de standaard dranken aan de gebruikers wordt als volgt vastgesteld:

     

    Grote flessen

    incl. btw

     

    Plat Water

    € 0,71

     

    Bruiswater

    € 0,71

     

    Ordal limonade wit

    € 1,31

     

    Ordal limonade geel

    € 1,31

     

    Fruitsap

    € 1,48

     

    Cola

    € 2,32

     

    cola Light/zero

    € 2,32

     

    Cecemel

    € 3,25

     

    Ice tea

    € 2,78

         
     

    Kleine flessen

     
     

    Plat Water

    € 0,19

     

    Bruiswater

    € 0,19

     

    Cola

    € 0,71

     

    cola Light/zero

    € 0,71

     

    Ice tea

    € 0,96

     

    Looza

    € 0,86

     

    Tonic

    € 1,11

     

    Fanta

    € 0,81

     

    Fristi

    € 0,91

     

    Gini

    € 1,11

     

    Maes

    € 0,96

     

    jupiler NA

    € 1,06

     

    Kriek mort subite

    € 1,36

     

    Brugs tarwebier

    € 0,96

     

    Palm

    € 0,86

     

    Duvel

    € 1,56

     

    Trappist Westmalle

    € 1,31

     

    Tripel Westmalle

    € 1,61

     

    Kempisch vuur blond

    € 1,66

     

    Kempisch vuur donker

    € 1,66

     

    Grimbergen blond

    € 1,61

     

    Grimbergen donker

    € 1,61

     

    De Koninck

    € 1,01

         
     

    Vaten bier

     
     

    Maes 30 liter

    € 98,01

     

    Maes 50 liter

    € 160,93

     

    Trappist Westmalle 30 liter

    € 118,58

     

    Palm 20 liter

    € 75,02

     

    Kriek 20 liter

    € 102,85

     

    Kemp. Vuur 20 liter

    € 100,43

         
     

    Koffie en thee

     
     

    Koffiebuidel groot koffietoestel

    € 2,42

     

    Koffiepak percolator

    € 6,05

     

    Theebuiltje

    € 0,12

         
     

    Wijn en cava

     
     

    Witte wijn

    € 5,35

     

    Rode wijn

    € 5,35

     

    Rosé wijn

    € 5,35

     

    Cava

    € 9,12

    De in hoger tabel vastgestelde verkoopprijzen van dranken volgen de evolutie van de prijzen vermeld op de referentielijst van de Confederatie van Bierhandelaars.
    Het Directiecomité wordt gemachtigd telkenmale een wijziging in de vermelde referentielijst zich voordoet, de prijslijst voor de dranken aan te passen.

    Artikel 5.
    Indien het aanbod van andere dranken gewenst is en die:
    a) niet staan vermeld op hoger vermelde standaard drankenlijst, maar die wel zijn opgenomen op de drankenlijst van de verplichte afname bij de Brouwerijen Alken-Maes door de door het Directiecomité aangewezen bierhandelaar ingevolge de overeenkomst afgesloten tussen het gemeentebestuur en de brouwerijen Alken Maes, en die door de gebruiker verplicht via en door het AGB Zandhoven bij de aangewezen bierhandelaar dienen besteld te worden;
    a) niet staan vermeld op de in artikel 5 opgenomen standaard drankenlijst, maar die wel van dezelfde soort zijn en die niet voorkomen op de drankenlijst van de verplichte afname van dranken bij de brouwerijen Alken-Maes, en die door de gebruiker via en door het AGB bij de aangewezen bierhandelaar dienen besteld te worden;
    b) niet staan opgenomen op de standaard drankenlijst of van een andere soort zijn en ook niet voorkomen op bedoelde verplichte afnamelijst en waarvan de gebruiker wenst dat ze via en door het AGB Zandhoven bij de aangewezen bierhandelaar worden besteld,

    zal de verkoopprijs van die dranken aan de gebruiker als volgt worden vastgelegd:

    verkoopprijs (excl. BTW) = de door de aangewezen bierhandelaar aan het AGB Zandhoven aangerekende prijs (excl. BTW) vermeerderd met 30%.

    Indien de gebruiker wenst dat versnaperingen (zoals chips, koekjes, melkdoosjes, klontjes suiker, bierworstjes, e.d.m.) via en door het AGB Zandhoven worden besteld bij de aangewezen bierhandelaar, dan zal de verkoopprijs van die versnaperingen aan de gebruiker op dezelfde wijze worden vastgelegd als hierboven.

    Artikel 6.
    De verkoopprijzen van de dranken en versnaperingen tijdens een evenement, dat plaats vindt in één of meerdere zalen van de evenementenhal “De Populier” en dat het AGB Zandhoven in eigen naam en voor eigen rekening ten bezwarende titel organiseert, zullen door het Directiecomité van het AGB Zandhoven - afhankelijk van de aard van het evenement - bepaald worden.

    Artikel 7.
    Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020 en geldt tot 31 december 2025.

    Artikel 2.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de toeziende overheid, aan het AGB Zandhoven en aan de financieel directeur worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in onderstaand artikel 2, goed.

    Artikel 2.

    PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EVENEMENTENHAL “DE POPULIER”

    Tussen

    - De gemeente Zandhoven, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, gevestigd te Zandhoven, Liersebaan 12, waarvoor handelen de heer Luc Van Hove, burgemeester en Annick Smeets, algemeen directeur, enerzijds;

    en

    - het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, gevestigd in de Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven, waarvoor handelt de heer Rudy Willems, voorzitter Raad van Bestuur en de heer Hans Soetemans, lid van de Raad van Bestuur, anderzijds;

    wordt overeengekomen dat de gemeente Zandhoven prijssubsidies zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven voor het verlenen van recht van toegang aan bezoekers van evenementen van cultuur en vermaak van eigen programmatie in de evenementenhal ‘De Populier’.

    Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidies vast en geldt voor de periode lopende vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

    VOORWAARDEN:

      • De gemeente Zandhoven zal optreden als betaler van de inkomgelden die de bezoekers aan al de evenementen van cultuur en vermaak die het AGB Zandhoven in eigen naam en voor eigen rekening (eigen programmatie) organiseert. Het Autonoom Gemeentebedrijf zal hiervoor de nodige facturen uitschrijven.
      • Het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 (zie budget 2018). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven vastgesteld dat de inkomsten uit ticketverkoop van evenementen van cultuur en vermaak (eigen programmatie) ongeveer 100.000,00 euro (BTW excl.) voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
        Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven de voorziene toegangsprijzen (inclusief BTW) voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 voor recht van toegang tot de evenementen van cultuur en vermaak (eigen programmatie) te behouden op 5,00 euro (incl. BTW).
      • De gemeente erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, op basis van deze ramingen de voorziene toegangsprijzen (inclusief BTW) voor recht van toegang tot evenementen van cultuur en vermaak (eigen programmatie) moet vermenigvuldigen met een factor 4 om economisch rendabel te zijn.
      • Rekening houdend met de sociale en culturele functie van de evenementenhal “De Populier” wenst de gemeente Zandhoven dat er tijdens de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van de bezoekers van evenementen van cultuur en vermaak (eigen programmatie). De gemeente Zandhoven wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de evenementen van cultuur en vermaak (eigen programmatie) toegankelijk zouden zijn voor iedereen. De gemeente Zandhoven verbindt er zich toe om voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Zandhoven bedraagt de prijs (BTW inclusief) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 4.
      • Deze gesubsidieerde inkomgelden (incl. 6% BTW) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Zandhoven deze steeds documenteren (bv. aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
      • Het autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven zal op de 10de werkdag van elke maand de gemeente Zandhoven een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers waaraan recht op toegang is verleend tijdens de voorbije maand tot eigen evenementen van cultuur en vermaak. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven uitreikt aan de gemeente Zandhoven. De gemeente Zandhoven dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven binnen de 10 werkdagen na ontvangst.

    Zandhoven, …………

     

    Voor het AGB Zandhoven

     

    Voor de gemeente Zandhoven

    Willems Rudy

    Soetemans Hans

     

    Smeets Annick      

    Henderickx Paula

    Voorzitter Raad
    van Bestuur

    Lid Raad van
    Bestuur

     

    Algemeen
    directeur 

    Voorzitter
    Gemeenteraad

    Artikel 3.
    Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter
    gemeenteraad en algemeen directeur van de gemeente Zandhoven, worden afgevaardigd om bij de ondertekening van bedoeld prijssubsidiereglement de gemeente Zandhoven te vertegenwoordigen en namens de gemeente rechtsgeldig te handelen.

    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de financieel directeur en aan het AGB Zandhoven worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Het voorstel van tariefregeling voor het gebruik van het sportcomplex ‘Het Veld’, zoals geformuleerd door de Raad van bestuur van het AGB Zandhoven in zitting van 16 december 2019, wordt aanvaard en de onderstaande tariefregeling voor het gebruik van het sportcomplex ‘Het Veld’ wordt goedgekeurd.

    TARIEFREGELING VOOR HET GEBRUIK VAN HET SPORTCOMPLEX ‘HET VELD’

     Artikel 1.

    Voor de door het AGB Zandhoven overeenkomstig het gebruiksreglement ter beschikking gestelde zalen of terreinen van het sportcomplex " Het Veld " , gelden volgende tarieven:

     

    Accommodatie

    De gemeente Zandhoven en de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden, de diensten van de gemeente en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de onderwijsinstellingen en verenigingen gevestigd in Zandhoven:

    Verenigingen niet gevestigd in Zandhoven:

     

     

     

     

    Individuele gebruikers:

     

     

     

     

     

     

     

    Firma’s & zelfstandigen:

     

     

     

     

     

     

     

    Sporthal:

    -       Ganse hal:

    -       1/3 hal:

     

    € 9/uur

    € 3/uur

     

    € 27/uur

    € 9/uur

     

    € 27/uur

    € 9/uur

     

    € 90/uur

    € 30/uur

     

    Organisatie van een evenement in de sporthal

    € 250/dag

    € 500/dag

    € 250/dag

    € 750/dag

     

    Zaal voor gevechtssporten of danszaal

    € 3/uur

    € 9/uur

    € 9/uur

    € 30/uur

     

    Organisatie van een evenement in de zaal voor gevechtssporten of danszaal

    € 150/dag

    € 300/dag

    € 150/dag

    € 450/dag

     

    Gebruik vergaderlokaal

    € 10/vergadering of activiteit

    € 25/

    vergadering of activiteit

    € 25/

    vergadering of activiteit

    € 50/

    vergadering of activiteit

     

    Gebruik van kleedkamers of douches door sporters die geen gebruik maken van de accommodaties van het sportcomplex

    € 5/uur per kleedkamer

    € 15/uur per kleedkamer

    € 1,5 per persoon per gebruik

     

     

    Squashbox:

    -       Daluren (a):

    -       Piekuren (b):

     

     

     

    € 4/uur

    € 8/uur

     

    € 10/uur

    € 10/uur

     

    (a) Daluren = tijdens de werkdagen vóór 18.00 uur en op zaterdag en zondag.

    (b) Piekuren = tijdens de werkdagen na 18.00 uur.

     

    Outdoor tennisterreinen (gravel)

    € 50 per jaar per persoon (enkel voor inwoners Zandhoven)

    € 3 per uur (voor inwoners Zandhoven

    € 4 per uur (voor niet-inwoners Zandhoven)

     

    Padelterreinen

    € 3 per uur (voor inwoners Zandhoven

    € 4 per uur (voor niet-inwoners Zandhoven)

     

    Aankoop squashbal

    Aankoop padelballen

    € 3 per bal

    € 6,5 per 3 ballen

     

    Huur squash- of padelracket

    Huur padelbal

    € 1 per beurt

    € 1 per bal (max. 3)

    Alle hierboven aangegeven gebruiksvergoedingen & tarieven zijn inclusief BTW.

    Artikel 2.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van sportcomplex "Het Veld".
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag tot het gebruik van een accommodatie. Een ontvangstbewijs zal afgeleverd worden. Bij gebrek aan betaling op het ogenblik van gebruik van het sportcomplex zal de retributie betaald worden binnen de dertig dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 3.
    De v.z.w. “Judo/Jujitsuclub Juzando”, met maatschappelijke zetel te 2240 Zandhoven, Hovenstraat nr. 4, is geen retributie verschuldigd in navolging van het contract van 22 december 2011 voor het gebruik van de zaal voor gevechtssporten.

    Artikel 4.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van het sportcomplex ‘Het Veld’.

    Artikel 2.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de toeziende overheid, aan het AGB Zandhoven en aan de financieel directeur worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in onderstaand artikel 2, goed.

    Artikel 2.

    PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT SPORTCOMPLEX “HET VELD”

     Tussen

    - de gemeente Zandhoven, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, gevestigd te Zandhoven, Liersebaan 12, waarvoor handelen de heer Luc Van Hove, burgemeester en Annick Smeets, algemeen directeur, enerzijds;

    en

    - het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, gevestigd in de Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven, waarvoor handelt de heer Willems, voorzitter Raad van Bestuur en de heer Hans Soetemans, lid van de Raad van Bestuur anderzijds,

    wordt overeengekomen dat de gemeente Zandhoven prijssubsidies zal toekennen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven voor:
    a) het verlenen van recht van gebruik van lokalen en sportterreinen aan gebruikers van het sportcomplex ‘Het Veld’.
    b) het verlenen van recht van gebruik van de v.z.w. “Judo/Jujitsuclub Juzando” van de zaal voor gevechtssporten in het sportcomplex ‘Het Veld’.

    Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidies vast en geldt voor de periode lopende vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.

    VOORWAARDEN:

      • De gemeente Zandhoven zal optreden als betaler van een prijssupplement op de tarieven die de gemeente Zandhoven en de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden, de diensten van de gemeente en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de onderwijsinstellingen en verenigingen gevestigd in Zandhoven, dienen te betalen voor het gebruik van de sporthal, de zaal voor gevechtssporten en de danszaal.
        Het Autonoom Gemeentebedrijf zal hiervoor de nodige facturen uitschrijven.
      • Het tarief dat de v.z.w. “Judo/Jujitsuclub Juzando”, met maatschappelijke zetel te 2240 Zandhoven, Hovenstraat nr. 4, moet betalen voor het gebruik van de zaal voor gevechtssporten in het sportcomplex ‘Het Veld’, zal volledig worden gesubsidieerd door de gemeente Zandhoven.

    De tabel hieronder bepaalt het gebruikstarief evenals de prijssubsidie:

     

    Gebruikstarief   (BTW incl.)

    Prijs vereniging (BTW incl.)

    Prijssubsidie   (BTW incl.)

    v.z.w. “Judo/Ju-jitsuclub Juzando"

    3,00 euro per uur

    0,00 euro per uur

    24,00 euro per uur

    Het autonoom gemeentebedrijf zal hiervoor de nodige facturen en/of debetnota’s uitschrijven.

    • Het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 (zie budget 2018). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven vastgesteld dat de inkomsten uit het gebruik van de lokalen en sportterreinen van het sportcomplex ‘Het Veld’ minstens 143.000.00 euro (BTW excl.) voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 moeten bedragen om economisch rendabel te zijn

    • Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven vanaf 1 januari 2020, de voorziene tarieven (inclusief BTW) voor de periode tot en met 31 december 2025, voor het recht van gebruik van de sporthal, de zaal voor gevechtssporten en de danszaal voor de gemeente Zandhoven en de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden, de diensten van de gemeente en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de onderwijsinstellingen en verenigingen gevestigd in Zandhoven, te verhogen met een gemeentelijk prijssupplement als volgt:

     

    Accommodatie

    Tarieven die gelden voor de gemeente Zandhoven en de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden, de diensten van de gemeente en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de onderwijsinstellingen en verenigingen gevestigd in Zandhoven

    (in euro per uur)

    Prijssubsidie gemeente

    (in euro per uur)

     

    Sporthal:

    -          Ganse hal:

    -          1/3 hal:

     

    9,00

    3,00

     

    72,00

    24,00

     

    Zaal voor gevecht-sporten:

    3,00

     24,00

     

    Danszaal:

    3,00

    24,00

    • De gemeente erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, op basis van deze ramingen, de voorziene tarieven (inclusief BTW) voor recht van gebruik van lokalen en terreinen voor de gemeente Zandhoven en de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de gemeentelijke adviesraden, de diensten van de gemeente en van de aan de gemeente ondergeschikte besturen, de onderwijsinstellingen en verenigingen gevestigd in Zandhoven, moet verhogen met een prijssupplement zoals opgenomen in hoger staande tabel, om economisch rendabel te zijn.

    • Rekening houdend met de sportieve functie van het sportcomplex ‘Het Veld’, wenst de gemeente Zandhoven dat er vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van de gebruikers van het sportcomplex ‘Het Veld’. De gemeente Zandhoven wenst immers de tarieven te beperken opdat de lokalen en de terreinen van het sportcomplex ‘Het Veld’ toegankelijk zouden zijn voor iedereen. De gemeente Zandhoven verbindt er zich toe om vanaf 1 januari 2020 en voor de periode lopende tot en met 31 december 2025 deze beperkte tarieven te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies. De waarde van de prijssubsidie toegekend door de gemeente Zandhoven bedraagt zoals opgenomen in hoger staande tabel.
    • Deze gesubsidieerde tariefverhogingen (incl. BTW) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de gemeente Zandhoven deze steeds documenteren (bv. aan de hand van een gemeenteraadsbeslissing).
    • Het autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven zal op de 10de werkdag van elke maand de gemeente Zandhoven een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan een recht van gebruik is verleend tijdens de voorbije maand. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven uitreikt aan de gemeente Zandhoven. De gemeente Zandhoven dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven binnen de 10 werkdagen na ontvangst.

    Zandhoven, …………

    Voor het AGB Zandhoven

     

    Voor de gemeente Zandhoven

    Willems Rudy

    Soetemans Hans

     

    Smeets Annick      

    Henderickx Paula

    Voorzitter Raad
    van Bestuur

    Lid Raad van
    Bestuur

     

    Algemeen
    directeur 

    Voorzitter
    Gemeenteraad

    Artikel 3.
    Mevrouw Paula Henderickx en mevrouw Annick Smeets, respectievelijk voorzitter gemeenteraad en algemeen directeur van de gemeente Zandhoven, worden afgevaardigd om bij de ondertekening van bedoeld prijssubsidiereglement de gemeente Zandhoven te vertegenwoordigen en namens de gemeente rechtsgeldig te handelen.

    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de financieel directeur en aan het AGB Zandhoven worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Zandhoven dat op 16 december 2019 werd vastgesteld door de Raad van Bestuur van het AGB, wordt goedgekeurd.

  • Artikel 1.
    De budgetwijziging 1/2019 van het Autonoom Gemeentebedrijf Zandhoven, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur in zitting van 16 december 2019, wordt goedgekeurd.
    Artikel 2.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de Vlaamse Overheid, aan het AGB Zandhoven en aan de financieel directeur worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Een gewone dotatie wordt aan de politiezone ‘ZARA’ toegekend ten belope van 1.650.427 euro, uitgetrokken onder GBB/0400-00/649700 van de exploitatieuitgaven van het budget 2020.

    Artikel 2.
    Deze beslissing zal, voor verder gevolg, aan mevrouw de gouverneur van de provincie Antwerpen en aan de politiezone ‘ZARA’ worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Voor het dienstjaar 2020 zal een werkingstoelage na verrekening clearing van 404.244 euro overgemaakt worden aan de hulpverleningszone Brandweer Zone Rand. De werkingstoelage is ingeschreven op budgetcode GBB/0410/649700.

    Artikel 2.
    Voor het dienstjaar 2020 zal de investeringstoelage 144.043 bedragen. Deze investeringstoelage is ingeschreven op budgetcode GBB/0410-00/644000.

    Artikel 3.
    Voor het dienstjaar 2020 zal aan de gemeente een gebruiksvergoeding (voor het gebruik brandweerkazerne) van 40.366 euro worden ingeschreven onder budgetcode GBB/0410-00/705000.

    Artikel 4.
    Afschrift van dit besluit voor verder gevolg over te maken aan de financieel directeur en aan de hulpverleningszone Brandweer Zone Rand.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025, zal te Zandhoven een geboortepremie en een adoptiepremie worden verleend.

    Artikel 2.
    De geboortepremie zal worden toegekend aan de bevallen moeder, op voorwaarde dat zij, op het ogenblik van de bevalling, in de bevolkingsregisters van de gemeente staat ingeschreven en zij ook werkelijk te Zandhoven woont.

    Artikel 3.
    De adoptiepremie zal worden verleend aan de adopterende ouder(s) op voorwaarde dat het betrokken kind geen wettig, natuurlijk erkend of adoptief kind is van de adoptant(en), dat het niet ouder is dan zeven jaar en dat de adoptant(en) op het ogenblik van de overschrijving in de registers van de burgerlijke stand van de adoptie, in de gemeente Zandhoven is (zijn) ingeschreven in de bevolkingsregisters en ook werkelijk te Zandhoven woont (wonen). Voor wat de toekenning van de premie betreft komen zowel adoptie als de volle adoptie in aanmerking.

    Artikel 4.
    De gemeentelijke geboortepremie en adoptiepremie wordt bepaald op 50 euro per geboorte of adoptie, zonder onderscheid voor een eerste of een latere geboorte of adoptie.

    Artikel 5.
    Om de geboortepremie of adoptiepremie te kunnen genieten, dient de rechthebbende(n) een aanvraag te richten tot het gemeentebestuur, op een formulier dat daartoe door de gemeente wordt ter beschikking gesteld. De moeder of de adoptant(en) beschikken daarvoor over een termijn van zes maanden;- deze termijn vangt bij een geboorte aan, op de dag van de geboorte en bij een adoptie, op de datum waarop de overschrijving in de registers van de burgerlijke stand werd doorgevoerd.

    Artikel 6.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op:

    • het begraven op de gemeentelijke begraafplaatsen van het lijk of van de as van personen welke overleden zijn buiten het grondgebied van de gemeente en die op het ogenblik van hun overlijden hun domicilie of gewone verblijfplaats niet hebben op het grondgebied van de gemeente.
    • het verstrooien of het bijzetten in een columbarium op de gemeentelijke begraafplaats van de as van personen, overleden buiten het grondgebied van de gemeente en die op het ogenblik van hun overlijden hun domicilie of gewone verblijfplaats niet hebben op het grondgebied van de gemeente

    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door de aanvrager van de begraving, verstrooiing of bijzetting in een columbarium.

