Terug
Gepubliceerd op 04/05/2023

Notulen  1 Raad voor maatschappelijk welzijn

do 23/03/2023 - 22:00 Raadzaal Gemeentehuis - Liersebaan 12 te 2240 Zandhoven
Aanwezig: Paula Henderickx, Voorzitter OCMW-raad
Luc Van Hove, Burgemeester
Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Schepenen
Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, leden
Annick Smeets, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Joris Geens, Steven Van Staeyen, Schepenen

De voorzitter opent de vergadering; er zijn 2 verontschuldigingen nl. schepen Van Staeyen S. en schepen Geens J..

  • Openbaar

    • Deelnemen aan project REMI voor toekenning maatschappelijke dienstverlening

      Aanwezig: Paula Henderickx, Voorzitter OCMW-raad
      Luc Van Hove, Burgemeester
      Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Schepenen
      Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, leden
      Annick Smeets, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Joris Geens, Steven Van Staeyen, Schepenen
      Feiten en Overwegingen

      De OCMW-raad,
      Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's.
      Overwegende dat volwaardige deelname aan de samenleving een fundamenteel recht is.
      Overwegende dat, om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving, men toegang moet hebben tot een minimum aan middelen.
      Overwegende dat de Federale Regering een budgettaire enveloppe ter beschikking heeft gesteld aan de OCMW's om deze doelstelling te realiseren.
      Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2023 houdende een toelage voor het gebruik van de REMI - tool van CEBUD om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW - begunstigden waarvan de toelageperiode loopt van 1 mei 2023 tot en met 29 februari 2024.
      Overwegende dat het hoofddoel van deze toelage erin bestaat de financiële behoeften van de begunstigden optimaal te ondersteunen via een informatietoepassing, zijnde de REMI - tool, in functie van de individuele situatie en rekening houdend met inkomsten en uitgaven.
      Gelet op het gegeven dat deze REMI - tool zo een meer uniforme werkwijze vooropstelt voor de OCMW's en een onderbouwde werkwijze voor toekenning of weigering van aanvullende financiële steun;- dat REMI immers uniforme criteria aanreikt om leefsituaties te beoordelen in functie van de menselijke waardigheid en dit doet op maat van elke cliënt;- dat zo dezelfde cliënt in verschillende OCMW's tot eenzelfde referentiebudget zal komen en verschillende cliëntsituaties binnen hetzelfde OCMW tot verschillende referentiebedragen zullen leiden.
      Overwegende dat de deelname aan het project impliceert dat het OCMW de REMI - tool in de praktijk toepast en een activeringstraject koppelt aan de toekenning van financiële steun waar mogelijk (met uitzondering van begunstigden die reeds aan het werk zijn of niet geactiveerd kunnen worden omwille van billijkheids - of gezondheidsredenen).
      Overwegende dat het OCMW wel steeds bij ieder dossier de volledige autonomie behoudt inzake de afweging om wel of niet aanvullende steun toe te kennen.
      Gelet op artikel 60 § 3 van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 waarin wordt bepaald dat het OCMW de materiële hulp in de meest passende vorm verstrekt en de financiële hulpverlening onderworpen kan worden aan bepaalde voorwaarden vermeld in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
      Overwegende dat een deelname als gevolg heeft dat we een subsidie ontvangen die de kostprijs voor de licentie voor de REMI - tool dekt tot en met februari 2024 en daarnaast ook zal bestaan uit een bedrag dat benut kan worden voor de toekenning van aanvullende financiële steun;- dat dit subsidiebedrag uiterlijk betaald wordt op 31 mei 2023 en afhankelijk zal zijn qua omvang van het aantal deelnemende OCMW's.
      Overwegende dat het gebruik van de toelage verantwoord dient te worden via het Uniek Jaarverslag, dit uiterlijk op 30 april 2024 waarbij de originele bewijsstukken ter beschikking moeten blijven voor eventuele controle.
      Overwegende dat een deelname uiterlijk tegen 31 maart 2023 kenbaar dient gemaakt te worden via een online inschrijvingsformulier van de POD Maatschappelijke Integratie, dat ingevuld en doorgestuurd dient te worden.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Paula Henderickx, Luc Van Hove, Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, Annick Smeets
      Voorstanders: Paula Henderickx, Luc Van Hove, Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1.
      De OCMW-raad gaat akkoord met deelname aan het project van de Federale Overheid voor gebruik van de REMI - tool van CEBUD om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW - begunstigden waarbij de toelageperiode loopt van 1 mei 2023 tot en met 29 februari 2024.
      Artikel 2.
      Een afschrift van deze beslissing zal aan de POD Maatschappelijke Integratie, de Sociale Dienst en de dienst Financiën bezorgd worden.