    Artikel 3.
    Het bedrag van de belasting bedraagt 80,00 euro.

    Artikel 4.
    De belasting is niet verschuldigd voor

    • het begraven of asbezorging van oorlogsslachtoffers gestorven in dienst van het vaderland.
    • voor personen die op het ogenblik van overlijden ingeschreven zijn in een andere gemeente in een woonzorgcentrum, instelling of serviceflat, of, om reden dat ze niet meer in staat waren om zonder toezicht te wonen, op een adres bij een familielid dat niet gelegen is op het grondgebied van de gemeente Zandhoven, doch wiens onmiddellijk voorafgaande hoofdverblijfplaats de gemeente Zandhoven betrof, waar betrokkenen minstens 10 jaar waren ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister
    •  de begraving of bijzetting in een columbarium waarvoor een concessie werd verleend

    Artikel 5.
    De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

    Artikel 6.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op het verlenen van grondconcessies voor een termijn van 25 jaar op de gemeentelijke begraafplaatsen.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de concessie.

    Artikel 3.
    De retributie voor de grondconcessies voor een termijn van 25 jaar wordt als volgt vastgesteld:

    Personen wonende in de gemeente:

    Eén persoon:

    160,00 euro

    Twee  personen:

    • Naast elkaar begraven

    320,00 euro

    • Boven elkaar begraven

    185,00 euro

    Personen niet wonende in de gemeente maar met binding met de gemeente:

    Eén persoon:

    240,00 euro

    Twee  personen:

    • Naast elkaar begraven

    480,00 euro

    • Boven elkaar begraven

    265,00 euro

    Personen niet wonende in en zonder binding met de gemeente:

    Eén persoon:

    480,00 euro

    Twee  personen:

    • Naast elkaar begraven

    960,00 euro

    • Boven elkaar begraven

    530,00 euro

    De kostprijs van de grafkelder voor de begraving van 2 personen boven elkaar is niet in voormelde tarieven inbegrepen en valt ten laste van de aanvrager of van de nabestaanden van de overledene.

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager van de concessie op het ogenblik van de aanvraag. Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op het verlenen van een grondconcessie voor een termijn van 25 jaar op de begraving van urnen in het urnenveld.

    Artikel 2.
    De retributie voor de grondconcessie en voor een termijn van 25 jaar is verschuldigd door de aanvrager van de concessie.

    Artikel 3.
    De retributie wordt als volgt vastgesteld:

    Personen wonende in de gemeente:

    1 urne per kelder

    160 euro

    2 urnen per kelder

    320 euro

    Personen niet wonende in de gemeente maar met binding met de gemeente:

    1 urne per kelder

    240 euro

    2 urnen per kelder

    480 euro

    Personen niet wonende in en geen binding met de gemeente:

    1 urne per kelder

    480 euro

    2 urnen per kelder

    960 euro

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager van de concessie op het ogenblik van de aanvraag.
    Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op het verlenen van een concessie voor een termijn van 25 jaar op de bijzetting van urnen in het columbarium.

    Artikel 2.
    De retributie voor de concessie en voor een termijn van 25 jaar is verschuldigd door de aanvrager van de concessie.

    Artikel 3.
    De retributie wordt als volgt vastgesteld:

    Personen wonende in de gemeente:

    1 urne per columbariumelement

    160 euro

    2 urnen per columbariumelement

    320 euro

    Personen niet wonende in de gemeente maar met binding met de gemeente:

    1 urne per columbariumelement

    240 euro

    2 urnen per columbariumelement

    480 euro

    Personen niet wonende in en geen binding met de gemeente:

    1 urne per columbariumelement

    480 euro

    2 urnen per columbariumelement

    960 euro

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager van de concessie op het ogenblik van de aanvraag.
    Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor een voornaamswijziging.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de voornaamswijziging of door zijn wettelijke vertegenwoordiger voor niet-ontvoogde minderjarigen.

    Artikel 3.
    De retributie wordt als volgt vastgesteld:
    a) een eerste aanvraag tot voornaamswijziging bij de gemeente Zandhoven: 0 euro
    b) iedere volgende aanvraag bij de gemeente Zandhoven: 490 euro

    Artikel 4.
    De retributie vermeld in artikel 3 b) wordt verminderd tot 49 euro voor een aanvraag tot voornaamswijziging in geval van geslachtsverandering.
    De retributie is niet verschuldigd voor personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van Belgische nationaliteit hebben ingediend en geen voornaam hebben.

    Artikel 5.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag.
    De procedure tot voornaamswijziging wordt gestart na ontvangst van het te betalen bedrag.

    Artikel 6.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    In het reglement met betrekking tot de herdenkingszuilen op de strooiweides op de begraafplaatsen, zoals goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 20 december 2018, wordt artikel 2, met ingang van 1 januari 2020, in zijn geheel opgeheven en vervangen door:

    Artikel 2.

    De nabestaande(n) kunnen een aanvraag richten aan de dienst Burgerzaken van de gemeente Zandhoven vergezeld van de juiste tekst op schrift, mits onmiddellijke betaling van 50,00 euro. In deze prijs is vervat: de kostprijs van het herdenkingsplaatje, het graveren van de tekst en de bevestiging op de herdenkingszuil door de gemeentelijke Technische dienst. Andere herdenkingsplaatjes dan vermeld en de bevestiging ervan door andere personen dan deze van de gemeentelijke dienst worden niet toegestaan en zullen verwijderd worden.

    Artikel 2.
    De overige artikels van het reglement vermeld in artikel 1 blijven ongewijzigd behouden.

    Artikel 3.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken, de dienst Secretariaat en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse belasting geheven op de bebouwde en onbebouwde eigendommen gelegen langs de openbare wegen of delen van openbare wegen, om de door de gemeente gemaakte uitgaven te dekken voor de opening, verbreding, rechttrekking of verlenging van openbare wegen.
    De verhaalbare uitgaven worden opgesomd in artikel 3.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen zal de afrekening van de verhaalbare uitgaven opmaken. De rechtstreekse belasting zal voor om het even welk aanpalend eigendom vastgesteld worden in functie van het aandeel betreffende dit eigendom in het bedrag van de verhaalbare uitgaven bedoeld in de vorige paragraaf.
    Dit aandeel zal berekend worden volgens de formule:

     A =   U  x  M       waarin:
    L  +  L'
    A =  het bedrag van het aandeel, 
    U =  het totaal bedrag van de verhaalbare uitgaven,
    L = de totale lengte in meter van de perceelbreedten van de eigendommen aan de rooilijn,
    L' = de totale breedte in meter van alle dwarsstraten van de straat waarop de belasting slaat,
    M = het aantal aanrekenbare meter perceelbreedte van het eigendom.

    Wanneer er een afgeknotte of afgeronde hoek bestaat aan de kruising van twee wegen, zal de lengte van de afknotting of afronding voor de helft beschouwd worden als langsheen elke weg.

    Artikel 3.
    De door deze belasting verhaalbare uitgaven zijn:

    1. de aankoopprijs, hetzij door onteigening, hetzij door afstand, van al de gronden welke in de bedding van de nieuwe weg zullen opgenomen worden, alsmede de waarde van de gronden welke aan de gemeente zullen afgestaan worden in geval van ruiling;
    2. al de kosten in verband met het verwerven van de wegbedding, behalve de normale administratiekosten;
    3. de gerechtelijke kosten voortvloeiend uit de onteigeningen.

    Artikel 4.
    Deze belasting is niet toepasselijk op de eigenaars die zonder vergoeding de vereiste oppervlakte grond afstaan voor het aanleggen, verlengen, verbreden of rechttrekken van de openbare weg die hun normaal zou aangerekend worden uit hoofde van deze reglementering.
    Deze eigenaars blijven evenwel hun recht op vergoeding behouden voor de gebouwen die waren opgericht op de afgestane of ingelijfde gronden.
    In geval een eigenaar meer grondafstand moet gedogen, kan hij een vergoeding eisen voor het verschil: deze vergoeding wordt hem, door de gemeente uitgekeerd, of zo minnelijke schikking mogelijk is, door de boordeigenaars die minder grondoppervlakte hebben afgestaan dan nodig om aan de belastingsschuld te voldoen: dit alles als compensatieregeling.

    Artikel 5.
    Voor de berekening van de verhaalbare uitgaven zal er geen rekening gehouden worden met het gedeelte van de grondinnemingen dat de 12 m² per strekkende meter gevel overtreft. Dit gedeelte valt ten laste van de gemeente.

    Artikel 6.
    In geval van rechttrekking of verbreding van straten wordt aan al de belastingplichtigen aangelanden van de betrokken straat of straatgedeelte de helft aangerekend van de aan de oude wegbedding toegevoegde oppervlakte.

    Artikel 7.
    De belasting wordt uitgesteld in volgende gevallen:

    1. wanneer de huidige belastingplichtige vrijgesteld is ingevolge de wetten en besluiten;
    2. voor de niet-bebouwde eigendommen die gelegen zijn in de landelijke zone van de gemeente, zoals bepaald door de gemeenteraad, namelijk de gebieden aangeduid op het definitief gewestplan als bosgebieden en de recreatiegebieden waarop het niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen;
    3. voor de gronden waarop het niet toegelaten of niet mogelijk is te bouwen.

    Wanneer de toestand om reden waarvan de belasting uitgesteld werd een einde neemt, is de jaarlijkse belasting verschuldigd vanaf 1 januari hieropvolgend en dit voor de overblijvende jaren van de periode, waarvoor de belasting overeenkomstig artikel 12 berekend werd.

    Artikel 8.
    Met uitzondering van de hoekpercelen zal voor de onbebouwde gronden die aan twee gemeentewegen grenzen en een gemiddelde diepte hebben van minder dan 12 meter, de belasting als volgt toegepast worden:

    1. ndien de twee wegen op dezelfde datum voor het verkeer opengesteld worden, zal de belasting niet geëist worden voor de lengte die aanleiding geeft tot het laagste aandeel;
    2. indien de twee wegen niet op dezelfde datum voor het verkeer opengesteld werden, zal de belasting voor de weg die in de tweede plaats opengesteld werd, nog enkel het verschil bedragen tussen de belasting voor de tweede en de eerste aanleg.

    Als er een achteruitbouwstrook bestaat, zal de bedoelde diepte deze strook niet bevatten.
    Als een eigendom gedeeltelijk op het grondgebied van de andere gemeente gelegen is, zal de grond in zijn geheel beschouwd worden om de diepte te bepalen.

    Artikel 9.
    Elk bebouwd of onbebouwd perceel gelegen aan de hoek van twee gemeentewegen zal niet aangeslagen worden langs de weg waar het verkeer het laatst opengesteld werd, voor een lengte, van het hoekpunt gerekend, van:

    • 10 m als de rooilijnen een hoek vormen van minder dan 45°;
    • 6 meter als de rooilijnen een hoek vormen van 45° tot minder dan 90°;
    • 3 m als de rooilijnen een hoek vormen van 90° tot minder dan 135°.

    Deze vrijstelling is enkel toepasselijk indien de verhaalbelasting voordien voor de andere zijde van het eigendom toegepast werd.
    Als in deze twee wegen het verkeer op dezelfde dag opengesteld werd, zal de voornoemde vrijstelling toegepast worden voor de gevel die aanleiding geeft tot de laagste belasting.
    Wat de bebouwde of onbebouwde eigendommen betreft die aan twee of meer gemeentewegen palen en verscheidene hoeken, gevormd door de kruising van straten vertonen, zal er voor elke hoek gehandeld worden zoals in de twee voorgaande alinea's aangeduid is.
    In de verschillende gevallen voorzien in onderhavig artikel zal de niet aangeslagen lengte, als er een afgesneden of afgeronde hoek bestaat, van het midden van die hoek af gerekend worden, zoals bepaald in artikel 2.
    De verkaveling of vormverandering van een eigendom zal generlei verandering van de in dit artikel voorziene vrijstellingen voor gevolg hebben. Ze zullen blijven zoals zij in de door het college van burgemeester en schepenen afgesloten aandelenlijst van de aangelanden bepaald zijn.

    Artikel 10.
    Een bericht van het college van burgemeester en schepenen zal de datum van de voltooiing van de zateverwervingen aanduiden.

    Artikel 11.
    De jaarlijkse rechtstreekse belasting wordt vastgesteld:
    1. Op de eigendommen waarvoor een kostenaandeel werd berekend ingevolge de bepalingen van art. 2 van dit reglement:
    Deze eigendommen worden onderworpen aan een belasting waarvan het jaarlijks bedrag gelijk is aan het product van het aandeel A (berekend volgens de bepalingen van artikel 2 van dit reglement) met een annuïteitscoëfficiënt. Dit coëfficiënt dient overeen te stemmen met de intrestvoet, toegepast voor leningen die opgenomen worden voor de financiering van werken van dezelfde aard als deze welke aanleiding geven tot de belasting. Het toepasselijke percentage is dit van het semester, dat de datum voorafgaat waarop het college het bericht bekendmaakt, voorzien bij artikel 10; het aantal jaarlijkse schijven van de belasting wordt in functie van de looptijd van bedoelde leningen vastgesteld.
    2. Op de eigendommen die onderworpen zijn aan de belasting ingevolge de bepalingen van vorige reglementen.

    Artikel 12.
    De eerste jaarlijkse rechtstreekse belasting wordt gevestigd op het ogenblik waarop het college van burgemeester en schepenen het bericht bekendmaakt, voorzien bij artikel 10 ten laste van de eigenaar op dat ogenblik.

    Artikel 13.
    Iedere belastingplichtige van onderhavige belasting mag deze als volgt kwijten:
    1) hetzij door betaling van de belasting berekend ingevolge de bepalingen van art. 11;
    2) hetzij door het bedrag van zijn kapitaalsaandeel te betalen binnen de termijn bepaald in het aanslagbiljet dat hem zal toegezonden worden;
    3) hetzij, na één of meermaals betaald te hebben zoals betaald in 1), door het bedrag te betalen van de gekapitaliseerde waarde van de nog niet vervallen belastingen. In dit geval moet hij daartoe een aanvraag richten tot het college van burgemeester en schepenen, aangetekend verzonden, uiterlijk vóór 1 januari van het dienstjaar waarvan hij de betaling der rechtstreekse belasting zou willen staken. Hij is in dit geval verplicht dit bedrag vóór 1 februari van dit dienstjaar te storten.

    Artikel 14.
    De belasting slaat op het eigendom en is door de eigenaar verschuldigd. Zij is voor het ganse jaar verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van het belaste goed, behoudens wat betreft de eerste annuïteit, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 gevorderd wordt.
    Waar gebouwen opgericht zijn over een doorgang, toebehorend aan andere eigenaars, moet de belasting voldaan worden door de eigenaar der gebouwen, indien nochtans de doorgang verbinding geeft met achterwaartse gebouwen, wordt de belasting voor drie vierden aangerekend aan de eigenaar van de straatwaartse gebouwen en voor één vierde aan de eigenaar van de achterwaartse gebouwen.
    In geval van eigendomsoverdracht is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd vanaf 1 januari volgende op de datum van de akte die hem het eigendom toekent.

    Artikel 15.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier.

    Artikel 16.
    De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

    Artikel 17.
    In geval van opheffing of niet-hernieuwing van onderhavige verordening of indien de belastingvoeten zouden verlaagd worden, verbindt de gemeente zich ertoe aan de belastingplichtigen, die de belasting in kapitaal gekweten hebben de bedragen terug te betalen die tengevolge de afschaffing van de belasting of de vermindering van de belastingvoeten als ten onrechte betaald moeten beschouwd worden. In dit laatste geval zal de terugbetaling in verhouding zijn tot de vermindering van de belastingvoeten, waarvan de belastingplichtigen die jaarlijks ingekohierd worden zullen genieten.

    Artikel 18.
    De bepalingen van de vroeger ingevoerde reglementen op de verhaalbelasting betreffende de verwerving van de zate, blijven van kracht op de toestanden die tijdens hun heffingsduur ontstonden.

    Artikel 19.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op handels en beroepsinrichtingen op privaat domein.
    Onder handels en beroepsinrichtingen op privaat domein moet worden verstaan eenieder, die zich voor zijn handel of beroep en afgezien van de aard van de koopwaar of van de inrichting, op privaat domein opstelt.

    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door de uitbater die zich voor zijn handel of beroep en afgezien van de aard van de koopwaar of van de inrichting, op privaat domein opstelt.

    Artikel 3.
    De belasting wordt vastgesteld op 0,37 euro per lopende meter gevellengte van het marktkraam of van de geplaatste handels- of beroepsinrichting.
    Door gevellengte dient verstaan de langste zijde van het kraam of van de inrichting en voor inrichtingen met een ronde vorm, de lengte van de diameter of van de langste diagonaal van die inrichting.
    De aan deze belasting onderworpen personen mogen de betaling per lopende meter - zoals hierboven bepaald - vervangen door een forfaitaire betaling, vastgesteld als volgt:

    2 euro per dag;
    12 euro per week;
    40 euro per maand;
    110 euro per 3 maanden;
    200 euro per 6 maanden;
    350 euro per jaar.

    Artikel 4.
    De belasting is niet verschuldigd voor gemeentelijke verenigingen die geen winstoogmerk hebben die stand nemen op privaat domein.

    Artikel 5.
    De belastingplichtigen moeten voorafgaandelijk (uiterlijk de dag voor het plaatsen ervan) aangifte doen bij het gemeentebestuur en alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens verstrekken.

    Artikel 6.
    De belasting is betaalbaar door de aanvrager na goedkeuring van de aanvraag zodra de plaats op het privaat terrein ingenomen is en de inrichting geopend is.
    De belasting zal contant worden betaald in handen van de personen door het gemeentebestuur aangesteld om deze te ontvangen. Een ontvangstbewijs zal afgeleverd worden.

    Artikel 7.
    Bij gebreke van een aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

    Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.

    Artikel 8.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting aangerekend op het verwijderen van niet-reglementair aangeplakte affiches.

    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door de aanplakker, of zo deze niet gekend is door de verantwoordelijke voor deze niet-reglementaire aanplakking of door de organisator van de activiteit, zoals vermeld op de affiche. Ook de handelsnaam, het logo of embleem worden als identificatie van de aanplakker beschouwd.

    Artikel 3.
    De belasting wordt vastgesteld op 25 euro per verwijderde affiche.

    Artikel 4.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 5.
    De vestiging en de invordering van de belasting, evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeuren volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

    Artikel 6.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor kermissen op openbaar domein.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door eenieder, die voor de uitoefening van zijn beroep, op de openbare plaatsen of wegen van de gemeente een standplaats inneemt met één en/of meerdere kermisattracties.

    Artikel 3.
    De retributie wordt vastgesteld op 2,5 euro per lopende meter gevellengte van de kermisattracties, met een minimum van 37,50 euro per standplaats en geldend voor alle opeenvolgende kermisdagen. Als gevellengte dient verstaan, de langste zijde van de inrichting en voor de inrichtingen met een ronde vorm, de lengte van de diameter of van de langste diagonaal van die inrichting.

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag tot het plaatsrecht van een of meerdere kermisattracties op het openbaar domein. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Zij is verschuldigd, zonder dat de gegadigde aanspraak kan maken op enig onherroepelijk recht van concessie of erfdienstbaarheid op het openbaar domein. De overheid kan bovendien, te allen tijde, een einde maken aan het toegestane gebruik, zonder dat betrokkene hiervoor aanspraak kan maken op enige vergoeding.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van handels en beroepsinrichtingen op openbaar domein.

    Onder handels en beroepsinrichtingen op openbaar domein moet worden verstaan eenieder, die zich voor zijn handel of beroep en afgezien van de aard van de koopwaar of van de inrichting, op de openbare weg opstelt, zowel op de jaarmarkt, de maandelijkse marktdagen of het gewoon stand nemen op de wegen en/of pleinen van de gemeente.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de marktkramer die standhoudt op de jaarmarkt, de maandelijkse marktdagen of gewoon stand neemt op de wegen en/of pleinen van de gemeente.

    Artikel 3.
    De retributie wordt vastgesteld op de dagen waarop in de verschillende deelgemeenten de jaarmarkt wordt gehouden:
    - 0,50 euro per lopende gevellengte van het marktkraam of de beroepsinrichting, met een minimum evenwel van 1,50 euro per marktkraam of instelling.

    Door gevellengte dient verstaan de langste zijde van het kraam of de inrichting en voor inrichtingen met een ronde vorm, de lengte van de diameter of van de langste diagonaal van die inrichting.

    Artikel 4.
    De retributie wordt vastgesteld op de dagen waarop de maandelijkse markt wordt gehouden:
    - 0,75 euro per lopende meter gevellengte van het marktkraam of de beroepsinrichting, met een minimum evenwel van 2,50 euro per marktkraam of instelling.

    Door gevellengte dient verstaan de langste zijde van het kraam of de inrichting en voor inrichtingen met een ronde vorm, de lengte van de diameter of van de langste diagonaal van die inrichting.

    Artikel 5.
    De retributie wordt vastgesteld op de dagen niet bedoeld onder (a) (jaarmarkt) en (b) (maandelijkse markt) van dit reglement:
    - 1 euro per lopende meter gevellengte van het marktkraam of van de beroepsinrichting, met een minimum evenwel van 3 euro per marktkraam of instelling.

    Door gevellengte dient verstaan de langste zijde van het kraam of de inrichting en voor inrichtingen met een ronde vorm, de lengte van de diameter of van de langste diagonaal van die inrichting.

    De aan deze retributie onderworpen personen bedoeld in dit artikel mogen de betaling per lopende meter vervangen door een forfaitaire betaling, vastgesteld als volgt:

    4 euro per dag;
    24 euro per week;
    80 euro per maand;
    220 euro per 3 maanden;
    400 euro per 6 maanden;
    700 euro per jaar.

    Artikel 6.
    De retributie is niet verschuldigd voor gemeentelijke verenigingen die geen winstoogmerk hebben die stand nemen op de jaarmarkt, de maandelijkse marktdagen of gewoon stand neemt op de wegen en/of pleinen van de gemeente.

    Artikel 7.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager na goedkeuring van de aanvraag zodra de plaats op het openbaar terrein ingenomen is en de inrichting geopend is. De retributie zal worden betaald in handen van de personen door het gemeentebestuur aangesteld om deze retributie te ontvangen. Een ontvangstbewijs zal afgeleverd worden. Bij gebrek aan betaling op het ogenblik van de aanvraag voor het gebruik van het openbaar domein, zal de retributie betaald worden binnen de dertig dagen volgend op de verzending van de factuur.
    Zij is verschuldigd, zonder dat de gegadigde aanspraak kan maken op enig onherroepelijk recht van concessie of erfdienstbaarheid op het openbaar domein. De overheid kan bovendien, ten allen tijde, een einde maken aan het toegestane gebruik, zonder dat betrokkene hiervoor aanspraak kan maken op enige vergoeding.

    Artikel 8.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op openbare kermissen op het grondgebied van de gemeente.

    Artikel 2.
    De gemeente stelt aan de foorexploitant een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van foorattracties. De foorexploitant mag deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.
    De kandidaat-energiegebruiker richt de aanvraag voor de toegang aan de gemeentelijke aansluitkast aan het college van burgemeester en schepenen, dit minstens 60 kalenderdagen voor het betrokken evenement.
    Hij bezorgt hiervoor een aanvraag per brief, of per e-mail gericht aan het college van burgemeester en schepenen.

    Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt:

    - identiteit / adres / telefoonnummer / e-mailadres van de aanvrager;
    - situering en doel van het gebruik van de aansluitkast;
    - situering (adres);
    - eenfasig of driefasig;
    - tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen).

    De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente.
    Het college van burgemeester en schepenen deelt binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de foorexploitant.

    Artikel 3.
    De retributie is verschuldigd door de foorexploitant, die toestemming heeft verkregen voor het gebruik van de aansluitkast en betaalt aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast.
    De retributie is forfaitair vastgelegd als volgt:

    - voor éénfasig: 50 euro per kermis;
    - voor driefasig: 100 euro per kermis.

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de foorexploitant op het ogenblik dat hem toegang wordt verleend tot de meterkast. Bij gebrek aan betaling op het ogenblik dat hem toegang wordt verleend tot de meterkast, zal de retributie betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de foorexploitant een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie .
    De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de foorexploitant het stopcontact (nummer) / de stopcontacten (nummers) / stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is.

    Met het oog op het aftakken van zijn eigen foorinstallatie levert de foorexploitant een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N) van een aan het installatievermogen aangepaste geleider doorsnede en voorzien van de overeenkomende industriële EN 60309-1 / en 60309-2 stekker, nl. minimum 5 G 6 met stekker 32 A of minimum 5 G 10 met stekker 63 A. Voor eenfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2. Op het uiteinde van de kabel is de naam aangebracht van de foorexploitant.

    Indien voor de foorexploitant omwille van het regelmatig karakter een vaste gemeentelijke aansluitkast voorzien is, wordt de aarding ter beschikking gesteld van de foorexploitant. In dit geval moet de kabel die gebruikt wordt voor de verbinding met de gemeentelijke aansluitkast uitgerust zijn met een groen/gele geleider.
    Indien het om een plaats gaat met occasioneel karakter, moet de foorexploitant op eigen kosten een aarding plaatsen. In dit geval moet hij de aarding laten controleren door een erkend organisme. De aansluiting zal slechts na de controle kunnen worden uitgevoerd. Een aansluitkabel die een groen/gele geleider bevat, mag niet aangesloten worden op de aarding van de foorexploitant.
    De foorexploitant zal bij iedere aansluiting van zijn verbindingskabel op de gemeentelijke aansluitkast de continuïteit van de aardgeleider controleren. De verbinding van de aardgeleider met het verdeelbord van de foorinstallatie moet op een correcte wijze worden uitgevoerd.

    Overeenkomstig artikel 97.02 van het AREI moeten de beschermingsgeleiders, welke ook de voedingswijze is, met uitzondering van zeer lage voedingsspanning, verbonden zijn met een aardelektrode, waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 500 Ohm.
    Alle stroombanen van de installaties van de foorexploitant, met uitzondering van deze, gevoed op zeer lage veiligheidsspanning, moeten ten minste beschermd zijn door een automatische differentieelschakelaar waarvan de aanspreekstroom niet groter is dan 100 mA of door een beschermingsinrichting tegen elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking met een gelijkwaardige veiligheid. De test van de automatische differentieelschakelaars zoals voorzien in artikel 85.12 van het AREI dient door de foorexploitant te worden uitgevoerd onmiddellijk na de verbinding van de stekker in de gemeentelijke aansluitkast. De test moet uitwijzen dat de voeding werkelijk onderbroken wordt.
    Ieder verslag van een erkend keuringsorganisme moet de aanwezigheid van deze differentieel-schakelaar vermelden.

    De aarding en de differentieelschakelaar(s) van de installatie van de foorexploitant dienen jaarlijks te worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme. De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring van de foorexploitant in te zien.

    Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en/of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de know-how van de distributienetbeheerder.
    Elke onrechtmatige toegang of onderhuring door de foorexploitant zal gerechtelijk worden vervolgd.

    Artikel 6.
    De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de foorexploitant. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding aan de foorexploitant toe te staan.

    De foorexploitant dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.

    De foorexploitant dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.

    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het ter beschikking stellen van elektriciteit op markten of bij stand nemen op de openbare weg of plein op het grondgebied van de gemeente.

    Artikel 2.
    De gemeente stelt aan de marktkramer of aan de circusexploitant een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van marktactiviteiten en circussen. De marktkramer of circusexploitant mag deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.
    De kandidaat-energiegebruiker richt de aanvraag aan de gemeentelijke afgevaardigde op de markt die een beslissing neemt.

    Artikel 3.
    De retributie is verschuldigd door de marktkramer of circusexploitant, die toestemming heeft verkregen voor het gebruik van de aansluitkast en betaalt aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast. De retributie is forfaitair vastgelegd als volgt en gaat uit van het gevraagd vermogen in kVA:
    Vermogen tot

    1,5 kVA : 3,00 euro
    3 kVA : 6,00 euro
    6 kVA : 12,00 euro

    Het bedrag van de retributie geldt per dag.
    Voor een of circusexploitant bedraagt de vergoeding 25 euro per dag per aansluiting.

    Artikel 4.
    De retributie wordt cash geïnd door de gemeentelijke afgevaardigde. Bij gebrek aan betaling op het ogenblik dat hem toegang wordt verleend tot de meterkast, zal de retributie betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    De retributie is niet verschuldigd voor gemeentelijke verenigingen die geen winstoogmerk hebben die stand nemen op de jaarmarkt, de maandelijkse marktdagen of gewoon stand neemt op de wegen en/of pleinen van de gemeente.

    Artikel 6.
    De gemeentelijke afgevaardigde zet de installatie in dienst (er is een automaat per stopcontact) op voorwaarde dat de marktkramer een geldig attest voorlegt inzake de jaarlijkse keuring van zijn binneninstallatie (zie ook verder).
    De gemeentelijke afgevaardigde wijst aan de marktkramer het stopcontact (nummer) / de stopcontacten (nummers)/ stroomkring op de gemeentelijke aansluitkast aan waartoe deze toegang bekomt en noteert de gegevens met het oog op de controle tijdens het gebruik van de kast. De gemeentelijke aansluitkast moet te allen tijde gemakkelijk toegankelijk blijven voor de gemeentelijke afgevaardigde, zodat het toezicht steeds mogelijk is.

    Met het oog op het aftakken van zijn eigen installatie levert de marktkramer een soepele kabel met versterkte buitenmantel volgens NBN C32-131 H07RN-F (CTFB-N), minimum 5 G 6 met stekker 32 A of eventueel minimum 5 G 10 met stekker 63 A. Deze stekker is van het industrieel type, norm EN 60309-1 / EN 60309-2 voorzien van een telecontact. Voor eenfasige toepassingen moet H07RN-F (CTFB-N) kabel 3 G 6 of 3 G 10 worden gebruikt met tweepolige stekker met aarding EN 60309-1 / EN 60309-2 voorzien van een telecontact. De kabel moet voorzien zijn van een geel/groene geleider.
    Op het uiteinde van de kabel is de naam aangebracht van de marktkramer.

    De voeding van de elektrische uitrusting, geplaatst op motorvoertuigen, of aanhangwagens voor wegvervoer, moet gedurende het stationeren overeenkomstig artikel 97.01 van het AREI op een van volgende wijzen geschieden:
    1. door een generator op het voertuig of de aanhangwagen zelf. Alle massa’s van elektrische toestellen en machines moeten onderling verbonden zijn. De generator mag geen elektrische toestellen en machines buiten het voertuig of de aanhangwagen voeden tenzij de massa’s van deze toestellen en machines elektrisch verbonden zijn met deze van het voertuig of de aanhangwagen;
    2. door een openbaar verdeelnet door middel van een beschermingstransformator of door een motor-generatorgroep die gelijkwaardige veiligheidswaarborgen biedt;
    3. rechtstreeks door een openbaar verdeelnet op voorwaarde dat het elektrisch materieel van het voertuig of de aanhangwagen beschermd is door een automatische differentieelschakelaar met grote (30mA), of zeer grote gevoeligheid (10mA).
    De massa’s van het op het voertuig of de aanhangwagen geïnstalleerd elektrisch materiaal zijn verbonden met een aardelektrode waarvan de spreidingsweerstand niet groter is dan 800 Ohm. Bij gebruik van de voedingssystemen in de punten 2 en 3 hiervoor, is de ingang van het voedingssnoer op het voertuig of de aanhangwagen zodanig uitgevoerd dat geen isolatiefout kan ontstaan waarbij het risico ontstaat dat de metalen massa van het voertuig of de aanhangwagen onder spanning komt, bijvoorbeeld door het gebruik van een ingang in isolerend materiaal rond de kabel geklemd of door het gebruikt van een toestelcontactdoos.

    Er mogen geen marktinstallaties aangesloten worden die niet met een differentieelschakelaar met grote of zeer grote gevoeligheid uitgerust zijn. Deze installaties moeten jaarlijks worden gekeurd door een erkend keuringsorganisme, differentieel inrichting en aftakkabel inbegrepen.
    De gemeentelijke afgevaardigde heeft elk moment het recht om het attest inzake jaarlijkse keuring van de marktkramer in te zien.
    Indien de gemeentelijke afgevaardigde oordeelt dat de bepalingen van het AREI worden overtreden en/of dat de veiligheid in het gedrang komt, heeft hij de bevoegdheid om alle verdere toegang onmiddellijk te weigeren. In geval van twijfel kan hij een beroep doen op de knowhow van de distributienetbeheerder.
    Elke onrechtmatige toegang of onderverhuring door de marktkramer zal gerechtelijk worden vervolgd.

    Artikel 7.
    De gemeente stelt naar best vermogen de aangeboden energie ter beschikking via de aansluitkast aan de marktkramer. Nochtans kan de gemeente niet aansprakelijk worden gesteld voor onderbrekingen en dient zij in dit geval noch een schadevergoeding noch een vermindering van de gebruiksvergoeding aan de marktkramer toe te staan.
    De marktkramer dient de nodige schikkingen te treffen om iedere oorzaak van beschadiging te vermijden. Hij is aansprakelijk voor alle schade die hij door onoordeelkundig gebruik aan de gemeentelijke aansluitkast veroorzaakt. Hij dient de gemeentelijke afgevaardigde onmiddellijk op de hoogte te stellen van elke beschadiging, afwijking of elke niet-conformiteit aan de wettelijke voorschriften die hij redelijkerwijze kan vaststellen.
    De marktkramer dient verzekerd te zijn voor de schade die hij door het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast aan deze kast en aan derden kan veroorzaken.

    Artikel 8.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1 - Algemeen
    Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

    Permanente nutsvoorzieningen zijn :

    • alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,
    • telecommunicatie,
    • radiodistributie en kabeltelevisie,
    • de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,
    • alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

    De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

    Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

    Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
    De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 0,78 euro, voor werken in voetpaden 0,60 euro en voor werken in aardewegen 0,36 euro.
    Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

    Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
    Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

    Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
    Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grond-gebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

    Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.
    Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

    Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

    Artikel 4 – Inning
    De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

    Artikel 5 – Definitief karakter
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de Technische dienst en de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het aanbrengen van overwelvingen van baangrachten.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager voor de overwelving van de baangrachten.

    Artikel 3.
    De retributie wordt vastgesteld als volgt:

    1. De retributie voor het aanbrengen van een overwelving van een baangracht op verzoek van de aanvrager, daarin begrepen het leveren en plaatsen van de rioolbuizen en de kopmuren, bedraagt:
    • 1.000,00€ voor een eerste overwelving van 5 meter;
    • 1.500,00€ voor een eerste overwelving van 7,50 meter;
    • 1.250,00€ voor een tweede overwelving van 5 meter;
    • 1.750,00€ voor een tweede overwelving van 7,50 meter;
    • 250,00 € voor de plaatsing van een voetpaadje volgens het dek-op-oever-principe.

    2. Indien de aanvrager de overwelving dient aan te vragen naar aanleiding van werken in opdracht van het gemeentebestuur bedraagt de retributie voor het aanbrengen van een overwelving van een baangracht, daarin begrepen het leveren en plaatsen van de rioolbuizen en de kopmuren:
    • 0,00€ voor een eerste overwelving van 5 meter;
    • 500,00€ voor een eerste overwelving van 7,50 meter;
    • 1.000,00€ voor een tweede overwelving van 5 meter;
    • 1.500,00€ voor een tweede overwelving van 7,50 meter;
    • 250,00€ voor de plaatsing van een voetpaadje volgens het dek-op-oever-principe.

    3. De retributie voor de afbraak van een bestaande overwelving op verzoek van de aanvrager bedraagt:
    • 80,00€ voor de afbraak van een kopmuur;
    • 20,00€ per lopende meter voor de afbraak van een overwelving;
    • 50,00€ voor de afbraak van een voetpaadje volgens het dek-op-oever principe.

    4. De retributie voor de uitbreiding van een bestaande overwelving op verzoek van de aanvrager bedraagt: 700,00€ per uitbreiding van 2,50 meter vermeerderd met de afbraakkosten van de kopmuur, vastgesteld op 80,00€ per kopmuur.

    5. Indien de aanvrager een bestaande overwelving wenst te verplaatsen, wordt de plaatsing van de nieuwe overwelving aangerekend volgens bovenstaand overzicht vermeerderd met de kost van de afbraak van de bestaande overwelving.

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager na goedkeuring van de aanvraag. De retributie zal worden betaald in handen van de personen door het gemeentebestuur aangesteld om deze retributie te ontvangen.
    Indien de retributie niet onmiddellijk zal geïnd worden, zal deze betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor de inname van het openbaar domein bij bouwwerken, verbouwingswerken, onderhouds- en instandhoudingswerken en andere werken.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de inname van het openbaar domein en bij ontstentenis van een aanvraag de uitvoerder van de werken of de degene die het openbaar domein inneemt.

    Artikel 3.
    Alvorens tot de inname van het openbaar domein mag worden overgegaan dient toelating te worden verkregen. Zo deze toelating niet is verleend, zal de ingenomen oppervlakte op het openbaar domein worden vrijgemaakt door of in opdracht van de gemeente en zullen de kosten verhaald worden op de veroorzaker en indien deze niet bekend is op de bouwheer.

    Artikel 4.
    De retributie is verschuldigd vanaf de zesde kalenderdag van de effectieve inname van het openbaar domein. Ieder begonnen dag wordt gerekend voor een volle dag.
    De retributie is verschuldigd zolang de stopzetting van de inname van het openbaar domein niet ter kennis is gebracht van het college van burgemeester en schepenen.

    De retributie wordt vastgesteld op:

    • Aankondigingsborden, spandoeken, … die een inname aankondigen: gratis;
    • Inname voor de eerste vijf opeenvolgende kalenderdagen: gratis;
    • Inname vanaf de 6de kalenderdag:
    • containers 5,00 euro per begonnen dag.
    • andere innamen: 0,50 euro per m² per dag.

    Artikel 5.
    De retributie is niet verschuldigd voor innames van het openbaar domein met volgende doeleinden:

    • Werken van openbaar nut;
    • Bouwwerken waarvan de gemeente of het OCMW bouwheer is;
    • Werken uitgevoerd door of in opdracht van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen en de door haar erkende sociale huisvestigingsmaatschappijen.

    Artikel 6.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager na goedkeuring van de aanvraag.
    De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de technische dienst en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Zijn goedkeuring te verlenen aan hiernavolgend reglement inzake tijdelijk gebruik van het openbaar domein.

    REGLEMENT INZAKE TIJDELIJK GEBRUIK VAN HET OPENBAAR DOMEIN

    Artikel 1. Voorwerp
    Iedereen die tijdelijk of permanent het openbaar domein wil innemen op de begane grond alsook erboven of eronder moet een vergunning aanvragen bij het college van burgemeester en schepenen.
    Artikel 2. Duur van de vergunning
    De vergunning kan voor een termijn van maximaal drie maanden aangevraagd worden. Bij inname van langere duur moet de aanvrager tijdig een nieuwe aanvraag indienen.
    Artikel 3. Strijdige innamen
    Het college van burgemeester en schepenen kan van rechtswege alle voorwerpen doen wegnemen waarvan de plaatsing een privatief gebruik van de openbare weg uitmaakt of in strijd is met artikel 1. De kosten voor de wegname kunnen ten alle tijde aan de overtreder aangerekend worden.
    Artikel 4. Uitvoering van de werken
    Bij de uitvoering van werken waarvoor het openbaar domein in beslag genomen wordt, zal een retributie geheven worden volgens de modaliteiten in dit reglement. De omvang van de retributie wordt geregeld volgens een apart retributiereglement.
    Onder uitvoering van werken wordt verstaan: het plaatsen van afsluitingen, stellingen, materieel, materialen, kranen en soortgelijke naar aanleiding van het bouwen, veranderen, herstellen of afbreken van bouwwerken, alsook het plaatsen van barakken, containers, werkloodsen en verkoopburelen.
    Artikel 5. De aanvraag
    De aanvraag tot het bekomen van een vergunning voor het innemen van het openbaar domein dient vóór de gewenste aanvangsdatum van het gebruik van het openbaar domein bij de gemeentelijke technische dienst ingediend te worden;

      • voor innames korter of gelijk aan 5 dagen: zeven kalenderdagen vóór de gewenste aanvangsdatum.
      • voor innames langer dan 5 dagen: veertien kalenderdagen vóór de gewenste aanvangsdatum.

    De vergunningsaanvraag gebeurt door middel van een digitaal aanvraagformulier wat terug te vinden is op de gemeentelijke website.
    De oppervlakten in te nemen openbaar domein worden verondersteld in goede staat te zijn bij de aanvang van de inname. Bij elke betwisting over deze goede staat, is het aan de aanvrager/betalingsplichtige om te bewijzen dat de schade reeds aanwezig was vóór de inname.
    Bij het einde van de inname zal de gemeentelijke technische dienst ter plaatse vaststelling doen van eventuele beschadiging of verontreiniging van de ingenomen oppervlakte. In geval van afwijking ten opzichte van de oorspronkelijke toestand is de aanvrager/betalingsplichtige ertoe gehouden de toegebrachte schade te herstellen of de aanwezige verontreiniging te verwijderen. Gebeurt dit niet dan zal de herstelling/opkuis gebeuren door de technische dienst op kosten van de aanvrager/betalingsplichtige.
    Elke wijziging die aan de aanvraag van de inname zou aangebracht worden, alsook het niet meer gebruiken van het openbaar domein, dient ten laatste 24 uur voorafgaand aan de wijziging ter kennis gebracht te worden van de technische dienst door middel van e-mail, brief of het digitale vergunningsplatform. Het college van burgemeester en schepenen delegeert de bevoegdheid tot wijzigingsbesluit aan de afdeling technische dienst welke dit nadien agendeert ter kennisname op de eerstvolgende zitting van het college.
    Artikel 6. Waarborg
    Elke aanvraag voor inname langer dan 5 dagen, dient vergezeld van een waarborg. Deze waarborg bedraagt 250 euro. Voor een inname van het openbaar domein langer dan 5 dagen én een oppervlakte groter dan 25 m² wordt de waarborg vastgesteld op 1.000 euro.
    Bij overschrijding van de termijn opgenomen in de machtiging of het niet naleven van de melding tot langere inname wordt de waarborg volledig ingehouden zonder dat dit de aanvrager/betalingsplichtige ontslaat van de bijkomende belasting.
    Van zodra de technische dienst na de inname herstellingen of opkuis moet uitvoeren, wordt de waarborg volledig ingehouden ongeacht de grootte of impact van de herstelling of opkuis. Indien de waarborg de kosten niet dekt, zal een aanvullende factuur opgemaakt worden en verschuldigd zijn door de aanvrager/betalingsplichtige.
    Artikel 7. Vergunningen
    De vergunning ‘inname openbaar domein’ dient bereikbaar en zichtbaar te worden aangebracht binnen het domein waarop de vergunning slaat.
    De vergunning is verplicht.
    Het college van burgemeester en schepenen kan gemotiveerd de vergunning te allen tijde opschorten. In dit geval wordt een gedeelte van de belasting terugbetaald. De terugbetaling is een verhouding van de gebruikte periode ten aanzien van de aangevraagde periode. De vergunninghouder zal evenwel om geen enkele reden schadeloosstelling kunnen vorderen.
    Artikel 8. Vergoedbare oppervlakte
    De controle op de opmetingen en de vaststelling van de oppervlakte(n) berust bij de technische dienst.
    De oppervlakte wordt steeds in volle vierkante meters uitgedrukt. Gedeelten van een vierkante meter worden voor een volle vierkante meter aangerekend, tot 0,49 m² worden zij verwaarloosd.
    De oppervlakte is steeds deze van een rechthoek waarbinnen alle voorwerpen geplaatst dienen te worden. De breedte van het werkelijk gebruikte gedeelte van het openbaar domein wordt steeds in aanmerking genomen.
    Buiten de vergunde oppervlakte mag het openbaar domein door geen enkel voorwerp worden ingenomen of bezet.
    Voor de noodzakelijke inname van voetpaden en/of fietspaden zal de aanleg van een noodvoetpad en/of -fietspad geëist worden, conform de voorschriften (verkeerstechnisch, veiligheid, …) door de technische dienst opgegeven.
    Artikel 9. Afbakening inname
    Teneinde alle betwistingen bij het opmeten en het berekenen van de in te nemen oppervlakte te vermijden, is al wie gebruik maakt van het openbaar domein voor werfinname – uitgezonderd het plaatsen van containers – gedurende de volledige duur van de bouwtijd verplicht de werf en in het bijzonder de inname van het openbaar terrein af te bakenen met een stevige afsluiting die moet voldoen aan alle veiligheidsvoorschriften.
    Alle bouwstoffen en de nodige aangevoerde voorwerpen en materialen moeten onmiddellijk binnen de afsluiting worden gelegd.
    Bij niet-naleving kan het college van burgemeester en schepenen de verdere toelating tot ingebruikname van het openbaar domein weigeren. De vergunninghouder zal evenwel om geen enkele reden schadeloosstelling kunnen vorderen.
    Artikel 10. Aansprakelijkheid
    De gemeente zal geen enkele aansprakelijkheid dragen nopens het privaat gebruik van gedeelten van het openbaar domein en de erop geplaatste voorwerpen.
    De vergunninghouder draagt alle aansprakelijkheid.