    • Aanpassen van de deontologische code

      Aanwezig: Paula Henderickx, Voorzitter OCMW-raad
      Luc Van Hove, Burgemeester
      Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Schepenen
      Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, leden
      Annick Smeets, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Joris Geens, Steven Van Staeyen, Schepenen
      Feiten en Overwegingen

      De OCMW-raad,

      Gelet op het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

      Gelet op zijn beslissing van 26 januari 2023 waarbij de deontologische code voor lokale mandatarissen werd goedgekeurd.

      Overwegende dat door wijziging in het decreet Lokaal Bestuur alle lokale besturen verplicht zijn om een deontologische commissie op te richten m.i.v. 2 maart 2023;- dat voormelde commissie er moet op toezien dat de lokale politieke mandaten op een verantwoorde manier worden ingevuld.

      Gelet op de nota van VVSG “addendum tot aanvulling en aanpassing van het model deontologische code voor lokale mandatarissen” van de VVSG waarbij ze aanraden hoofdstuk 7 en 8 van de code aan te passen.

      Overwegende dat het aangewezen lijkt om de volledige deontologische code, zoals goedgekeurd in zitting van 26 januari 2023 in te trekken en te vervangen door een nieuwe code, aangevuld met de artikels m.b.t. de deontologische commissie.

      Gelet op het ontwerp van deontologische code dat wordt voorgelegd.

      Overwegende dat met de inhoud van de deontologische code akkoord kan gegaan worden.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Paula Henderickx, Luc Van Hove, Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, Annick Smeets
      Voorstanders: Paula Henderickx, Luc Van Hove, Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1.
      Goedkeuring te verlenen aan navolgend deontologische code:

      Deontologische code voor lokale mandatarissen

      1. Toepassingsgebied

      Artikel 1
      De deontologische code is van toepassing op de lokale mandatarissen.
      Voor het OCMW worden hieronder begrepen:

          • de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn,
          • de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn,
          • de voorzitter van het vast bureau,
          • de leden van het vast bureau,
          • de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst,
          • de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

      Deze code is bij uitbreiding eveneens van toepassing op de vertrouwenspersonen van de lokale mandataris.
      Lokale mandatarissen die namens het OCMW andere mandaten bekleden, zijn in die hoedanigheid eveneens ertoe gehouden de bepalingen van de deontologische code na te leven. Dit geldt zowel voor de mandaten die rechtstreeks in verband staan met hun ambt als voor alle hiervan afgeleide mandaten.
      Indien een mandaat namens het OCMW wordt opgenomen door een extern persoon, dus niet vermeld onder de eerste paragraaf van dit artikel, zal bij diens aanstelling gevraagd worden deze deontologische code te onderschrijven.
      Zij zullen er tevens over waken dat zij, ook buiten het kader van deze mandaten, geen dienstverlenende activiteiten ontplooien die afbreuk doen aan de eer en de waardigheid van hun ambt.

      2. Belangenvermenging en de schijn ervan

      Artikel 2
      Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet gebruiken voor het eigen persoonlijk belang. Dat mag ook niet voor het persoonlijk belang van een ander persoon of het belang van een organisatie bij wie hij/zij een directe of indirecte betrokkenheid heeft.
      Artikel 3
      Een lokale mandataris gaat actief en uit zichzelf alle vormen van belangenvermenging, en zelfs de schijn daarvan, tegen. Een lokale mandataris neemt geen deel aan de bespreking en de stemming wanneer er sprake is van een beslissing waarbij belangenvermenging speelt.
      Gedrag bij stemming en beraadslaging: decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §1, §3 en §4
      Gedrag bij stemming en beraadslaging: Wet op de overheidsopdrachten, artikel 8
      Gedrag bij stemming en beraadslaging: Burgerlijk Wetboek, artikel 1596
      Artikel 4
      Een lokale mandataris beseft dat mogelijke belangenvermenging niet beperkt is tot de bespreking en stemming. Daarom zorgt een lokale mandataris dat er ook geen enkele beïnvloeding is tijdens de andere fases van het besluitvormingsproces.
      Artikel 5
      Een lokale mandataris zorgt dat bij contacten met de burger nooit de schijn gewekt wordt dat particuliere belangen begunstigd (kunnen) worden.
      Artikel 6
      Een lokale mandataris mag de in artikel 10 van het decreet Lokaal Bestuur genoemde functies niet uitoefenen.
      Verboden functies voor lokale mandatarissen: decreet Lokaal Bestuur, artikel 10
      Onverenigbaarheden: decreet Lokaal Bestuur, artikel 11
      Artikel 7
      Een lokale mandataris mag de in artikel 27 §2 van het decreet Lokaal Bestuur genoemde overeenkomsten en handelingen niet aangaan.
      Verboden handelingen: decreet Lokaal Bestuur, artikel 27 §2 en §3
      Artikel 8
      Ter bevordering van de transparantie en om schijn van partijdigheid te voorkomen, meldt een lokale mandataris aan de algemeen directeur welke betaalde en onbetaalde mandaten hij/zij vervult naast het politiek mandaat bij het lokaal bestuur.
      De lokale mandataris doet deze melding binnen de 30 dagen nadat hij/zij het mandaat heeft opgenomen. Nieuw aangestelde lokale mandatarissen doen de aangifte binnen de 30 dagen na hun aanstelling.
      Artikel 9
      Een lokale mandataris meldt aan de algemeen directeur wanneer hij/zij substantiële financiële belangen heeft (bijvoorbeeld aandelen of opties) in een onderneming waarmee het OCMW zaken doet of waarin het OCMW een belang heeft.
      De lokale mandataris doet deze melding binnen de 30 dagen nadat hij/zij het mandaat heeft opgenomen. Nieuw aangestelde lokale mandatarissen doen de aangifte binnen de 30 dagen na hun aanstelling.
      Artikel 10
      De door een lokale mandataris gemelde mandaten en substantiële financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan mandaat of belang moet meegedeeld worden. De algemeen directeur of een personeelslid dat daartoe door de algemeen directeur werd aangewezen, draagt zorg voor een geactualiseerde openbare lijst van gemelde mandaten en belangen.
      De meldingen gedaan in toepassing van de artikelen 8 en 9 van deze code worden vermeld op de webstek van de gemeente Zandhoven binnen de 30 dagen na ontvangst van de melding.