    Artikel 2.
    Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.
    Artikel 3.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit
    Artikel 4.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement inzake het tijdelijk gebruik van het openbaar domein, zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 23 mei 2013.
    Artikel 5.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de technische dienst, dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor:

    • Genealogische opzoekingen in de registers van de burgerlijke stand: 10 euro per uur geleverd werk.
    • Inlichtingen die schriftelijk verstrekt worden door de gemeentelijke diensten en die niet louter het laten inzien van, het uitleg geven over en een afschrift afleveren van bestuursdocumenten betreffen, maar ruim opzoekingswerk (meer dan 1 uur) en het samenstellen van een dossier vereisen betreffende specifieke zaken: 80 euro per aanvraag.
    • Inlichtingen die schriftelijk verstrekt worden door de gemeentelijke diensten m.b.t. de aanvraag van vastgoedinformatie ten behoeve van notarissen en vastgoedmakelaars: 80 euro per aanvraag van maximum 5 kadastrale nummers + 10 euro per bijkomend kadastraal nummer.
    • Fotokopieën:
     

     

    Zwart-wit

    Kleur

     

    A4 recto-verso

    0.1

    0.75

     

    A3 recto verso

    0.2

    1.50

    Artikel 2.

    De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de aanvraag naar een administratieve prestatie doet.

    Artikel 3.
    De retributie is niet verschuldigd voor inlichtingen en stukken opgevraagd door:

    • Staat, provincies en gemeenten;
    • O.C.M.W. ’s, kerkfabrieken en consistories, polders en wateringen, grote seminaries, stichtingen ven studiebeurzen en onvermogende (de staat van onvermogen wordt door alle bewijsstukken vastgesteld);
    • De instellingen en personen die het bewijs leveren dat zij bij wet vrijgesteld zijn van de gemeentelijke retributie.

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager bij afgifte van de stukken of inlichtingen. Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.
    De particulieren en de privé-instellingen die wensen dat de gevraagde administratie hen per post zou toegezonden worden, dienen het bedrag van de verzendingskosten vooraf te betalen aan de betrokken dienst.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Ruimtelijke Ordening, de dienst Burgerzaken en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op de afgifte van administratieve stukken.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de personen of instellingen aan wie deze stukken, door de gemeente, op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

    Artikel 3.
    Het bedrag van de retributie wordt vastgesteld als volgt:

    1. Identiteitsbewijs voor kinderen met een vreemde nationaliteit onder de twaalf jaar:
      1 euro.
    2. Elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar
      kortweg kids-ID:
      0 euro voor iedere afgifte, vernieuwing of duplicaat zowel voor de gewone als voor de spoedprocedure, vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken voor de opmaak van het document en de transportfirma die de documenten levert.
    3. Elektronische identiteitskaarten voor Belgen vanaf 12 jaar:
      1 euro voor iedere afgifte, vernieuwing of duplicaat zowel voor de gewone als voor de spoedprocedure, vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken voor de opmaak van het document en de transportfirma die de documenten levert.
    4. Elektronische verblijfskaarten voor vreemdelingen vanaf 12 jaar:
      1 euro voor iedere afgifte, vernieuwing of duplicaat zowel voor de gewone als voor de spoedprocedure, vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken voor de opmaak van het document en de transportfirma die de documenten levert.
    5. Attest van immatriculatie afgeleverd aan vreemdelingen:
      2 euro voor iedere afgifte of vernieuwing.
    6. Reispassen:
      • 6 euro, vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken voor de opmaak van het document en de transportfirma die de documenten levert zowel voor gewone als spoedprocedure.
      • 0 euro voor kinderen die de leeftijd van 18 jaar niet bereikt hebben op de datum van de aanvraag, vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Binnenlandse Zaken voor de opmaak van het document en de transportfirma die de documenten levert zowel voor gewone als spoedprocedure.
    7. Rijbewijzen
      • 5 euro voor iedere afgifte, vernieuwing of duplicaat van een Europees rijbewijs (bankkaartmodel), vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de  FOD Mobiliteit en Vervoer voor de opmaak van de rijbewijzen en de transportfirma die de documenten levert.
      • 0 euro voor iedere afgifte, vernieuwing of duplicaat van een Voorlopig rijbewijs (bankkaartmodel), vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Mobiliteit en Vervoer voor de opmaak van de rijbewijzen en de transportfirma die de documenten levert.
      • 9 euro voor iedere afgifte of vernieuwing van een Internationaal rijbewijs vermeerderd met de andere aangerekende kosten door de FOD Mobiliteit en Vervoer

    Artikel 4.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag. Het bedrag wordt in bewaring gegeven tegen afgifte van een betalingsbewijs indien het document niet onmiddellijk bij de aanvraag geleverd kan worden. Het in bewaring gegeven bedrag zal van ambtswege als een verworven contant-retributie worden geboekt .

    Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    Artikel 5.
    De stukken welke krachtens een wet, een koninklijk besluit of een ander overheidsverordening kosteloos door de gemeenten moeten afgeleverd worden, zijn van deze retributie vrijgesteld.

    Artikel 6.
    De retributie is niet toepasselijk op de afgifte van stukken, welke krachtens de wet, een koninklijk besluit of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen zijn.

    Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afleveren van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan sprake in de tarieven gevoegd bij de wet op de consulaire en kanselarijrechten.

    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Burgerzaken en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van zes jaar eindigend op 31 december 2025, wordt een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels gelegen op het grondgebied van Zandhoven.

    Voor de toepassing van dit reglement, moet er onder nachtwinkels verstaan worden, elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 21.00 en 7.00 uur open is.

    Artikel 2.
    De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden.

    Artikel 3.
    De openingsbelasting is vastgesteld op 6.000,00 euro en verschuldigd bij elke opening of wijziging van uitbating van een nachtwinkel.

    De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 500,00 euro per nachtwinkel.

    De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar.

    De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement.

    Er wordt geen korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook.

    Artikel 4.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Bij gebrek van aangifte of bij onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een belasting geheven op basis van elementen waarover het gemeentebestuur beschikt.

    Artikel 5.
    De eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan alsmede de eigenaar van het
    pand zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte
    hiervan te doen bij het gemeentebestuur.

    Ze zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op eerste
    verzoek van het gemeentebestuur. Ze worden eraan gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken.

    Teneinde de belasting te heffen, stuurt het gemeentebestuur naar alle nachtwinkels in uitbating een aangifteformulier dat binnen de door het gemeentebestuur vastgestelde periode dient ingevuld, ondertekend en teruggestuurd te worden.

    Artikel 6.
    Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige wordt een proces-verbaal van vaststelling van economische activiteit opgesteld. De vaststelling van economische activiteit zal geschieden door een beëdigd ambtenaar die daartoe een proces-verbaal opstelt. Dit proces-verbaal van vaststelling van economische activiteit wordt gelijkgesteld met vaststelling van opening van een nachtwinkel of exploitatie ervan.

    Indien om welke reden ook, de belastingplichtige geen aangifteformulier ontvangen heeft, is deze jaarlijks ertoe gehouden voor 1 maart van het belastingjaar op eigen initiatief het gemeentebestuur te informeren.

    Artikel 7.
    In geval van tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de zaak omwille van een sanctie opgelegd door daartoe bevoegde overheden, kunnen de belastingplichtigen op geen enkele schadeloosstelling aanspraak maken.

    Artikel 8.
    Elke wijziging of stopzetting van economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend
    schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.

    Artikel 9.
    De beëdigde aangestelden van het gemeentebestuur zijn gemachtigd alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.

    Artikel 10.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening van de diensten Cultuur, Sport, Jeugd, Toerisme, Ontwikkelingssamenwerking, Preventieve gezondheidszorg en Opvoedingsondersteuning.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door gebruiker en/of deelnemer aan het vrijetijdsaanbod van de dienst.

    Artikel 3.
    Voor de dienst cultuur wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Deelname aan taalcursussen: bedrag variërend van 75 tot 150 euro;
    • Toegangsprijzen podiumvoorstellingen: bedrag variërend van 0 tot 50 euro;
    • Tarief voordracht: bedrag variërend van 0 tot 15 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor de dienst sport wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Deelname initiatielessen: bedrag variërend van 20 tot 200 euro;
    • Deelname aan sportkampen: bedrag variërend van 15 tot 300 euro;
    • Deelname aan sportdagen: bedrag variërend van 0 tot 50 euro;
    • Deelname aan schoolsportdagen: bedrag variërend van 3 tot 10 euro;
    • Deelname aan sport overdag: bedrag variërend van 2 tot 100 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor de dienst jeugd wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Deelname aan dagactiviteiten: bedrag variërend van 0 tot 50 euro;
    • Deelname aan meerdaagse activiteiten: bedrag variërend van 15 tot 300 euro;
    • Deelname aan initiatielessen: bedrag variërend van 20 tot 200 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor de dienst toerisme wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Deelname aan activiteiten: bedrag variërend van 0 tot 15 euro;
    • Tarieven van brochures en kaarten fiets- en wandelroutes: bedrag variërend van 0 tot 30 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor ontwikkelingssamenwerking wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Tarief voordrachten: bedrag variërend van 0 tot 15 euro;
    • Deelname aan workshops: bedrag variërend van 0 tot 150 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor preventieve gezondheid wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Tarief voordrachten: bedrag variërend van 0 tot 15 euro;
    • Deelname aan workshops: bedrag variërend van 0 tot 150 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Voor opvoedingsondersteuning wordt een retributie gevestigd inzake:

    • Tarief voordrachten: bedrag variërend van 0 tot 15 euro;
    • Deelname aan workshops: bedrag variërend van 0 tot 150 euro;
    • Consumptieprijzen tijdens evenementen: bedrag variërend van 0 tot 25 euro.

    Artikel 4.
    Met betrekking tot de in artikel 3 vermelde tarieven worden de volgende regels inzake kortingen, annulering en terugbetaling toegepast.

    Korting wordt toegestaan aan deelnemers die in het bezit zijn van een vrijetijdstoelage.

    Annulering door de organisatie:
    Indien een minimum aan aantal vereiste deelnemers van een cursus niet behaald wordt, dan
    houdt de gemeente zich het recht voor om de cursus te annuleren. Het reeds betaalde tarief
    wordt dan teruggestort.

    Annulering door deelnemer:
    Indien de ingeschreven deelnemer van een cursus na betaling zijn deelname annuleert, kan dit zonder kosten indien de annulering minstens 5 werkdagen voor de aanvang van de activiteit gebeurt.

    Artikel 5.
    De gemeenteraad verleent machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het vaststellen van de prijzen en de tarieven van de diensten.

    Artikel 6.
    De retributie is betaalbaar door de aanvrager op het ogenblik van inschrijving, uitgezonderd voor consumptieprijzen en brochures en kaarten fiets- en wandelroutes. Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    De retributie voor consumptieprijzen en brochures en kaarten fiets- en wandelroutes is betaalbaar door de aanvrager bij afgifte. Indien de retributie niet onmiddellijk wordt geïnd, dient deze te worden betaald binnen 30 kalenderdagen na toezending van de factuur.

    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de diensten opgenomen in artikel 3 en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan het hiernavolgende reglement inzake het gebruik van diverse materialen:

    REGLEMENT: ONTLENEN VAN DIVERSE MATERIALEN

    1. Aanvraag tot gebruik
    1.1 Enkel verenigingen of groepen met maatschappelijke zetel op het grondgebied van de gemeente Zandhoven kunnen materialen ontlenen.

    1.2 Deze organisaties mogen de materialen uitzonderlijk ook ontlenen:

      • wijken of gehuchten van de gemeente
      • andere gemeentebesturen

    1.3 De aanvraag voor het ontlenen van de materialen gebeurt bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Zandhoven met het daartoe voorziene aanvraagformulier.

    1.4 De aanvraag moet ten laatste één maand voor de dag waarop de materialen ontleend worden bij het college ingediend zijn. Een aanvraag mag ten vroegste één jaar vooraf ingediend worden. Gebeurt de aanvraag niet binnen deze termijn, dan moet de aanvrager de hoogdringendheid van zijn aanvraag aantonen.

    1.5 Enkel het college van burgemeester en schepenen van Zandhoven is bevoegd om toelating te geven tot gebruik van de materialen. De burgemeester kan toelating geven in geval van hoogdringendheid. De aanvrager moet zelf aantonen dat het om een spoedgeval gaat.

    1.6 Het college bezorgt de aanvrager een antwoord op zijn vraag. Hierin staat duidelijk vermeld of de ontlening werd toegestaan of niet.

    1.7 Komen er meerdere aanvragen binnen om de materialen te ontlenen op eenzelfde datum of voor eenzelfde periode, dan is de volgende voorrangsregeling van toepassing:

      1. Is er een aanvraag bij voor een festiviteit die door het gemeentebestuur zelf wordt georganiseerd, dan krijgt deze aanvraag absolute voorrang.
      2. Is er een aanvraag bij voor een festiviteit die met de medewerking of de steun van het gemeentebestuur georganiseerd wordt, dan krijgt deze aanvraag voorrang.
      3. Is er bij de aanvragen géén zoals bedoeld onder a) of b) hierboven, dan is de datum waarop de aanvraag door het gemeentebestuur ontvangen werd bepalend.

    De aanvraag die het eerst binnen is, krijgt voorrang.

    2. Plichten van de gebruikers

    2.1 De materialen moeten in zijn oorspronkelijke staat behouden blijven.

    De materialen mogen enkel gebruikt worden voor het doel waarvoor ze ter beschikking werden gesteld.

    2.2 Wanneer de periode van gebruik verstreken is, moet de huurder de materialen degelijk en volgens de regels van de kunst proper maken zodat deze door een volgende huurder opnieuw gebruikt kunnen worden.

    2.3 De schade die aangericht wordt aan de materialen door fout gebruik of door nalatigheden van de aanvrager worden tegen werkelijke kost doorgerekend.

    3. Huurvergoeding

    3.1 Het gebruik van de materialen is gratis.

    Voor volgende materialen dient een waarborg van 50 (vijftig) euro betaald te worden. De huurder krijgt hiervan een betalingsbewijs.

      • veiligheidskoffer
      • geluidsmeter
      • beamer

    Voor volgende materialen dient geen waarborg betaald te worden:

      • tentoonstellingspanelen 1,22 x 2,44 m
      • tentoonstellingspanelen 1,2 x 1,2 m
      • vlaggenmasten (aluminium)
      • podiumplaten 1 x 2 m ( per bak van 8 platen)
      • receptietafels
      • voortogen (inox, 2 m)
      • kapstokken voor vestiaire
      • fietsenrekken (6 fietsen per rek)
      • spreekgestoelte
      • sierboompjes (enkel voor jubilarissen)
      • gft-containers
      • projectiescherm
      • plasraket

    3.2 De waarborg moet betaald worden bij de dienst Secretariaat in het gemeentehuis.

    3.3 Bij de betaling van de waarborg krijgt de huurder de materialen mee.

    3.4 De materialen waarvoor er geen waarborg is worden door medewerkers van de gemeente op de gevraagde locatie afgeleverd.

    3.5 De huurder moet de materialen waarvoor er een waarborg betaald werd ten laatste 2 dagen na de activiteit zelf afleveren bij de dienst Secretariaat van de gemeente.

    3.6 De materialen waarvoor er geen waarborg betaald werd dienen na gebruik door de huurder terug op dezelfde plaats en in dezelfde staat als bij levering, verzameld te worden zodat de medewerkers van de gemeente deze terug kunnen ophalen.

    4. Stalling, vervoer en onderhoud materialen

    4.1 Wanneer de materialen met waarborg door de huurder bij de dienst Secretariaat teruggebracht worden zullen ze gecontroleerd worden. Zijn de materialen in orde, dan wordt de waarborg op het opgegeven bankrekeningnummer teruggestort of in cash terugbetaald. Zijn de materialen niet in orde, dan houdt het gemeentebestuur de waarborg van 50 euro in.

    4.2 Het gemeentebestuur staat in voor het normale onderhoud van de materialen. Bij eventuele betwistingen wordt het burgerlijk wetboek over huurovereenkomsten gevolgd.

    4.3 De gemeente Zandhoven is verantwoordelijk voor het stallen van de materialen wanneer die niet verhuurd zijn.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitwerking van dit besluit.

    Artikel 3.
    Het reglement inzake het gebruik van de materialen treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat en de dienst Financiën overgemaakt worden.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van sportcentrum Het Hofeinde en turnzaal gemeentelijke basisschool Zandhoven.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het sportcentrum of de turnzaal.

    Artikel 3.
    Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd als volgt:

     

    Vereniging met maatschappelijke zetel in Zandhoven

    Vereniging met maatschappelijke zetel buiten Zandhoven

    Hofeinde

    10 euro

    /

    Turnzaal

    3 euro

    9 euro

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik sportcentrum of turnzaal. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Sport & Jeugd en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van de parochiezaal Sint-Stefaan Massenhoven.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de zaal of lokalen.

    Artikel 3.
    Voor het gebruik van de parochiezaal Sint-Stefaan Massenhoven zullen de volgende vergoedingen moeten worden betaald:

     

    Binnen Zandhoven

    Buiten Zandhoven + commerciële doeleinden

    Vereniging

    10

    100

    Particulier

    150

    300

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van de parochiezaal Sint-Stefaan Massenhoven. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van Huize Bruyneel.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de zaal of lokalen.

    Artikel 3.
    Voor het gebruik van Huize Bruyneel zullen de volgende vergoedingen moeten worden betaald:

     

    Binnen Zandhoven

     

    Dokterskabinet

    Hoofdkamer

    Vereniging

    5

    10

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van Huize Bruyneel. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van de Chalet Pulderbos.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de zaal of lokalen.

    Artikel 3.
    Voor het gebruik van de Chalet Pulderbos zullen de volgende vergoedingen moeten worden betaald:

     

    Binnen Zandhoven

    Buiten Zandhoven + commerciële doeleinden

    Vereniging

    10

    100

    Particulier

    100

    200

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van de Chalet Pulderbos. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van afspanning Sint-Christoffel.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de zaal of lokalen.

    Artikel 3.
    Voor het gebruik afspanning Sint-Christoffel zullen de volgende vergoedingen moeten worden betaald:

     

    Binnen Zandhoven

    Buiten Zandhoven + commerciële doeleinden

     

    Hoofdgebouw

    Hoofdgebouw+ schuur

    Hoofdgebouw

    Hoofdgebouw+ schuur

    Vereniging

    10

    10

    80

    100

    Particulier

    80

    100

    200

    300

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van afspanning Sint-Christoffel. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor het gebruik van het voormalig gemeentehuis Pulderbos.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de gebruiker van de zaal of lokalen.

    Artikel 3.
    Voor het gebruik van het voormalig gemeentehuis Pulderbos zullen de volgende vergoedingen moeten worden betaald:

     

    Binnen Zandhoven

    Buiten Zandhoven + commerciële doeleinden

    Vereniging

    10

    100

    Particulier

    150

    300

    Artikel 4.
    De retributie wordt gevestigd op het ogenblik van het gebruik van het voormalig gemeentehuis Pulderbos. De retributie zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de verzending van de factuur.

    Artikel 5.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting ingesteld op het huis-aan-huis verspreiden van ongeadresseerd reclamedrukwerk of daarmee gelijkgestelde producten in brievenbussen op het grondgebied van de gemeente Zandhoven.
    Artikel 2. - definitie
    Onder ongeadresseerd reclamedrukwerk wordt verstaan: elke publicatie die ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen en die erop gericht is een potentieel cliënteel ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.
    Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan: de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik of verbruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.
    Onder huis-aan-huis verspreiding wordt verstaan: het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.
    Onder reclamedrukwerk of gelijkgesteld product kleiner dan 1 A4 wordt verstaan:
    eenbladig reclamedrukwerk (recto of rectoverso bedrukt, al dan niet volledig bedrukt) met een maximale, opengeplooide grootte van 1 A4 (29,7 cm x 21 cm).

    Onder meerbladig reclamedrukwerk wordt verstaan: alle reclamedrukwerk dat in een catalogus of een blaadje is opgenomen ofwel aaneengeniet of geplakt is ofwel op iedere andere wijze is samengebracht waardoor het reclamedrukwerk niet losbladig is. Reclamedrukwerk dat opengeplooid groter is dan één A4 (29,7 cm x 21 cm) wordt ook aanzien als meerbladig reclamedrukwerk.
    Als verschillende reclamedrukwerken samen worden verspreid zonder dat ze op een permanente of vaste wijze één geheel vormen, wordt ieder reclamedrukwerk als een apart exemplaar beschouwd.
    Als verschillende reclamedrukwerken die qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk als afzonderlijk kunnen worden beschouwd en waarbij de meerderheid van de verscheidene reclamedrukwerken elk afzonderlijk toebehoren aan afzonderlijke adverteerders, op een in dit artikel vermelde wijze zijn samengebracht maar waarbij het geheel geen eenheid qua vorm, kleur, lay-out of ander stijlkenmerk vertoont, wordt ieder van die afzonderlijke reclamedrukwerken als een apart exemplaar beschouwd.
    Artikel 3. - belastingplichtige
    De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die geldt als de verantwoordelijke uitgever van het betreffende reclamedrukwerk.
    De drukker en de verdeler zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
    Als de uitgever, de drukker of de verdeler niet gekend zijn, dan is de natuurlijke persoon of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
    Artikel 4. - kostprijs
    De belasting wordt vastgelegd op

    1. voor ongeadresseerd reclamedrukwerk verspreid in de deelgemeente Zandhoven

    a. voor alle ongeadresseerd reclamedrukwerk kleiner dan 1 A4: 30 euro
    b. Voor alle meerbladig ongeadresseerd reclamedrukwerk: 60 euro

    2. voor ongeadresseerd reclamedrukwerk verspreid in de deelgemeente Pulderbos

    a. voor alle ongeadresseerd reclamedrukwerk kleiner dan 1 A4: 15 euro

    b. Voor alle meerbladig ongeadresseerd reclamedrukwerk: 30 euro

    3. voor ongeadresseerd reclamedrukwerk verspreid in de deelgemeente Pulle

    a. voor alle ongeadresseerd reclamedrukwerk kleiner dan 1 A4: 15 euro
    b. Voor alle meerbladig ongeadresseerd reclamedrukwerk: 30 euro

    4. voor ongeadresseerd reclamedrukwerk verspreid in deelgemeente Viersel

    a. voor alle ongeadresseerd reclamedrukwerk kleiner dan 1 A4: 10 euro

    b. Voor alle meerbladig ongeadresseerd reclamedrukwerk: 20 euro

    5. voor ongeadresseerd reclamedrukwerk verspreid in deelgemeente Massenhoven

    a. voor alle ongeadresseerd reclamedrukwerk kleiner dan 1 A4: 10 euro
    b. Voor alle meerbladig ongeadresseerd reclamedrukwerk: 20 euro

    De belasting is verschuldigd telkens een huis- aan-huis verspreiding op het grondgebied van de betreffende deelgemeente plaatsvindt, ook als er slechts in een bepaald deel van de (deel)gemeente wordt verspreid.
    Artikel 5. – vrijstellingen
    De gemeentelijke diensten, het ocmw, het AGB Zandhoven, scholen, politieke partijen, verenigingen uit Zandhoven en handelaren, zelfstandigen en ondernemers die gevestigd zijn in Zandhoven en personen gedomicilieerd in Zandhoven zijn vrijgesteld van deze belasting.
    Deze vrijstelling omvat ook een vrijstelling voor het indienen van een aangifte.
    Artikel 6. – aangifte
    De belastingplichtige is verplicht een aangifte te doen bij de gemeente via het daarvoor bestemde formulier. Hij heeft daarvoor een termijn van 14 dagen na de verspreiding van het reclamedrukwerk of daarmee gelijkgestelde product.
    De aangifte kan worden ingediend via

    - Het voorziene digitale formulier op de website www.zandhoven.be
    - Via het daarvoor bestemde formulier bezorgd via mail aan burgerzaken@zandhoven.be
    - Via het daarvoor bestemde formulier bezorgd per post aan gemeente Zandhoven, dienst burgerzaken, Liersebaan 12, 2240 Zandhoven

    De belastingplichtige dient minstens de volgende gegevens bij zijn aangifte voegen

    • de uitgever en zijn contactgegevens
    • de commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen of adverteerder die het reclamedrukwerk bevat of waarvoor het reclamedrukwerk werd opgemaakt
    • de deelgemeente waarin het reclamedrukwerk werd verspreid
    • de datum waarop de verspreiding plaatsvond
    • De grootte en het aantal pagina’s van het drukwerk

    De gemeente mag steeds een specimen van het aangegeven reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product opvragen. De gemeente mag steeds extra informatie opvragen die noodzakelijk is om de belasting te kunnen heffen.
    Indien een belastingplichtige een periodieke verspreiding doet van een reclamedrukwerk of daarmee gelijkgesteld product, kan 1 aangifte gelden voor het gehele kwartaal. De belastingplichtige dient in dat geval de aangifte binnen 14 dagen na de eerste verspreiding van het kwartaal in en is verplicht aan te geven dat het om een periodieke verspreiding gaat en hoeveel verwachte verspreidingen er zullen volgen binnen datzelfde kwartaal. Ten laatste op de laatste dag van het kwartaal (hetzij op 31 maart, 30 juni, 30 september of 31 december), geeft de belastingplichtige aan hoeveel verspreidingen er effectief zijn geweest en in welke deelgemeente(n) de verspreiding heeft plaatsgevonden.
    Artikel 7.
    De gemeente kan de verschuldigde belasting ambtshalve innen indien er geen aangifte werd gedaan of indien er een onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte werd gedaan door de belastingplichtige.
    Een belasting die ambtshalve wordt geïnd mag door de gemeente éénzijdig worden verhoogd met het bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.
    Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, deelt het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven de redenen om gebruik te maken van deze procedure en de elementen waarop de aanslag is gebaseerd, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting mee.
    De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van de verzending van deze aangetekende zending om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
    Artikel 8. – wijze van inning
    De belasting wordt geïnd door middel van een kohier en moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
    In geval het gaat om een periodieke verspreiding, zal het kohier alle verspreidingen van hetzelfde kwartaal bundelen en het verschuldigde bedrag in 1 keer inkohieren.
    Artikel 9. – bezwaren?
    De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag of een belastingverhoging, zoals vermeld in artikel 7, een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
    Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving.
    De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
    Artikel 10. – afschrift
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Financiën, de dient Secretariaat en de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een retributie gevestigd op

    1. het afleveren van gestandaardiseerde gemeentelijke zakken voor restafval
    - 1 euro per zak van 60 liter, verpakt per 20 stuks op rol
    - 0,50 euro per zak van 30 liter, verpakt per 20 stuks op rol
    De ophaling en verwijdering van restafval zal enkel gebeuren in huisvuilzakken van de gemeente. Deze huisvuilzakken zijn enkel verkrijgbaar tegen betaling van hoger vermelde retributie bij de overhandiging ervan in de voorverpakte hoeveelheden door diegene die erom verzoekt. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.
    Mag niet bij deze ophaling worden meegegeven:

    • Glas, naalden en andere scherpe voorwerpen
    • kga
    • Slachtafval
    • Zakken die meer dan 15 kg per stuk wegen

    2. het afleveren van gestandaardiseerde gemeentelijke zakken voor PMD
    - 0,12 euro per zak voor PMD, verpakt per 20 stuks op rol
    De ophaling en verwijdering van het PMD zal enkel gebeuren in gestandaardiseerde plastiekzakken van de gemeente. Deze plastiekzakken zijn enkel verkrijgbaar tegen betaling van hoger vermelde retributie bij de overhandiging ervan in de voorverpakte hoeveelheden door diegene die erom verzoekt. De gemeente behoudt het recht om zakken die niet aan de sorteerregels voldoen niet mee te nemen bij de ophaling. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    3. het inzamelen aan huis van snoeihout:
    - 40,00 euro per rit voor snoei- en/of verhakselbaar hout door de gemeente opgehaald.
    De retributie dient betaald door diegene die uitdrukkelijk om de ophaling verzoekt en wordt aangerekend per factuur.
    Het snoei- en/of verhakselbaar hout waarvoor de ophaling gevraagd wordt mag enkel afkomstig zijn van eigendommen gelegen op het grondgebied van de gemeente.
    Wordt niet opgehaald bij deze inzameling aan huis:

    • Grasafval of graszoden
    • bladafval
    • grond of aarde
    • boomstronken, wortels, boomstammen met een diameter groter dan 20 cm

    4. het inzamelen aan huis van grof huisvuil:
    - 40,00 euro per rit voor grof huisvuil door de gemeente opgehaald, vermeerderd met de kosten voor het afval volgens het retributiereglement ‘retributie op het afleveren van afval op het recyclagepark’, na weging op de weegbrug van het recyclagepark door de technische dienst.
    De retributie dient betaald door diegene die uitdrukkelijk om de ophaling verzoekt en wordt aangerekend per factuur. De aanvraag tot ophaling dient bij het gemeentebestuur toe te komen ten laatste één week voor de ophaling.
    Het grof huisvuil waarvoor de ophaling gevraagd wordt mag enkel afkomstig zijn van eigendommen gelegen op het grondgebied van de gemeente.
    Worden niet opgehaald bij deze ophaling aan huis:

    • bouw- en sloopafval
    • afvalzakken die meegegeven kunnen worden met de huisvuilophaling
    • autobanden
    • bedrijfsafval
    • kga

    5. het inzamelen aan huis van verpakkingsmateriaal en winkelafval
    - 40,00 euro per rit.
    De retributie dient betaald door diegene die uitdrukkelijk om de ophaling verzoekt en wordt aangerekend per factuur. De aanvraag tot ophaling dient bij het gemeentebestuur toe te komen ten laatste één week voor de ophaling.
    Het verpakkingsmateriaal waarvoor de ophaling gevraagd wordt mag enkel afkomstig zijn van eigendommen gelegen op het grondgebied van de gemeente.
    Het verpakkingsmateriaal en/of winkelafval mogen geenszins bevatten:

    • Ontplofbare, giftige of schadelijke stoffen
    • Nijverheidsvuil
    • Glas
    • Dierlijk afval
    • Huisvuil

    6. Het afleveren aan huis van compost
    - 40 euro per rit.
    De retributie dient betaald door diegene die uitdrukkelijk om de levering verzoekt en wordt aangerekend per factuur. Dit bedrag omvat de kostprijs van de compost in bulk niet. De gemeente haalt de gevraagde hoeveelheid compost op bij de composteerinstallatie van IGEAN te Brecht. De gemeente kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de samenstelling en de kwaliteit van de afgeleverde compost. De aanvrager is de kostprijs van de compost in bulk verschuldigd aan de gemeente bovenop deze retributie.

    Artikel 2.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan Igean milieu & veiligheid, de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Milieu en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een retributie gevestigd op

    1. het brengen van steenpuin, cellenbeton, gips en ander bouw-en sloopafval dat niet specifiek apart in deze beslissing wordt vermeld:
    - 0,04 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    2. het brengen van asbestcementplaten:
    - 0,25 euro per kg vanaf de 1001ste kg aangevoerd op het recyclagepark door hetzelfde gezin gedurende hetzelfde kalenderjaar.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    3. het brengen van roofing:
    - 0,25 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    4. het brengen van groot huisvuil:
    - 0,25 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    5. het brengen van hout:
    - 0,25 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    6. het brengen van boomstronken:
    - 0,04 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    7. het brengen van graszoden:
    - 0.04 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    8. het brengen van landbouwfolie:
    - 0.02 euro per kg.
    De retributie is eisbaar op het moment van aflevering op het recyclagepark. De openbare diensten zijn niet onderworpen aan onderhavige retributie.

    Artikel 2.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan Igean milieu & veiligheid, de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Milieu en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder navolgende voorwaarden een retributie gevestigd op het ontvangen van een extra GFT+-container en het reglementair aanbieden ervan voor de reguliere ophaling.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager en moet betaald worden binnen 30 dagen volgend op de verzending van de factuur door het gemeentebestuur. De aanvrager wordt na betaling van de factuur eigenaar van de GFT+-container. De levering gebeurt na ontvangst van de betaling.

    Artikel 3.
    De retributie wordt vastgelegd op het éénmalige bedrag van 800 euro per extra GFT+-container.

    Artikel 4.
    De aanvraag voor de aankoop van een extra GFT+-container gebeurt via het daartoe bestemde aanvraagformulier en wordt elektronisch of schriftelijk ingediend bij de milieudienst. De aanvraag wordt na ontvangst getoetst aan het retributiereglement. Het schepencollege behoudt zich steeds het recht om een aanvraag te weigeren.

    Artikel 5.
    De extra GFT+-container wordt door de gemeente voorzien van een herkenbare sticker die de naam en het adres van de eigenaar vermeldt. De container mag enkel aangeboden worden aan het bijhorende adres. De sorteerregels en de regels rond het aanbieden van de container voor ophaling moeten steeds nageleefd worden.

    Artikel 6.
    Een extra GFT+-container kan enkel aangevraagd worden door personen ingeschreven in het bevolkingsregister van Zandhoven. Een extra GFT+-container kan niet aangevraagd worden door:
    • een bedrijf of onderneming gevestigd in Zandhoven
    • de eigenaar van een perceel waarop geen woning gevestigd is.
    • de eigenaar van een tweede verblijf op het grondgebied van Zandhoven.

    Artikel 7.
    Als de eigenaar van een aangekochte GFT+-container binnen de gemeente verhuist, wordt hiervan minstens 1 maand voor de verhuisdatum melding gemaakt bij de milieudienst van de gemeente. De gemeente voorziet een aangepaste sticker met de naam en het nieuwe adres van de eigenaar voor de extra GFT+-container zodat deze reglementair aangeboden kan worden op het nieuwe adres.

    Artikel 8.
    De gemeente kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor diefstal, verlies of schade aan een aangekochte GFT+-container.

    Artikel 9.
    In geval van diefstal of schade voordat de termijn van 25 jaar verstreken is, kan door de eigenaar een nieuwe GFT+-container aangekocht worden tegen aankoopprijs. De gemeente voorziet een aangepaste adressticker zodat de nieuwe GFT+-container reglementair aangeboden kan worden voor ophaling. De gemeente behoudt zich het recht om bewijsmateriaal te vragen van de diefstal of de schade aan de hand van foto’s of een politieaangifte.

    Artikel 10.
    Een aangekochte extra GFT+-container kan niet overgedragen worden aan een nieuwe eigenaar.

    Artikel 11.
    Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Milieu en de toezichthoudende overheid.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025, wordt, binnen de perken van de beschikbare budgetten, een aanvullende premie toegekend op de premies voor dakisolatie of zoldervloerisolatie, vloer- of kelderisolatie- en na-isolatie van spouwmuren of buitenmuren die door de netbeheerder, zijnde Fluvius System Operator cvba, met maatschappelijke zetel te 9090 Melle, Brusselsesteenweg 199, worden verleend.

    Artikel 2.

    Enkel natuurlijke personen die in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven zijn ingeschreven en natuurlijke personen die eigenaar zijn van een woning gelegen in Zandhoven, die vanwege de intercommunale Fluvius System Operator cvba een premie voor dakisolatie of zoldervloerisolatie, vloer- of kelderisolatie- en/of na-isolatie van spouwmuren of buitenmuren hebben verkregen voor een gebouw dat gestaan en gelegen is op het grondgebied van de gemeente Zandhoven, komen in aanmerking voor de aanvullende premie.
    Deze premie kan slechts éénmaal per adres bekomen worden per isolatiecategorie (éénmaal voor dak- of zoldervloerisolatie, éénmaal voor vloer- of kelderisolatie en éénmaal voor na-isolatie van spouwmuren of buitenmuren).

    Artikel 3.
    Het bedrag van de aanvullende premie is 50 euro per isolatiecategorie. De premie mag gecumuleerd worden voor de verschillende isolatiecategorieën en mag gecumuleerd worden met andere premies of met subsidies uitgekeerd door andere overheden.

    Artikel 4.
    De aanvullende premie moet aangevraagd worden binnen zes maanden na de datum vermeld op het bankrekeninguittreksel waarbij Fluvius System Operator cvba ten gunste van de aanvrager de isolatiepremie heeft overgeschreven. De aanvraag gebeurt op het hiervoor door de gemeente opgestelde formulier. Dit moet vergezeld zijn van een kopie van het rekeninguittreksel waarop de storting van de isolatiepremie door Fluvius System Operator cvba staat afgeprint of de bevestigingsbrief van Fluvius System Operator cvba waarin bevestigd wordt dat de aanvrager voldoet aan de actievoorwaarden.

    Artikel 5.

    De aanvullende premie komt toe aan de persoon die genieter is van de premie uitgekeerd door Fluvius System Operator cvba.

    Artikel 6.

    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Milieu en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een retributie geheven op de terbeschikkingstelling van toeristische brochures, plannen en andere publicaties.

    Artikel 2.
    De retributies voor de toeristische brochures en andere publicaties worden als volgt vastgesteld:

    A. Kaarten Fietsnetwerk: kostprijs
    B. Themaroutes: gratis
    C. Kaarten Wandelnetwerk: kostprijs
    E. Ruiterpaden: kostprijs

    Artikel 3.
    De retributie moet betaald worden op het ogenblik van de aankoop van het toeristisch promotiemateriaal.
    De particulieren en de privé-instellingen die wensen dat de gevraagde stukken hen per post zouden toegezonden worden, dienen het bedrag van de verzendingskosten vooraf te betalen aan de betrokken dienst.

    Artikel 4.
    Afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Toerisme, de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt jaarlijks een algemene gemeentebelasting op de gezinnen geheven.
    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door ieder gezin dat op 1 januari van het dienstjaar zijn hoofdverblijfplaats heeft in de gemeente Zandhoven.
    Onder gezin wordt verstaan:

    • Een persoon die alleen woont
    • Twee of meer personen – al dan niet verwant” – die gewoonlijk in een en dezelfde woning verblijven en er samenwonen

    De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon overeenkomstig de inschrijving in het bevolkingsregister. De betaling van de belasting is hoofdelijk verschuldigd door elk lid van het gezin.
    De belasting is onverdeeld verschuldigd voor het volledige dienstjaar.
    Artikel 3.
    De belasting wordt vastgesteld op:

    a) Voor alleenwonenden: 60 euro
    b) Voor gezinnen bestaande uit meerdere personen: 75 euro

    De gerechtigden bedoeld in art. 37 &1 en &19 eerste lid van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, meestal ook aangeduid als “rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming”, genieten een korting van 15 euro per aanslag. De belastingvermindering kan niet gecumuleerd worden door meerdere leden van een gezin.
    De gezinstoestand op 1 januari van het dienstjaar wordt in aanmerking genomen.
    Artikel 4.
    De belastingvermindering in gevallen bedoeld in artikel 3 zal ambtshalve worden toegepast op basis van de informatie ter beschikking gesteld door de kruispuntbank van de sociale zekerheid.
    De belastingplichtigen bij wie de belastingvermindering niet ambtshalve werd toegepast kunnen bij het gemeentebestuur een vermindering aanvragen met een kleefbriefje van het ziekenfonds. Je hebt recht op de vermindering als het derde cijfer van de code een 1 is.
    Artikel 5.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en wordt uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
    Artikel 6.
    De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.
    Artikel 7.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een aanvullende gemeentebelasting gevestigd op de belasting op de natuurlijke personen, die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

    Artikel 2.
    De belasting wordt vastgesteld op 7 procent van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

    Artikel 3.
    De vestiging en de inning van de gemeentebelasting zullen door toedoen van het bestuur van de directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

    Artikel 4.
    Een afschrift van de beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 worden ten bate van de gemeente zeshonderd veertien opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven.

    Artikel 2.
    Deze gemeenteopcentiemen worden ingevorderd door de Vlaamse Belastingdienst.

    Artikel 3.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op tweede verblijven.

    Artikel 2.

    Als tweede verblijf wordt beschouwd elke woongelegenheid waarvan degene, die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vast woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

    Onder tweede verblijf wordt niet verstaan:

    - Het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit;
    - De tenten, woonaanhangwagens en verplaatsbare caravans tenzij zij ten minste zes maanden opgesteld blijven om als woongelegenheid te worden aangewend;
    - De leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs voorgelegd wordt dat zij in de loop van het, aan het belastingjaar voorafgaand kalenderjaar, niet als tweede verblijf werd aangewend.

    Artikel 3.
    De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersonen die eigenaar zijn van het tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar voor gans het jaar en ondeelbaar.

    Artikel 4.
    De belasting wordt vastgesteld op 500 euro per tweede verblijf.

    Artikel 5.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 6.
    De belastingplichtige moet ten laatste voor 31 januari van het aanslagjaar aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit, door middel van het formulier waarvan het model door het college van burgemeester en schepen werd vastgesteld bij de dienst Omgeving (Liersebaan 12 – 2240 Zandhoven)

    Artikel 7.
    Bij gebrek van een aangifte binnen de in de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
    Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
    De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

    Artikel 8.
    De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 9.
    De overeenkomstig artikel 7 ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt eveneens ingekohierd.

    Artikel 10.
    Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

    Artikel 11.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Omgeving en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.

    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie aangerekend voor de gemeentelijke dienstverlening voor het afleveren van omgevingsvergunningen.

    Artikel 2.
    De retributie is verschuldigd door de aanvrager, ongeacht of de melding of aanvraag wordt vergund.

    Artikel 3.
    De retributie wordt berekend als volgt:

    - Publicatie van berichten in dag – of weekbladen: de werkelijke kosten.
    - Het versturen van aangetekende zendingen in kader van het openbaar onderzoek: de werkelijke kosten.
    - Kosten voor het organiseren van een informatievergadering: de werkelijke kosten voor het huren van de zaal.
    - Kosten voor het afdrukken van een dossier (inclusief plannen) in het kader van een beroepsprocedure: 0,05 euro per afdruk A4 en 0,10 euro per afdruk A3 of A4 recto verso (voor zover het dossier niet digitaal aan de beroepsinstantie bezorgd kan worden).

    Artikel 4.
    De retributie is niet verschuldigd voor:

    - De aanvragen door overheden (staat, provincies, gemeenten), openbare besturen en daarmee gelijkgestelde instellingen en instellingen van openbaar nut.
    - De aanvragen voor de bouw van sociale huurwoningen door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en door haar erkende huisvestingsmaatschappijen.
    - Procedurestappen die worden overgedaan in het kader van de administratieve lus (art. 13 van het omgevingsvergunningendecreet)
    - Dossiers waarin de gemeente niet tijdig een beslissing nam (art. 32§4 en 45§2 van het omgevingsvergunningsdecreet)
    - Dossiers die niet op vraag van de vergunningshouder werden opgestart, met uitzondering van de bekendmaking van het verstrijken van het verstrijken van elke geldigheidsperiode van 20 jaar van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur (art. 83 van het omgevingsvergunningsdecreet).

    Artikel 5.
    De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de factuur. De dienst omgeving belast met het behandelen van de aanvragen voor een omgevingsvergunning, houdt de nodige bewijsstukken bij om de werkelijke kosten te bewijzen. De bewijsstukken kunnen bestaan uit facturen, lijsten met aangeschreven personen, bewijsstukken van kosten voor aangetekende zendingen,…

    Artikel 6.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Omgeving en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn van zes jaar eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
    Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

    Onder leegstaande gebouwen en woningen wordt verstaan de gebouwen en woningen omschreven in artikel 1.2 en 2.2.6 van het decreet grond – en pandenbeleid.