      3. Corruptie en de schijn ervan

      Artikel 11
      Een lokale mandataris mag zijn/haar invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of andere gunsten die hem/haar gegeven of beloofd werden.
      Artikel 12
      Een lokale mandataris moet actief en uit zichzelf de schijn van corruptie tegengaan.
      Wetgeving inzake corruptie: Strafwetboek, artikel 245
      3.1. Het aannemen van geschenken
      Artikel 13
      Een lokale mandataris neemt geen geschenken aan die hem/haar door zijn/haar functie worden aangeboden. Eventueel uitgezonderd zijn de incidentele, kleine attenties (zoals een bloemetje of een fles wijn) waarbij de schijn van corruptie en beïnvloeding minimaal is én waarbij minstens aan één van de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          • Het weigeren of teruggeven van het geschenk zou de gever ernstig kwetsen of bijzonder in verlegenheid brengen.
          • De overhandiging van het geschenk vindt in het openbaar plaats.
          • Het terugbezorgen van het geschenk is praktisch onwerkbaar.
          • Het gaat om een prijs die door de lokale mandataris gewonnen wordt bij een tombola of activiteit.

      Artikel 14
      Als geschenken (al dan niet volgens de regels in artikel 13 van deze code) in het bezit komen van een lokale mandataris, wordt dit door de lokale mandataris gemeld aan de algemeen directeur.
      Afhankelijk van de aard van het geschenk en de omstandigheden waarin het gegeven werd, wordt het ofwel alsnog terugbezorgd, ofwel eigendom van het OCMW. De algemeen directeur registreert deze giften en geeft ze in alle transparantie een OCMW bestemming.
      Artikel 15
      De OCMW-raad kan in concrete gevallen afwijken van de regels die gelden over het aannemen van geschenken. Dit kan enkel in volledige openbaarheid.
      3.2. Het aannemen van persoonlijke geschenken, voordelen en diensten
      Artikel 16
      Een lokale mandataris accepteert geen persoonlijke geschenken, voordelen of diensten van anderen, die hem/haar uit door zijn/haar functie worden aangeboden, ontvangen, tenzij aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          • Het weigeren ervan maakt het raadswerk onmogelijk of onwerkbaar.
          • • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

      Artikel 17
      Een lokale mandataris gebruikt die persoonlijke geschenken, voordelen of diensten die voor zijn/haar raadswerk aangenomen mogen worden nooit voor privédoeleinden.
      3.3. Het aannemen van uitnodigingen (voor bijvoorbeeld diners of recepties)
      Artikel 18
      Een lokale mandataris accepteert uitnodigingen (lunches, diners, recepties en andere) die door anderen betaald of gefinancierd worden enkel wanneer aan alle onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

          • De uitnodiging behoort tot de uitoefening van het raadswerk.
          • De aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel (protocollaire taken, formele vertegenwoordiging van het OCMW.
          • De schijn van corruptie of beïnvloeding is minimaal.

      3.4. Het accepteren van reizen, verblijven en werkbezoeken
      Artikel 19
      Een lokale mandataris accepteert werkbezoeken, waarbij reis- en verblijfkosten door anderen betaald worden alleen bij hoge uitzondering. Een dergelijke invitatie dient altijd besproken te worden op de OCMW-raad. De invitatie kan alleen geaccepteerd worden wanneer het bezoek aantoonbaar van belang is voor de gemeente en de schijn van corruptie of beïnvloeding minimaal is. Van een dergelijk werkbezoek wordt altijd (schriftelijk) verslag gedaan aan de raad.