    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
    Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
    Een gemeente, alle aan de gemeente ondergeschikte besturen of een sociale huisvestingsmaatschappij (erkend door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) is als houder van het zakelijk recht niet belastingplichtig.
    Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
    In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

    • Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;
    • Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
    • Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

    Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerst volgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

    Artikel 3.
    De belasting wordt vastgesteld op:

    1. Voor een leegstaand gebouw: 990 euro;
    2. Voor een leegstaande woning:
      1. 990 euro voor een ééngezinswoning;
      2. 75 euro voor een kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits – en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers en latere wijzigingen;
      3. 300 euro voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b).

    Indien het gebouw of de woning een tweede opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris wordt de belasting vastgesteld op:

    1. Voor een leegstaand gebouw: 1.980 euro;
    2. Voor een leegstaande woning:
      1. 1.980 euro voor een eengezinswoning
      2. 150 euro voor een kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits – en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers en latere wijzigingen;
      3. 600 euro voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b).

    Indien het gebouw of de woning een derde opeenvolgende termijn van twaalf maanden op de inventaris wordt de belasting vastgesteld op:

    1. Voor een leegstaand gebouw: 2.970 euro;
    2. Voor een leegstaande woning:
      1. 2.970 euro voor een eengezinswoning
      2. 300 euro voor een kamer of studentenkamer in de zin van artikel 2 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits – en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers en latere wijzigingen;
      3. 900 euro voor elke andere woning dan deze, vermeld onder a) en b).

    Artikel 4.
    1. Van de belasting wordt vrijgesteld:

    1° de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorzieningen verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische en/of geneeskundige instelling
    2° de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolgde een gerechtelijke beslissing;
    3° de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

    2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

    1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan
    2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
    3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.
    4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;
    5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.
    6° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op de renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2 van de Vlaamse Wooncode;
    7° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

    §1 Indien het gaat om een renovatieproject dat in zijn totaliteit niet – vergunningsplichtig is, kan er een vrijstelling verleend worden op voorwaarde dat de woning gerenoveerd wordt blijkens een gedetailleerd renovatieschema waaruit blijkt dat er renovatiewerken aan het belaste pand uitgevoerd worden.
    §2 Het gedetailleerd renovatieschema dient volgende stukken te bevatten:

      1. Een tekening of schets van het pand met aanduiding van de geplande werken;
      2. Een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken;
      3. Een raming van de kosten van de werken middels:
        • Hetzij een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer;
        • Hetzij een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd;
        • Hetzij een combinaties van beide offertes.
      4. Een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd gaan worden;

    §3 met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 2 jaar volgend op de ontvangstdatum van het renovatieschema, deze vrijstelling kan slechts éénmaal door dezelfde eigenaars voor hetzelfde pand worden toegekend;

    9° een handelszaak met bovenliggende woonst waarvan geen aparte toegang is tot de woonruimte en waarvan de uitbater van dit handelspand deze mee in gebruik heeft in functie van de handelsactiviteit

    3. De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk, samen met de aanvraag tot vrijstelling, de nodige bewijsstukken in te dienen bij de beheerder van het leegstandsregister.

    Artikel 5.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 6.
    De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 7.
    De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
    Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 8.
    Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

    Artikel 9.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Omgeving en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Met ingang van 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op allerhande masten, pylonen en andere draagconstructies geplaatst in open lucht die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

    Onder ‘masten, pylonen en andere draagconstructies’ moet worden verstaan:

    • ‘mast’: een vaststaande verticale structuur, ongeacht de hoogte, die al dan niet geplaatst wordt op een dak of op een andere bestaande constructie en met een hoogte van minstens 20 meter, te meten vanaf het maaiveld.
    • ‘pyloon’: een individuele en vaststaande verticale constructie of steuntoren die wordt opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 20 m.
    • ‘ draagconstructie’: iedere individuele op zichzelf staande verticale structuur, met uitsluiting van gebouwen, die opgericht is op het niveau van het maaiveld en die hoofdzakelijk dient als draagstructuur voor lichtinstallaties, geluidsinstallaties, het transport van energie – en radio installaties en met een hoogte van minstens 20 m.

    Artikel 2.
    De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast, pyloon of andere draagconstructie op 1 januari van het aanslagjaar. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast, pyloon of andere draagconstructie in de loop van het jaar wordt weggenomen.

    Artikel 3.
    De belasting wordt vastgesteld op 2000 euro per jaar per mast, pyloon of andere draagconstructie en is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast, pyloon of andere draagconstructie in de loop van het jaar wordt weggenomen.

    Artikel 4.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 5.
    De belastingplichtige moet ten laatste voor 31 januari van het aanslagjaar aangifte doen van het aantal belastbare masten en pylonen en/of andere constructies op het grondgebied van de gemeente op de dienst Omgeving (Liersebaan 12 - 2240 Zandhoven).

    De aangifte moet gedaan worden op het formulier dat door het gemeentebestuur ter beschikking wordt gesteld op de dienst Omgeving (Liersebaan 12 - 2240 Zandhoven). De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, moet er zelf om verzoeken.
    De belastingplichtige is gehouden elke wijziging in het aantal masten en/of pylonen en andere draagconstructies waarvan hij eigenaar is geworden tijdens het aanslagjaar van onderhavig reglement, op eigen initiatief aan het gemeentebestuur bekend te maken binnen de maand na de wijziging.

    Artikel 6.
    Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

    Artikel 7.
    De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 8.
    De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
    Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 9.
    Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

    Artikel 10.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Omgeving en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:

    - Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

    a) een aangetekend schrijven;
    b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.
    c) een elektronische aangetekende zending.

    - Bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen
    - Gebouw: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 2° van het Heffingsdecreet;
    - Gewestelijke inventarislijst van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventarislijst, tot 31 december 2016 vermeld in artikel 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet;
    - Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet;
    - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;
    - Heffingsdecreet: het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;
    - Registerbeheerder: de gemeentelijke administratieve eenheid door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;
    - Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;
    - Woning: het onroerend goed vermeld in artikel 24, 5° van het Heffingsdecreet;
    - Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

    a) de volle eigendom;
    b) het recht van opstal of van erfpacht;
    c) het vruchtgebruik.

    Artikel 2.
    De door het college van burgemeester en schepenen belaste personeelsleden, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

    Artikel 3.
    De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij en hierin worden de woningen of gebouwen, waarvan is vastgesteld dat ze verwaarloosd zijn, opgenomen vanaf de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn of wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

    Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

    Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

    Artikel 4.
    Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

    Artikel 5.
    Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

    Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift: 

    1° ondertekend en gemotiveerd zijn;
    2° met een beveiligde zending worden ingediend;
    3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

    a)de identiteit en het adres van de indiener;
    b)de vermelding van het nummer van de administratieve akte;
    c)de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

    4° worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 4.

    De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

    De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

    De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

    Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

    Artikel 6.
    Een woning of gebouw wordt geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de gemeente.

    Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:
    1° ondertekend en gemotiveerd zijn;
    2° met een beveiligde zending worden ingediend;
    3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

    a) de identiteit en het adres van de indiener;
    b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

    De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

    Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

    Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

    Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

    Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van beslissing van het college van burgemeester en schepenen
    geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

    Artikel 7.
    Met ingang van 1 januari 2020 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een belasting geheven op verwaarloosde gebouwen en woningen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register voor gebouwen en woningen.
    Zolang het verwaarloosd gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

    Onder verwaarloosde gebouwen en woningen moet worden verstaan gebouwen en woningen die door het college van burgemeester en schepenen als verwaarloosd zijn vastgesteld in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag (dat als bijlage is toegevoegd). Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

    Artikel 8.
    De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het verwaarloosde gebouw of woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
    Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
    Een gemeente, alle aan de gemeente ondergeschikte besturen of een sociale huisvestingsmaatschappij (erkend door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) is als houder van het zakelijk recht niet belastingplichtig.
    Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.
    In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het register verwaarloosde gebouwen en woningen. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

    - Naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel;
    - Datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;
    - Nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

    Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerst volgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

    Artikel 9.
    De basisbelasting wordt vastgesteld op 1000 euro per gebouw of woning en wordt verhoogd naar gelang het aantal jaren de woning of het gebouw staat opgenomen:

    - 1ste heffingsjaar: de basisbelasting
    - 2de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 25%
    - 3de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 50%
    - 4de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 75%
    - 5de werkingsjaar: de basisbelasting verhoogd met 100%

    Artikel 10.
    Van de belasting wordt vrijgesteld:

    1. de belastingplichtige die sinds minder dan een jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht;
    2. de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling. De vrijstelling geldt maximum voor 1 woning van de belastingplichtige en voor maximum 2 jaar. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgegeven door de instelling.
    3. de woning of gebouw, krachtens decreet, beschermd is als monument, stads- of dorpsgezicht en waarvoor een restauratiepremiedossier bij de bevoegde overheid is ingediend en ontvankelijk verklaard;
    4. de woning of het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling jaarlijks opnieuw moet aangevraagd worden en slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
    5. de woning of het gebouw gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning.
    6. de woning of het gebouw gerenoveerd wordt zonder omgevingsvergunning, mits de betrokkene door middel van een gedetailleerd dossier (timing, aard werken, kostprijs) aantoont dat het een totale verbouwing betreft en waarbij de woning wordt aangepast aan de huidige woningkwaliteitsnormen.Het gedetailleerd renovatieschema dient volgende stukken te bevatten:

    - Een tekening of schets van het pand met aanduiding van de geplande werken;
    - Een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken;
    - Een raming van de kosten van de werken middels:

    • Hetzij een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer;
    • Hetzij een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd;
    • Hetzij een combinaties van beide offertes.

    - Een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd gaan worden;

    Met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 2 jaar volgend op de ontvangstdatum van het renovatieschema, deze vrijstelling kan slechts eenmaal door dezelfde eigenaars voor hetzelfde pand worden toegekend.

    7. de woning of het gebouw eigendom is van: een erkende sociale huisvestingsmaatschappij, een erkend sociaal verhuurkantoor, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, IGEAN, AGB, OCMW, voor een periode van maximum 2 jaar.

    8. de woning of het gebouw gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid voorlopig of goedgekeurd onteigeningsplan;

    De zakelijk gerechtigde die gebruik wenst te maken van een vrijstelling van de belasting dient zelf hiervoor schriftelijk, samen met de aanvraag tot vrijstelling, de nodige bewijsstukken in te dienen bij de registerbeheerder.

    Artikel 11.
    De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

    Artikel 12.
    De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 13.
    De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
    Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

    Artikel 14.
    Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn,rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.

    Artikel 15.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat, de dienst Financiën, de dienst Omgeving en aan de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot gemeentelijke erkenning van sportverenigingen:

    REGLEMENT TOT GEMEENTELIJKE ERKENNING VAN SPORTVERENIGINGEN

    Erkenningsvoorwaarden:

    Artikel 1.
    De vereniging moet een vereniging zonder winstoogmerk of een feitelijke vereniging zijn.

    Artikel 2.
    De meerderheid van de bestuursleden en de sportende leden samen moet in de gemeente wonen of gewoond hebben gedurende minimum 5 jaar,
    of
    minstens de helft van de sportieve activiteiten moet plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente. Indien de vereniging kan aantonen dat er geen, onvoldoende of niet gepaste accommodatie aanwezig is op het gemeentelijke grondgebied, dan is deze voorwaarde niet van toepassing.

    Artikel 3.
    Verenigingen die reeds erkend worden als gemeentelijke jeugdvereniging of gemeentelijke culturele vereniging via andere gemeentelijke erkenningsreglementen, komen niet in aanmerking voor erkenning als sportvereniging.

    Artikel 4.
    De sportvereniging moet een open vereniging zijn. Hieronder wordt verstaan dat iedereen lid kan worden van de sportvereniging op voorwaarde dat hij/zij de waarden en normen, reglementen en doelstellingen van de vereniging eerbiedigt.

    Artikel 5.
    Een kopie van de statuten of het huishoudelijk reglement van de sportvereniging moet in het bezit zijn van de sportdienst.

    Artikel 6.
    De sportvereniging moet een autonoom bestuur hebben met minstens 3 personen met respectievelijk volgende taakverdeling: voorzitter, penningmeester en secretaris.

    Artikel 7.
    Om in aanmerking te komen voor erkenning moet de sportvereniging minstens 10 aangesloten actieve leden hebben (steunende leden en ereleden zijn geen actieve leden).

    Artikel 8.
    De sportvereniging heeft een werking in het Nederlandse taalgebied. De sportvereniging dient het Nederlands te gebruiken bij haar werking en organisatie. Alle gegevens en documenten van de sportvereniging dienen in het Nederlands aanwezig te zijn op de zetel.

    Artikel 9.
    De sportvereniging moet een actieve werking kunnen aantonen, d.w.z. minimum 2 sportactiviteiten (trainingen en/of wedstrijden) per week gedurende minstens 30 weken per jaar en dit reeds gedurende minimum 3 jaar.

    Artikel 10.
    De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de sportvereniging, haar bestuurders en haar lesgevers moet door een verzekering gedekt zijn.

    Artikel 11.
    De sportvereniging moet ter bescherming van haar aangesloten leden een verzekeringspolis afsluiten.

    Artikel 12.
    Verenigingen kunnen als sportvereniging erkend worden als binnen die vereniging activiteiten in ploegverband of individueel worden beoefend met een competitief of recreatief karakter en waarbij de fysieke inspanning centraal staat.

    Artikel 13.
    Sportverenigingen die bij een door de Vlaamse Regering erkende Vlaamse sportfederatie zijn aangesloten, worden automatisch erkend door het gemeentebestuur, maar dienen wel een aanvraag in te dienen.

    Artikel 14.
    De erkenning kan verkregen worden door te voldoen aan de onderstaande procedure:
    De aanvraag tot erkenning wordt door de sportvereniging op de daartoe bestemde formulieren ingediend bij de sportdienst.
    De sportdienst legt de aanvraag samen met het advies van de sportraad, voor aan het college van burgemeester en schepenen, dat de sportvereniging al dan niet erkent.
    De erkenningsaanvraag moet ingediend worden voor 15 september.

    Artikel 15.
    Het college van burgemeester en schepenen kan de erkenning terug intrekken als de vereniging niet meer voldoet aan de bepalingen van dit reglement of bij fraude.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op de gemeentelijke erkenning van sportverenigingen, zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 19 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Financiën en de dienst Secretariaat worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot het subsidiëren van een kamp georganiseerd door het jeugdwerk:

    REGLEMENT BETREFFENDE HET SUBSIDIËREN VAN EEN KAMP GEORGANISEERD DOOR HET JEUGDWERK

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen het krediet daartoe voorzien in de budgetten kan aan de Zandhovense jeugdverenigingen een kamptoelage worden toegekend volgens de voorwaarden hieronder bepaald.

    Artikel 2.
    Onder “kamp” wordt verstaan een meerdaags ononderbroken verblijf waarbij activiteiten worden georganiseerd die eigen zijn aan het karakter van de verenigingen.
    Het kamp omvat minstens 4 overnachtingen. Het totaal aantal deelnemers moet minstens 15 bedragen. Voor- en nakampen zijn niet subsidieerbaar.

    Artikel 3.
    Om betoelaagd te kunnen worden moet de vereniging, die een jeugdkamp wenst te organiseren, aan volgende voorwaarden voldoen:

      1. Een vereniging zijn opgericht op particulier initiatief met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht of een lokale geleding of afdeling zijn van een gewestelijke of landelijke organisatie met een dergelijk statuut.
      2. De zetel van de vereniging dient zich op het grondgebied van de gemeente Zandhoven te bevinden.
      3. 2/3 van de leden moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente.
      4. Het terrein waarop het kamp plaatsvindt, dient voldoende waarborgen te bieden qua veiligheid voor de kinderen. Hiervoor wordt verwezen naar de normen van de Vlaamse Gemeenschap.
      5. De vereniging dient over voldoende begeleidingspersoneel te beschikken: als norm wordt gesteld dat er max. 10 kinderen (max. 18 jaar) aan de hoede van één begeleider worden toevertrouwd. Voor anders-valide kinderen geldt max. 2 kinderen per begeleider.
      6. De verantwoordelijkheid van het kamp dient gedragen te worden door een persoon die ten minste 21 jaar oud is, pedagogisch gevormd of 5 jaar ervaring heeft in het jeugdwerk.

    Artikel 4.
    Gedurende de periode waarin de kinderen opgevangen worden zijn de inrichters verantwoordelijk voor alle eventuele ongevallen en schade veroorzaakt door handelingen van de kinderen en het begeleidend personeel en dit ook ten overstaan van derden. Bij een erkende verzekeringsmaatschappij dient de inrichter zich hiervoor voldoende te verzekeren, zowel voor wat betreft de burgerlijke aansprakelijkheid, als voor wat de schade aangaat die de deelnemers zelf bij eventuele ongevallen zouden kunnen lijden.

    Artikel 5.
    Verenigingen die in de zomervakantie (juli/augustus) een jeugdkamp wensen te organiseren dienen dit voor 1 mei mede te delen bij het gemeentebestuur, Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven.

    Artikel 6.
    Het gemeentebestuur kan te allen tijde een inspectie ter plaatse uitvoeren.

    I. Toelage of steun

    Artikel 7.
    De toelagen worden verdeeld per jaar en worden berekend als volgt:

      1. per deelnemend lid (zonder functie): 1 punt per overnachting
      2. per leid(st)er zonder basisattest: 2 punten per overnachting
      3. per leid(st)er met basisattest: 4 punten per overnachting
      4. per nacht per leid(st)er met geldig EHBO brevet of diploma van verple(e)g(st)er en/of diploma hoofdanimator: 2 extra punten

    Het bedrag van de toelage wordt als volgt berekend:
    Aantal behaalde punten x 1 euro

    Artikel 8.
    Er kan een bijkomende toelage bekomen worden voor acties die ondernomen worden in het kader van “duurzaam op kamp gaan”:

           

    Actie

    Bewijsstukken

    Punten

     

    De vereniging gaat met de fiets op kamp. Indien de afstand te ver is wordt er gekozen voor het openbaar vervoer. (*)

    Ticket openbaar vervoer, foto’s of kampbrief

    3 punten

     

    De vereniging koopt fruit en groenten, melk, eieren, vlees, … aan bij een lokale landbouwer. Er wordt voorrang gegeven aan seizoensgebonden fruit en groenten, deze hebben immers minder energie nodig voor productie en bewaring.

    Kasticket of verklaring op eer van de lokale landbouwer

    3 punten

     

    De kinderen worden gestimuleerd om brooddozen en drinkbussen te gebruiken.

    Kampbrief (bagagelijst)

    1 punt

     

    De vereniging vangt het regenwater op en gebruikt dit in het spelprogramma (waterspelletjes, verven, modderspelen, …)

    Foto en verklaring op eer

    1 punt

     

    De vereniging maakt zelf grote hoeveelheden of kiest voor grote verpakkingen i.p.v. apart verpakte producten.

    Winkellijst + kasticket

    2 punten

     

    De vereniging zet één veggiedag op het menu.

    Foto, verklaring op eer of menu

    2 punten

     

    De vereniging sorteert het afval en zoekt naar een manier om het keukenafval te verwerken (gebruik van een compostvat, kippen mee op kamp of kippen van de lokale boet voederen, …)

    Verklaring op eer, foto’s

    2 punten

     

    Op het kamp wordt in de keuken en voor het onderhoud gekozen voor milieuvriendelijke onderhoudsproducten

    Kasticket

    1 punt

    (*) Als een deel van de leden van de vereniging met de fiets op kamp gaat, dan kan de vereniging slechts 2 punten verdienen.

    De financiële ondersteuning wordt toegekend op basis van het aantal deelnemers aan het kamp en het aantal behaalde punten:

    Behaalde punten Overeenstemmend subsidiebedrag per persoon
    4 tot 6 punten 1 euro per persoon
    6 tot 10 punten 2 euro per persoon
    11 tot 15 punten 3 euro per persoon

    Artikel 9.

    Het bedrag dat als kamptoelage wordt uitgekeerd, kan nooit het totaal van deze bewijsstukken overschrijden.

    III. Procedure

    Artikel 10.
    Na het kamp dient elke vereniging en in ieder geval uiterlijk op 15 november van het dienstjaar een aanwezigheidslijst en de betalingsbewijzen met betrekking tot het georganiseerde kamp voor te leggen.

    Artikel 11.
    Het niet of niet-tijdig inleveren van de vereiste formulieren of het verstrekken van onjuiste informatie, heeft tot gevolg dat de betrokken vereniging geacht zal worden geen aanvraag tot het bekomen van de toelage te hebben ingediend zodat de vereniging geen aanspraak kan maken op deze toelage voor dat werkjaar.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 12.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 13.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 13.
    De aanvragende vereniging dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op het subsidiëren van een kamp georganiseerd door het jeugdwerk zoals goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Financiën, de dienst Secretariaat worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot de betoelaging voor de organisatie van culturele activiteiten voor de jeugd:

    REGLEMENT INZAKE BETOELAGING VOOR DE ORGANISATIE VAN CULTURELE ACTIVITEITEN VOOR DE JEUGD

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Voor zover een krediet in de budgetten van de gemeente is ingeschreven, kan het gemeentebestuur een toelage verlenen voor de organisatie van culturele activiteiten voor de jeugd.

    Artikel 2.
    Om aanspraak te kunnen maken op de specifieke toelage voor de organisatie van culturele activiteiten voor de jeugd, moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
    Een erkende jeugdvereniging zijn opgericht op particulier initiatief met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht of een lokale geleding of afdeling zijn van een gewestelijke of landelijke organisatie met een dergelijk statuut.
    De zetel van de vereniging dient zich op het grondgebied van de gemeente Zandhoven te bevinden.
    2/3 van de leden moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven.
    De aanvragende vereniging moet zelf de organisator zijn van de culturele activiteit voor de jeugd.

    I. Toelage of steun

    Artikel 3.
    Het gemeentebestuur zal een toelage verlenen met een maximale tussenkomst van 500 euro per jaar en per vereniging voor de organisatie van culturele activiteiten voor de jeugd.

    III. Procedure

    Artikel 4.
    De toelage dient minstens 14 dagen voor de culturele jeugdactiviteit aangevraagd te worden.

    Artikel 5.
    De aanvraag moet door de betrokken vereniging schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het College van Burgemeester en Schepenen, Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 6.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 7.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 8.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement in verband met de betoelaging voor de organisatie van culturele activiteiten, zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Financiën en de dienst Secretariaat worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan hiernavolgend reglement met betrekking op de gemeentelijke toelage voor het organiseren van opleidingen voor jeugdsportbegeleiders:

    REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE TOELAGE VOOR HET ORGANISEREN VAN OPLEIDINGEN VOOR JEUGDSPORTBEGELEIDERS

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen het krediet daartoe voorzien in de budgetten, verstrekt de gemeente Zandhoven een toelage voor de inrichting van vormingscursussen voor jeugdsportbegeleiders, georganiseerd door een erkende Zandhovense sportvereniging en dit in samenwerking met de Vlaamse Trainersschool, erkende sportfederaties of andere erkende sportorganisaties.

    Artikel 2.
    Onder vormingscursussen “jeugdsportbegeleiders” moet worden verstaan: de cursussen tot vorming van jeugdsportbegeleiders (trainers, bestuursleden, monitoren) met het oog op begeleiding van jongeren.

    Artikel 3.
    De georganiseerde vorming voor jeugdsportbegeleiders moet ook open gesteld worden voor niet-leden van de organiserende sportvereniging.

    II. Toelage

    Artikel 4.
    De toelage bedraagt 100% van de totale onkosten voor de organisatie van de cursus (huur accommodatie, lesgeversonkosten, promotiekosten, …). De aanvraag tot toelage gebeurt door de vereniging en de toelage wordt enkel uitbetaald op rekening van de vereniging.

    III. Procedure

    Artikel 5.
    De aanvraag dient te gebeuren voor 15 november van het lopende dienstjaar.

    Artikel 6.
    De aanvraag moet door de betrokken sportvereniging schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12, 2240 Zandhoven.

    Artikel 7.
    Bij de aanvraag moeten tevens de volgende bewijsstukken worden gevoegd:
    • Aankondiging, flyer, affiche of publicatie ter bekendmaking van de vorming
    • Bewijs van betaling van alle gemaakte onkosten;
    • Deelnemerslijst.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 8.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 9.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 10.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement inzake de gemeentelijke toelage voor het organiseren van opleidingen voor jeugdsportbegeleiders, zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Financiën, de dienst Secretariaat en de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan hiernavolgend reglement met betrekking op de gemeentelijke toelage voor het volgen van vormingscursussen jeugdsportbegeleiders:

    REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE TOELAGE VOOR HET VOLGEN VAN VORMINGSCURSUSSEN JEUGDSPORTBEGELEIDERS

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen het krediet daartoe voorzien in de budgetten, verstrekt de gemeente Zandhoven een toelage voor deelname aan vormingscursussen van jeugdsportbegeleiders, georganiseerd door de Vlaamse Trainersschool, erkende sportfederaties of andere erkende sportorganisaties.

    Artikel 2.
    Onder vormingscursussen “jeugdsportbegeleiders” moet worden verstaan: de cursussen tot vorming van jeugdsportbegeleiders (trainers, bestuursleden, monitoren) met het oog op begeleiding van jongeren.
    Cursussen die aansluiten bij een beroepsopleiding worden niet beschouwd als kadervorming in de jeugdsport.

    II. Toelage

    Artikel 3.
    De toelage bedraagt 100% van het cursusgeld, voor cursussen gevolgd door leden van een erkende sportvereniging. De aanvraag tot toelage gebeurt door de vereniging en de toelage wordt enkel uitbetaald op rekening van de vereniging.

    Artikel 4.
    De toelage bedraagt 50% van het cursusgeld voor cursussen gevolgd door individuelen woonachtig in de gemeente. De aanvraag gebeurt in dit geval door het individu zelf en ook de toelage zal uitbetaald worden op de persoonlijke rekening van de aanvrager.

    Artikel 5.
    De cursisten kunnen enkel een toelage ontvangen indien zij ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven of wanneer zij actief lid zijn van een door de gemeente erkende sportvereniging.

    III. Procedure

    Artikel 6.
    De aanvraag dient te gebeuren voor 15 november van het lopende dienstjaar.

    Artikel 7.
    De aanvraag moet door de betrokken persoon of vereniging schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12, 2240 Zandhoven.

    Artikel 8.
    Bij de aanvraag moeten tevens de volgende bewijsstukken worden gevoegd:

      • Omschrijving van de inhoud van het cursuspakket (onderwerp, aantal uren, plaats en data);
      • Bewijs van betaling aan de inrichtende organisatie;
      • Bewijs van aanwezigheid tijdens de cursus.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 9.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 10.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 11.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement betreffende de gemeentelijke toelage voor het volgen van vormingscursussen door jeugdsportbegeleiders zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot de betoelaging van erkende jeugdhuizen:

    REGLEMENT INZAKE GEMEENTELIJKE TOELAGE VOOR ERKENDE JEUGDHUIZEN

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen het krediet daartoe voorzien in de budgetten, kan de gemeente Zandhoven een toelage verlenen met een maximale tussenkomst van 1.000 euro per jaar en per erkend jeugdhuis voor de ondersteuning van de werking en uitbouw van de infrastructuur specifiek voor dit type jeugdvereniging.

    Artikel 2.
    Om als jeugdhuis aanspraak te maken op deze specifieke subsidie moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
    Als jeugdhuis erkend zijn door de gemeente;
    Een erkend jeugdhuis zijn opgericht op particulier initiatief met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk of een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht;
    Het jeugdhuis moet gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente Zandhoven.

    II. Toelage of steun

    Artikel 3.
    Het gemeentebestuur zal een toelage verlenen met een maximale tussenkomst van 1.000 euro per jaar per erkend jeugdhuis voor volgende punten:
    Onderhoudswerken, vernieuwing, huur van verlichting en muziekinstallatie;
    Werkingskosten eigen aan jeugdhuiswerking;
    Publicatiekosten (neerleggen van statuten, neerleggen jaarrekening, ...).

    III. Procedure

    Artikel 4.
    Vooraleer over te gaan tot de aankoop van materialen of het uitvoeren van onderhoudswerken (zie punten onder artikel 3) in het kader van deze subsidie moet het college van burgemeester en schepenen hiervoor zijn goedkeuring geven. Om deze goedkeuring te bekomen moet een dossier met een duidelijke omschrijving en motivering voorgelegd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
    Na de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kan het erkend jeugdhuis een subsidieaanvraag indienen en dit moet gebeuren vóór 15 november van het lopende kalenderjaar.

    Artikel 5.
    De aanvraag moet door het betrokken jeugdhuis schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 6.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 7.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 8.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement met betrekking tot de betoelaging van erkende jeugdhuizen zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport en Jeugd, de dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot de gemeentelijke toelage voor het volgen van vormingscursussen jeugdwerk:

    REGLEMENT INZAKE BETOELAGING VOOR HET VOLGEN VAN VORMINGSCURSSUSEN JEUGDWERK

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen de perken van het goedgekeurde budget, verstrekt de gemeente Zandhoven een toelage voor deelname aan vormingscursussen, georganiseerd door de overheid of door een door de Dienst Jeugdwerk van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap erkende landelijke of regionale vereniging.

    Artikel 2.
    Onder vormingscursussen “jeugdwerk” moet worden verstaan: de cursussen tot vorming van kaderleden (leid/sters, bestuursleden, monitoren, animatoren) met het oog op animatie en begeleiding van jongeren. Het cursusgeld moet minstens €5 bedragen.
    Volgende cursussen worden niet beschouwd als kadervorming in het jeugdwerk:
    - Cursussen die aansluiten bij een beroepsopleiding.
    - Stages verbonden aan de opleiding van monitoren;
    - Cursussen die aansluitend de opleiding, vervolmaking of begeleiding in een sporttak beogen.

    II. Toelage

    Artikel 3.
    De toelage bedraagt 100% van het cursusgeld, voor cursussen gevolgd door leden van een erkende jeugdvereniging en die betaald werden door de vereniging. De aanvraag tot toelage gebeurt door de vereniging en de toelage wordt enkel uitbetaald op rekening van de vereniging.

    Artikel 4.
    De toelage bedraagt 50% van het cursusgeld voor cursussen gevolgd door individuelen woonachtig in de gemeente en die betaald werden door het individu zelf. De aanvraag gebeurt in dit geval door het individu zelf en ook de toelage zal uitbetaald worden op de persoonlijke rekening van de aanvrager.

    Artikel 5.
    De cursisten kunnen enkel een toelage ontvangen indien zij ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven of wanneer zij aktief lid zijn van een door de gemeente erkende jeugdvereniging.

    III. Procedure

    Artikel 6.
    De aanvraag dient te gebeuren voor 15 november van het lopende dienstjaar.

    Artikel 7.
    De aanvraag moet door de betrokken persoon of vereniging schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12, 2240 Zandhoven.

    Artikel 8.
    Bij de aanvraag moeten tevens de volgende bewijsstukken worden gevoegd:

      • Omschrijving van de inhoud van het cursuspakket (onderwerp, aantal uren, plaats en data);
      • Bewijs van betaling aan de inrichtende vereniging;
      • Bewijs van aanwezigheid tijdens de cursus.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 9.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 10.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 11.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op de gemeentelijke toelage voor het volgen van vormingscursussen jeugdwerk zoals goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Financiën en de dienst Secretariaat worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement in verband met de subsidiëring van sportverenigingen.

    SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN

    Artikel 1.- Algemene bepalingen.

      • Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan sportverenigingen.
      • De subsidiëring van het huidige werkingsjaar wordt steeds bepaald op basis van de in het aanvraagdossier opgenomen gegevens van de sportvereniging m.b.t. het voorgaande werkingsjaar.
      • De sportvereniging, die om een toelage verzoekt, verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met het feit dat het college van burgemeester en schepenen en de sportdienst kan en mag overgaan tot het controleren van de door de vereniging verstrekte gegevens. Zij verklaren zich tevens akkoord om binnen de maand na de vraag tot bijkomende informatie deze gegevens te verstrekken. De sportvereniging die de nodige inlichtingen weigert te verschaffen, niet tijdig verschaft of waarvan de verklaringen onjuist worden bevonden, wordt van elke betoelaging voor het desbetreffende werkingsjaar uitgesloten.
      • De sportverenigingen moeten door de gemeente erkend zijn en dus voldoen aan de in het erkenningsreglement omschreven erkenningsvoorwaarden.
      • De sportvereniging kan geen subsidies voor hetzelfde doel ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

    Artikel 2.- Samenstelling van de subsidies.

       1. Basissubsidie:

      • De basissubsidie is een forfaitair bedrag dat jaarlijks wordt toegekend aan elke erkende sportvereniging (zie erkenningsreglement).
      • Het totale basissubsidiebedrag bedraagt 10% van het totale subsidiekrediet. De basissubsidie per vereniging wordt berekend aan de hand van volgende formule:
       totale basissubsidiebedrag   = basissubsidie voor elke vereniging.    
      aantal erkende clubs
      • Indien het aantal erkende clubs, die voor de basissubsidie in aanmerking komen, te laag is en ervoor zorgt dat het basissubsidiebedrag per vereniging meer dan € 150 bedraagt, dan wordt het basissubsidiebedrag herleid tot € 150 per vereniging. Het overschot van het krediet voorzien voor basissubsidies dat op deze wijze ontstaat, zal toegevoegd worden aan het bedrag voorzien voor de werkingssubsidies.

       2. Werkingssubsidie:

      • De werkingssubsidie is een subsidie die toegekend wordt op basis van een puntensysteem aan de erkende sportverenigingen die een subsidieaanvraag indienen.
      • De subsidie wordt verdeeld tussen de verenigingen op basis van het bekomen aantal punten. Het bedrag dat hiervoor ter beschikking is, bedraagt 90% van het totale door de gemeente ter beschikking gestelde subsidiebedrag (eventueel aangevuld met een overschot van het totale basissubsidiebedrag).
      • De punten worden bekomen op basis van volgende items:

    a) Ledenaantal:

    Enkel verzekerde actief sportende leden op 1 januari van het jaar waarop de subsidie wordt aangevraagd, met een minimum aantal van 10, komen in aanmerking.

     

     

    Puntenwaarde

    max. aantal punten

     

    Per lid

    0,2 punt per lid

    max. 50 punten

     

    Leden jonger dan 18 jaar

    0,5 punt per lid

    max. 100 punten

     

    Leden vanaf 50 jaar

    0,5 punt per lid

    max. 50 punten

     

     

     

    max. 200 punten

    Als bewijs van het aantal leden gelden de aansluitingslijsten van de federatie en/of de lijst van de verzekeringsmaatschappij. De lijsten geven naam, voornaam, adres en geboortedatum van de verzekerde leden weer (= bijlage 1).

    b) Gekwalificeerde trainers/lesgevers:

    Voor de technische of deskundige begeleiding door gediplomeerden worden volgende punten toegekend:

     

    Trainers zonder diploma

    5 punten per trainer

    max. 25 punten

     

    Trainers met een diploma LCK/VTS – initiator jeugdsportbegeleider of gelijkwaardig diploma, 1ste + 2de jaar regentaat/bachelor LO en kandidaturen licentiaat/master LO

    10 punten per trainer

    max. 50 punten

     

    Trainers met een diploma LCK/VTS – trainer B of gelijkwaardig diploma, 3de jaar regentaat/bachelor LO en licentiaatsjaren licentiaat/master LO

    15 punten per trainer

    max. 75 punten

     

    Trainers met een diploma LCK/VTS – toptrainer, trainer A of gelijkwaardig diploma, regent/bachelor LO en licentiaat/master LO

    25 punten per trainer

    max. 100 punten

     

     

     

    max. 250 punten

    Van elk van de actieve trainers moet een kopie van het hoogste diploma met betrekking tot de beoefende sporttak worden bijgevoegd en een overzicht van het aantal uren, trainingsdagen en ploegen per trainer (= bijlage 2).

    c) Gediplomeerde/erkende scheidsrechters:

    Voor de werking met gediplomeerde/erkende scheidsrechters worden volgende punten toegekend:

     

    Scheidsrechters erkend door de sportfederatie en aangesloten bij de vereniging

    5 punten per gediplomeerde/erkende scheidsrechter

    max. 25 punten

     

     

     

    max. 25 punten

    Van elk van de actieve scheidsrechters moet een bewijs van erkenning door de sportfederatie worden bijgevoegd (= bijlage 3).

    d) Sportopleiding/kadervorming:

    Voor deelname aan cursussen/bijscholingen die met vrucht werden gevolgd (cursussen sporttechnische begeleiding, cursussen i.v.m. het besturen van een sportvereniging, …) waarbij de vereniging de deelnamegelden betaalt of de bijscholing zelf organiseert, worden volgende punten toegekend:

     

    Opleidingen bestuursleden

    10 punten per deelnemer

    max. 100 punten

     

    Opleidingen trainers / scheidsrechters

    10 punten per deelnemer

    max. 300 punten

     

    Eigen organisatie van erkende opleidingen/ bijscholingen

    2 punten per deelnemer

    max. 100 punten

     

     

     

    max. 500 punten

    De bewijsstukken voor de gemaakte tussenkomsten evenals een kopie van de attesten en/of behaalde diploma’s moeten worden bijgevoegd (= bijlage 4).

    e) Trainingsuren:

    Voor trainingsuren per week in een vast uurrooster worden volgende punten toegekend:

     

    Per trainingsuur voor volwassen leden onder leiding van minimaal 1 gediplomeerde lesgever

    0,5 punt per uur

    max. 25 punten

     

    Per trainingsuur voor volwassen leden onder leiding van een niet-gediplomeerde lesgever

    0,25 punt per uur

    max. 5 punten

     

    Voor jeugdtrainingen (leden die vallen onder de jeugdcompetitie) onder leiding van minimaal 1 gediplomeerde lesgever

    1 punt per uur

    max. 50 punten

     

    Voor jeugdtrainingen (leden die vallen onder de jeugdcompetitie) onder leiding van een niet-gediplomeerde lesgever

    0,5 punt per uur

    max. 10 punten

     

     

     

    max. 90 punten

    f) Competitie:

    Voor het spelen van competitie en de deelname aan wedstrijden in een door de overheid erkende Vlaamse Sportfederatie (zie lijst) worden volgende punten toegekend:

     

    Ploegsporten

    1 punt per wedstrijd

    max. 100 punten

     

    Individuele sporten – voor deelname aan een wedstrijd in de eigen sporttak, georganiseerd door een andere vereniging

    0,5 punten per

    deelnemer

    max. 100 punten

     

     

     

    max. 200 punten

     Voor verenigingen die de nadruk leggen op competitie: deze verenigingen kunnen geen punten toegekend krijgen onder punt g).

      • Voor elke ploeg moet de competitiekalender of het eindklassement worden bijgevoegd. Indien het de deelname aan een tornooi betreft moet een overzicht van de dagen en uren van de activiteit of een eindklassement worden bijgevoegd. Voor individuele sporters moet van elke wedstrijd een uitslag worden bijgevoegd (= bijlage 5).

    g) Recreatie:

    Voor het deelnemen aan recreatieve activiteiten/wedstrijden in een competitie georganiseerd door een federatie die niet erkend is door de Vlaamse overheid, worden volgende punten toegekend:

     

    Ploegsporten (er wordt geen rangschikking opgemaakt!)

    0,5 punt per wedstrijd

    max. 50 punten

     

    Individuele sporten – voor deelname aan een activiteit in de eigen sporttak, georganiseerd door een andere vereniging

    0,25 punt per

    deelnemer

    max. 50 punten

     

     

     

    max. 100 punten

      • Voor verenigingen die de nadruk leggen op recreatie: deze verenigingen kunnen geen punten toegekend krijgen onder punt f).
      • Voor recreatiesporters moet de deelnemerslijst van de ploegen/sporters worden bijgevoegd (= bijlage 6).

    h) Organisatie van eigen manifestaties:

    Voor de organisatie van eigen manifestaties worden volgende punten toegekend:

     

    Organisatie van een manifestatie enkel voor eigen leden (bv. clubkampioenschap) – maximum 3 per jaar

    10 punten/ organisatie

    max. 30 punten

     

    Voor een eigen organisatie (in de eigen sporttak) waaraan minimaal 4 andere verenigingen deelnemen – maximum 5 per jaar

    15 punten/ organisatie

    max. 75 punten

     

     

     

    max. 105 punten

    Voor de organisatie van een manifestatie moet een flyer, affiche of enig ander middel waarmee de activiteiten zijn bekend gemaakt, worden bijgevoegd (= bijlage 7).

    i) Sportpromotionele acties:

    Voor het inrichten van sportpromotionele acties worden volgende punten toegekend:

     

    Organisatie van sportstages op verplaatsing (minimaal 3 dagen)

    30 punten/organisatie

    max. 90 punten

     

    Organisatie van sportkampen op eigen locatie (minimaal 3 dagen)

    20 punten/organisatie

    max. 60 punten

     

    Organisatie van opendeurdagen (maximaal 3 per jaar)

    10 punten/dag

    max. 30 punten

     

     

     

    max. 180 punten

    Voor het inrichten van sportpromotionele acties moet een flyer, affiche of enig ander middel waarmee de activiteiten zijn bekend gemaakt, worden bijgevoegd (= bijlage 8).

    j) Medewerking aan activiteiten:

    Voor de medewerking door een vereniging (minimaal 3 personen) aan activiteiten worden volgende punten toegekend:

     

    Medewerking aan sportieve activiteiten op gemeentelijk vlak (georganiseerd door de sportdienst, sportraad, …)

    40 punten/activiteit

    max. 120 punten

     

    Medewerking aan sportieve activiteiten van derden (georganiseerd door Bloso, provinciale sportdienst, regio, …)

    20 punten/activiteit

    max. 60 punten

     

     

     

    max. 180 punten

    k) Eigen realisaties en structuren:

    Voor eigen realisaties door en structuren binnen de vereniging worden volgende punten toegekend:

     

    Opmaken en ter beschikking stellen van bestuursverslagen à kopie verslagen als bijlage toevoegen (= bijlage 9)

    5 punten

     

    Eigen clubblad (minimaal 6 blz. en minstens 4x/jaar) à exemplaar van alle afleveringen als bijlage toevoegen

    (= bijlage 10)

    15 punten

     

    Eigen website à URL opgeven

    15 punten

     

    VZW-structuur

    25 punten

     

    Jeugdbestuur à samenstelling als bijlage toevoegen

    (= bijlage 11)

    25 punten

     

     

    max. 85 punten

    l) Sportraad:

    Voor lidmaatschap en/of aanwezigheid op de algemene vergadering van de sportraad worden volgende punten toegekend:

     

    Lidmaatschap sportraad

    100 punten

     

    Aanwezigheid van een afgevaardigde van de vereniging op de jaarlijkse algemene vergadering van de sportraad

    100 punten

     

     

    max. 200 punten

    Artikel 3.- Aanvraag tot subsidiëring.

      • Een aanvraag tot subsidiëring moet op de daartoe voorzien formulieren door de sportvereniging voor 15 november bij de gemeentelijke sportdienst worden ingediend.
      • Elke aanvraag dient ondertekend te worden door de voorzitter en de secretaris van de sportvereniging.
      • Bij de ingevulde aanvraagformulieren moeten alle gevraagde bijlagen worden gevoegd:
        • bijlage 1: De aansluitingslijsten van de federatie en/of de lijst van de verzekeringsmaatschappij.
        • bijlage 2: Kopie van het hoogste diploma van elke trainer/lesgever.
        • bijlage 3: Bewijzen van erkenning door de sportfederatie van de actieve scheidsrechters
        • bijlage 4: De attesten/diploma’s van gevolgde sportopleidingen/kadervormingen + bewijs van de gemaakte tussenkomsten in de deelnameprijs.
        • bijlage 5: Competitiekalender/eindklassement, uitslag wedstrijden, deelnemerslijst activiteiten.
        • bijlage 6: Deelnemerslijst ploegen/sporters van de recreatieve activiteiten.
        • bijlage 7: Flyer/affiche of ander middel van bekendmaking van elke activiteit.
        • bijlage 8: Flyer/affiche of ander middel van bekendmaking van de ingerichte sportpromotionele activiteiten.
        • bijlage 9: Kopie van de bestuursverslagen.
        • bijlage 10: Clubblad, exemplaar van elke aflevering van het afgelopen jaar.
        • bijlage 11: Samenstelling jeugdbestuur (naam, adres en functie).
      • De uitbetaling van de toelage zal gebeuren door overschrijving op de rekening van de sportvereniging ten laatste op 31 december van het betreffende jaar.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement m.b.t. de subsidiëring van sportverenigingen, zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Secretariaat, de dienst Financiën en de toezichthoudende overheid worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot het kampvervoer voor de leden

    REGLEMENT OP HET KAMPVERVOER VOOR DE LEDEN

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen de perken van de goedgekeurde kredieten kan de gemeente Zandhoven aan de jeugdverenigingen een tussenkomst verlenen in de vervoerkosten van haar leden en naar een kampplaats.

    Artikel 2.
    Om aanspraak te kunnen maken op deze toelage dienen ten minste 15 leden van de jeugdvereniging aan het kamp deel te nemen.

    Artikel 3.
    Om aanspraak te kunnen maken op deze toelage moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
    - De aanvragende vereniging dient een vereniging te zijn opgericht op particulier initiatief met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht of een lokale geleding of afdeling zijn van een gewestelijke of landelijke organisatie met een dergelijk statuut;
    - De zetel van de vereniging dient zich op grondgebied van de gemeente Zandhoven te bevinden;
    - 2/3 van de leden moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven.

    II. Toelage of steun

    Artikel 4.
    Het gemeentebestuur zal een toelage verlenen van 75% van de vervoerskosten met een maximale tussenkomst van €750 per jaar en per vereniging.

    III. Procedure

    Artikel 5.
    De toelage dient voor 15 november van het lopende dienstjaar aangevraagd te worden.

    Artikel 6.
    De aanvraag moet door de betrokken vereniging schriftelijk ingediend worden, op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren, bij het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 7.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 8.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 9.
    De aanvrager dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op kampvervoer voor leden zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot het vervoer van kampmateriaal:

    REGLEMENT OP HET VERVOER VAN KAMPMATERIAAL

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen de perken van de kredieten, uitgetrokken op de begroting van het betreffende dienstjaar kan de gemeente Zandhoven ofwel zelf instaan voor het vervoer van kampmateriaal van en naar de kampplaats, ofwel een tussenkomst verlenen in de onkosten verbonden aan het vervoer van het kampmateriaal.

    Artikel 2.
    Om aanspraak te kunnen maken op een toelage moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
    - de aanvragende vereniging moet een vereniging zijn opgericht op particulier initiatief, met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht of een lokale geleding of afdeling zijn van een gewestelijke of landelijke organisatie met een dergelijk statuut;
    - de zetel van de vereniging dient zich op grondgebied van de gemeente Zandhoven te bevinden;
    - 2/3 van de leden moeten ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven.

    II. Toelage of steun

    A. De jeugdvereniging doet enkel beroep op de gemeentelijke vervoerdienst tijdens de werkuren.

    Artikel 3.
    Het vervoer van het kampmateriaal van en naar de kampplaats gebeurt op de weekdagen gratis door de gemeentediensten. De gemeentediensten staan niet in voor vervoer op zaterdagen, zondagen en feestdagen.

    Artikel 4.
    De kampplaats moet gelegen zijn op Belgisch grondgebied. Het kampmateriaal moet vervoerd kunnen worden met maximum 2 vrachtwagens.

    B. De jeugdvereniging doet enkel een beroep op de gemeentelijke vervoerdienst tijdens weekend of feestdagen.

    Artikel 5.
    Het vervoer van het kampmateriaal van en naar de kampplaats gebeurt gratis. Chauffeurs (die gemeentepersoneel moeten zijn ) moeten zelf gezocht worden en kunnen niet betoelaagd worden.

    Artikel 6.
    De kampplaats moet gelegen zijn op Belgisch grondgebied. Het kampmateriaal moet vervoerd kunnen worden met maximum 2 vrachtwagens.

    C. De jeugdvereniging doet enkel beroep op een private vervoerdienst.

    Artikel 7.
    De jeugdvereniging kan een toelage ontvangen voor de onkosten, verbonden aan het vervoer van kampmateriaal.

    Artikel 8.
    De tussenkomst bedraagt 75% van de vervoerkosten met een maximum evenwel van €500 per jaar per vereniging.

    D. De jeugdvereniging doet zowel beroep op gemeentelijk vervoer als privaat vervoer.

    Artikel 9.
    Voor het gedeelte van het vervoer dat door de gemeente geregeld wordt gelden de regels zoals vermeld onder punt A&B.

    Artikel 10.
    Voor het gedeelte van het vervoer dat door een private vervoerdienst geregeld wordt, kan een subsidie van 75% van de gemaakte kosten verkregen worden met een max. van €250 per jaar en per vereniging.

    III. Procedure

    Artikel 11.
    De aanvraag tot subsidie dient op het gemeentebestuur toe te komen voor de 15 november van het lopende dienstjaar.

    Artikel 12.
    Aanvragen voor gemeentelijk vervoer moeten ten minste 1 maand voor de datum van vertrek doorgegeven worden.

    Artikel 13.
    De aanvraag moet door de betrokken vereniging schriftelijk ingediend worden, op het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Zij dient gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Liersebaan 12, 2240 Zandhoven

    Artikel 14.
    Een vereniging die beroep doet op een private vervoerdienst en hiervoor een toelage aanvraagt moet samen met de subsidieaanvraag de facturen en de betalingsbewijzen voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 15.
    De aanvragende vereniging zal voor minstens 4 personen zorgen die het laden en het lossen van het voertuig zullen uitvoeren.

    Artikel 16.
    Het gemeentebestuur neemt geen enkele verantwoordelijkheid op zich voor het vervoerde materiaal noch voor schade die haar oorzaak zou vinden in het vervoer van/naar de kampplaats.

    Artikel 17.
    De te volgen reisweg wordt bij de aanvraag volledig opgegeven met inbegrip van de laad- en losplaatsen.

    Artikel 18.
    Gebeurlijke geschillen zullen door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden.

    Artikel 19.
    Het gemeentebestuur kan de uitbetaalde toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien deze werd toegekend op basis van een onjuiste aangifte.

    Artikel 20.
    De aanvragende vereniging dient de bepalingen van dit reglement te aanvaarden evenals de controle van het gemeentebestuur in verband met deze aanvraag.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op het vervoer van kampmateriaal zoals goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, dienst Secretariaat en dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan navolgend reglement met betrekking tot de betoelaging van verbouwings- en/of saneringswerken aan de verenigingen met eigen lokalen:

    REGLEMENT INZAKE BETOELAGING VAN VERBOUWINGS- EN/OF SANERINGSWERKEN AAN DE VERENIGINGEN MET EIGEN LOKALEN

    I. Algemene bepalingen

    Artikel 1.
    Binnen de perken van de goedgekeurde kredieten, kan de gemeente Zandhoven een toelage verlenen:

      1. Voor het bouwen en/of saneren van lokalen van Zandhovense verenigingen, volgens de hierna vermelde voorwaarden en modaliteiten.
      2. Voor het huren van lokalen en/of materialen

    Artikel 2. – Voorwaarden
    1. De aanvrager
    Om aanspraak te kunnen maken op de specifieke toelage voor de verbouwing of sanering van verenigingslokalen moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

      • Een vereniging zijn opgericht op particulier initiatief met het statuut van een vereniging zonder winstoogmerk, een feitelijke vereniging wier oogmerken niet op winstbejag zijn gericht of een lokale geleding of afdeling van een gewestelijke of landelijke organisatie met een dergelijk statuut.
      • De zetel van de vereniging dient zich op het grondgebied van de gemeente Zandhoven te bevinden.
      • 2/3 van de leden moet ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zandhoven.
      • De vereniging moet:
        • Ofwel eigenaar zijn van het lokaal;
        • Ofwel het lokaal voor nog ten minste 6 jaar in erfpacht hebben;
        • Ofwel het lokaal voor nog ten minste 6 jaar ongestoord in huur hebben.

    2. Het verenigingslokaal
    Hieronder wordt verstaan een gebouw of zelfstandig aanwendbaar gedeelte van een gebouw dat gebruikt wordt voor het ontplooien van de werking en de activiteiten van de aanvrager, met uitsluiting van de permanent aan derden verhuurde of ter beschikking gestelde gedeelten. Het lokaal moet gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente Zandhoven.

    3. Vergunningen
    Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moeten alle wettelijk opgelegde vergunningen bekomen zijn.

    Artikel 3. – Voor betoelaging in aanmerking komende kosten:
    a) Als uitgangspunt wordt genomen dat tussenkomsten voor investeringen enkel kunnen wanneer werken uitgevoerd worden die noodzakelijk zijn voor de veiligheid en/of de goede staat van het gebouw. Investeringen voor volgende uitrusting(en) komen voor betoelaging in aanmerking:

      • Isolatiewerken;
      • Verwarmingsinstallatie (toestellen inbegrepen);
      • Elektriciteitswerken;
      • Aanleg gasleidingen;
      • Bezetten van muren en plafonds;
      • Plaatsen van ramen en deuren;
      • Beglazing;
      • Bevloering;
      • Sanitaire uitrusting (toestellen inbegrepen);
      • Afvoer afvalwaters (aflopen, septische put, aansluiting op de riolering);
      • Algemene verlichtingstoestellen;
      • Brandbeveiligingsinstallatie (toestellen inbegrepen);
      • Schilderwerken die de staat van het gebouw ten goede komen;

    Artikel 4. – Niet voor betoelaging in aanmerking komende kosten:
    Komen niet voor betoelaging in aanmerking, de kosten voor de roerende uitrusting van het verenigingslokaal, zoals:

      • Bemeubeling;
      • Elektrische apparaten;
      • Kook- en eetgerei;
      • Keukeninstallaties en –uitrusting;
      • Tapinstallaties;
      • Speciale verlichtingstoestellen (spots, e.d.m.);
      • Radio’s stereoketens, pick-ups, bandrecorders, cassetterecorders, filmapparatuur enz.;
      • Apparaten voor de werking van het verenigingslokaal (kopieertoestellen, zeefdrukinstallaties, offset-apparaten, stencileermachines, enz….);
      • Werking- en onderhoudsprodukten, onderhoudsgerief, enz.

    Deze opsomming is niet beperkend.

    II. Toelage of steun

    Artikel 5.
    Het gemeentebestuur zal een toelage verlenen van:

      1. 50% van de materiaalkosten (incl. BTW) van de verantwoorde verbouwing- en saneringswerken. De toelage is beperkt tot maximum €500 per vereniging en per dienstjaar.
      2. 75% van de materiaalkosten van verantwoorde werken die specifiek in het kader van veiligheid worden uitgevoerd. De toelage is beperkt tot maximum €500 per vereniging en per dienstjaar.

    Een vereniging kan zowel subsidies verkrijgen voor verbouwing- en saneringswerken als voor de verbouwingswerken in het kader van veiligheid, dus in totaal max. €1000 per jaar en per verenigingslokaal.

    III. Procedure

    Artikel 6.
    Het bestuur van de vereniging of instelling, die wegens het uitvoeren van verbouwing- en/of saneringswerken aanspraak wenst te maken op de gemeentelijke toelage, moet hiertoe een aanvraag indienen bij het gemeentebestuur voor 15 november van het dienstjaar op een formulier dat ter beschikking gesteld wordt.

    Artikel 7.
    Het niet of niet-tijdig inleveren van de vereiste formulieren of het verstrekken van onjuiste informatie, heeft tot gevolg dat de betrokken vereniging geacht zal worden geen aanvraag tot het bekomen van de toelage te hebben ingediend zodat de vereniging geen aanspraak kan maken op deze toelage voor dat werkjaar.

    IV. Slotbepalingen

    Artikel 8.
    In geval van twijfel kan het college van burgemeester en schepenen steeds bijkomende bewijzen, informatie of uitleg vragen.

    Artikel 9.
    Bij gebruik van deze dienstverlening verklaart de betrokkene de bepalingen van dit reglement te aanvaarden en de stipte naleving ervan te waarborgen.

    Artikel 10.
    Wanneer fraude of misbruik wordt vastgesteld kan het college van burgemeester en schepenen de toelage inhouden of terugvorderen.

    Artikel 11.
    Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om de toelage toe te kennen. Alle betwiste en in dit reglement niet voorziene gevallen worden door het college van burgemeester en schepenen beslecht.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement op de betoelaging van verbouwings- en/of saneringswerken aan de jeugdlokalen zoals goedgekeurd in de zitting van de gemeenteraad van 19 juni 2008 en hernieuwd in zitting van 13 november 2014.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt

  • Artikel 1.
    Goedkeuring te verlenen aan hiernavolgend reglement m.b.t. het oprichten en verbouwen van gebouwen, lokalen, terreinen en elementaire nutsvoorzieningen voor verenigingen:

    SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET OPRICHTEN EN VERBOUWEN VAN GEBOUWEN, LOKALEN, TERREINEN EN ELEMENTAIRE NUTSVOORZIENINGEN VOOR VERENIGINGEN

    Artikel 1.
    Binnen het krediet daartoe voorzien in de budgetten zal jaarlijks een krediet voorzien worden voor de betoelaging bij het oprichten en vernieuwen van gebouwen, lokalen en elementaire nutsvoorzieningen voor verenigingen.
    Deze betoelaging geschiedt in de vorm van financiële en van materiële hulp.

    Artikel 2.
    Komen in aanmerking voor deze subsidiëring, de verenigingen waarvan:

      1. de zetel gevestigd is te Zandhoven;
      2. en de activiteiten zich voornamelijk richten tot inwoners van Zandhoven;
      3. en deze activiteiten minstens iedere 14 dagen plaatsvinden;
      4. en het aantal leden reeds meer dan 3 jaar minimum 20 bedraagt;
      5. en er geen winstoogmerken zijn.

    Artikel 3.
    De aanvraag geschiedt op daartoe opgemaakte formulieren. Aanvraagformulieren die niet volledig ingevuld zijn of niet vergezeld zijn van de vereiste documenten kunnen niet in aanmerking genomen worden. De aanvragen moeten ingediend worden voor 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de werken zullen plaatshebben. Deze aanvragen moeten ondertekend zijn door degenen die volgens de statuten namens de verenigingen kunnen optreden of, zo er geen statuten zijn, door twee bestuursleden.

    Artikel 4.
    Het college van burgemeester en schepenen kan het bewijs opvragen dat voldaan is aan de voorwaarden voorzien in artikel 2.
    Iedere aanvraag dient vergezeld te zijn van volgende documenten:

      • liggingsplannen en plannen van de gebouwen en terreinen, met opgave van de afmetingen en aanduiding van de nutsvoorzieningen;
      • een uitvoerige beschrijving van de ruwbouw of verbouwing en elementaire en sanitaire nutvoorzieningen, alsook een beschrijving van de aanleg of wijziging van de terreinen;
      • een prijsraming van de werken en van kostprijzen van de te gebruiken materialen voor de ruwbouw of verbouwing en elementaire, sanitaire en nutsvoorzieningen, alsook van de aanleg of wijziging van de terreinen.

    Artikel 5.
    De verenigingen die om een toelage verzoeken verklaren zich akkoord dat het college van burgemeester en schepenen kan en mag overgaan tot het controleren van de door hen verstrekte gegevens en documenten, alsook tot het controleren van de naleving van de betoelagingsvoorwaarden. Indien blijkt dat opzettelijk onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de betoelagingsvoorwaarden niet worden nageleefd, kan het college van burgemeester en schepenen de betoelaging geheel of gedeeltelijk voor de toekomst schorsen en/of de subsidie terugvorderen en/of de betrokken vereniging voor verdere betoelaging uitsluiten.

    Artikel 6.
    De oprichting van lokalen, uitbreiding of verbouwing ervan en de inrichting en vernieuwing van elementaire nutsvoorzieningen alsook van de aanleg of wijziging van terreinen wordt gesubsidieerd wanneer:

      • of de vereniging eigenaar is van de grond waarop de werken gebeuren;
      • of de vereniging huurder, gratis gebruiker, erfpachter of genieter is van één of ander gebruiksrecht, maar dan moet de overeenkomst met de eigenaar:
        • en geregistreerd zijn;
        • en nog 9 jaar lopen vanaf de recentste toezegging van onderhavige betoelaging;
        • en bepalen (eventueel met een bijvoegsel) dat ingeval de huurrechten of bezitsrechten van de vereniging in die 9 jaar zouden vervallen, de eigenaar de lokalen tot het aflopen van die 9 jaar, ter beschikking zal stellen van gelijkaardige verenigingen die voldoen aan de voorwaarden hierboven vermeld in artikel 2 en die bereid zijn de subsidievoorwaarden hierna vermeld na te leven.

    In geval de gebruiksrechten of bezitsrechten van de vereniging onvoldoende zijn kan het college van burgemeester en schepenen ter zake bijkomende voorwaarden stellen opdat de eigenaar zich niet onrechtmatig zou kunnen verrijken met de nieuwe infrastructuur.
    De vereniging mag haar lokalen niet verkopen, verhuren, onderverhuren, de huur afstaan of het gebruiksrecht overdragen of verminderen, zelfs niet voor beperkte tijd, buiten die redenen die behoren tot de bestaande gewoonten van de verenigingen. Wel mogen er gezamenlijke activiteiten gebeuren met derden.

    Artikel 7.
    Volgende werken komen in aanmerking voor financiële betoelaging:

      • aansluiting op waterleiding, gas en elektriciteit ten belope van 50% van de bewezen uitgaven, alsmede van de aanleg van de toevoerleidingen, te leggen tussen de bestaande openbare nutsvoorzieningen en de plaats van aansluiting, voor zover de afstand tussen deze twee als normaal kan worden beschouwd, en dit ten belope van 100% van de bewezen uitgaven.
      • de aanleg van de fundering, de verluchting en de ondervloering van de lokalen. Indien er geen fundering, verluchting of ondervloering dient aangebracht (bestaande constructies) dan komen in aanmerking: het bouwen, verbouwen of uitbreiden van de ruwbouw van de lokalen, het bouwen van het buitenschrijnwerk, het buitenglaswerk, de beschildering, de aanleg van sanitaire- en nutsvoorzieningen en de aanleg of heraanleg van terreinen.

    Na verificatie van de voorgelegde facturen, zullen de kosten hiervoor terugbetaald worden, rekening gehouden met het bepaalde in artikel 8.

    Artikel 8.
    De totale waarde van de gemeentelijke subsidiëring per vereniging mag maximum 50% van de waarde van alle te gebruiken materialen en van de financiële betoelaging samen belopen. Bovendien mag de subsidiëring per vereniging en per gebouw of complex maximum €20.000 belopen. Op deze subsidie kan slechts één maal per 10 jaar aanspraak worden gemaakt.

    Artikel 9.
    De gemeente staat niet in voor de opslag en de verwerking van de geleverde materialen, aangezien gebreken tal van oorzaken kunnen hebben zoals slechte plaatsing, verkeerde opslag, gebruik in perioden van vorst of grote warmte, enz.

    Artikel 10.
    De lokalen moeten gebouwd zijn op een sobere esthetisch en bouwkundig verantwoorde wijze. Hieromtrent mag het college van burgemeester en schepenen voorwaarden opleggen in het subsidiëringsbesluit. De lokalen mogen niet hinderlijk zijn voor de buurt, niet tegen woningen aangebouwd zijn, niet gelegen zijn in een niet-vrijstaand huis of in een appartementsgebouw. De lokalen mogen niet voor bewoning uitgebouwd worden.

    Artikel 11.
    De vereniging gaat voor 9 jaar, ingaand vanaf het recentste subsidiëringsbesluit, volgende verplichtingen aan tegenover het gemeentebestuur

      1. in elk lokaal de nodige brandblussers te hangen die steeds in goede staat dienen te verkeren;
      2. de gesubsidieerde lokalen goed te onderhouden, regelmatig te schilderen, enz... Bij slecht onderhoud mag het gemeentebestuur de noodzakelijke werken zelf uitvoeren en de kosten in mindering brengen van de werkingssubsidies toekomend aan de vereniging;
      3. geen enkele wijziging aan te brengen aan de omvang of ruwbouwinrichting van de lokalen en terreinen zonder het voorafgaand akkoord van het college van burgemeester en schepenen;
      4. geen bewoning in de lokalen toe te laten;
      5. geen handel of dansgelegenheid toe te laten in de lokalen buiten de normale activiteiten;
      6. in de lokalen hetzij geen, hetzij een degelijk en gezond verwarmingssysteem aan te brengen, op basis van elektriciteit, mazout, aardgas of kolen. Bij vernieuwing van verwarmingssysteem zijn propaan en butaan verboden;
      7. de lokalen te verzekeren voor een voldoend bedrag tegen brand en burgerlijke aansprakelijkheid.

    Het college van burgemeester en schepenen kan afwijkingen toestaan.

    Artikel 2.
    Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

    Artikel 3.
    Dit reglement vervangt het vorige reglement inzake de subsidiëring voor het oprichten en verbouwen van gebouwen, lokalen, terreinen en elementaire nutsvoorzieningen voor verenigingen goedgekeurd in zitting van de gemeenteraad van 21 november 1985, en de aanpassing in zitting van 27 december 2001.

    Artikel 4.
    Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan de dienst Sport & Jeugd, de dienst Secretariaat en de dienst Financiën worden overgemaakt.

  • Artikel 1.
    De gemeenteraad keurt de deelname aan het cultureel-erfgoedconvenant of Erfgoedcel goed. Zij verklaart zich akkoord dat het Regionaal Landschap De Voorkempen het aanvraagdossier voor de oprichting van dit convenant update/herschrijft ter indiening in 2020.
    Artikel 2.
    Gemeente Zandhoven treedt toe tot de projectvereniging Erfgoed Voorkempen.
    Artikel 3.
    Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het Regionaal Landschap.

Goedkeuren verslag


Publicaties

Agenda
Besluitenlijst
Notulen