      4. Het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur

      Artikel 20
      Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgelegd zijn over het gebruik van faciliteiten en middelen van het lokaal bestuur.
      Wetgeving inzake terugbetaling en verantwoording kosten: Besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris, artikel 35 §1
      Artikel 21
      Een lokale mandataris houdt zich aan de regels die vastgesteld zijn voor het gebruik van interne voorzieningen die voor het raadswerk worden voorzien zoals opgenomen in het huishoudelijk reglement.

      5. Omgaan met informatie

      Artikel 22
      De OCMW-raad werkt onder het principe van principiële openbaarheid. Zij ziet erop toe dat het vast bureau alle relevante informatie aangaande dossiers, stukken en akten openbaar toegankelijk maakt.
      Artikel 23
      Een lokale mandataris communiceert eerlijk over de redenen en motieven op basis waarvan hij/zij individueel gestemd heeft. Daarnaast communiceert een lokale mandataris eerlijk over de reden en motieven op basis waarvan de raad als geheel de beslissing genomen heeft.
      Artikel 24
      Een lokale mandataris is gebonden aan het beroepsgeheim wanneer hij/zij door de functie van lokale mandataris kennis krijgt van geheimen die door personen aan het OCMW zijn toevertrouwd. Bekendmaking van deze geheimen is verboden, behalve wanneer de wet de openbaring oplegt of mogelijk maakt.
      Artikel 25
      Naast het strenge beroepsgeheim geldt eveneens een geheimhoudingsplicht voor lokale mandatarissen. Deze plicht beschermt wat besproken wordt tijdens een besloten vergadering (feiten, meningen, overwegingen…).
      Wetgeving inzake beroepsgeheim: Strafwetboek, artikel 458
      Wetgeving inzake geheimhoudingsplicht: decreet Lokaal Bestuur, artikel 29 §4
      Wetgeving inzake openbaarheid van de vergadering: decreet Lokaal Bestuur, artikel 28
      Artikel 26
      Een lokale mandataris heeft een algemene discretieplicht. Hij/zij gaat op discrete en voorzichtige wijze om met de informatie die hem/haar toekomt in de uitoefening van zijn/haar functie.
      Toelichting
      Onder discretieplicht verstaan we de plicht om ten aanzien van derden voorzichtig om te gaan met informatie die een lokale mandataris heeft. Het gaat daarbij over bepaalde informatie niet verspreiden, maar ook over het plaatsen van bepaalde informatie in de juiste context en zich te realiseren dat informatie ook uit de context kan worden gehaald.
      Wetgeving inzake vertrouwelijkheid van informatie: Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, artikel 10 §2
      Artikel 27
      Een lokale mandataris gebruikt de informatie die hij/zij kreeg door de uitoefening van zijn/haar functie enkel voor zijn/haar raadswerk en niet voor zijn/haar persoonlijk belang of voor het persoonlijk belang van anderen.
      Artikel 28
      Een lokale mandataris maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door wanneer het niet zeker is dat de afzender daarmee zou instemmen. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender wordt de expliciete toestemming gevraagd.

      6. Onderlinge omgang en afspraken over vergaderingen

      Artikel 29
      Raadsleden gaan respectvol om met elkaar, de voorzitter en de leden van het vast bureau, de voorzitter en de leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de personeelsleden van het OCMW
      Artikel 30
      Raadsleden richten zich tot elkaar, de leden van het vast bureau en bijzonder comité voor de sociale dienst, de algemeen directeur en de andere personeelsleden op een correcte wijze en dit zowel verbaal, non-verbaal als schriftelijk, inclusief de elektronische communicatie.
      Artikel 31
      Lokale mandatarissen houden zich tijdens vergaderingen van de politieke organen aan het huishoudelijk reglement en volgen de aanwijzingen van de voorzitter hierover op.
      Artikel 32
      Lokale mandatarissen onthouden zich in het openbaar, dus ook in openbare raads- en commissievergaderingen, van negatieve uitlatingen over individuele personeelsleden.

      7. Naleving en handhaving van de deontologische code

      Artikel 33
      De OCMW-raad richt een deontologische commissie op.
      Alle leden van de OCMW-raad maken deel uit van de deontologische commissie.
      Gaat het om een mogelijke schending van de code door de voorzitter van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover de voorzitter vervangen conform art. 7, §5, derde lid van het decreet over het lokaal bestuur.
      Gaat het om een mogelijke schending van de code door een lid van de commissie dan kan het lid gehoord worden conform artikel 40 maar neemt hij niet deel aan de beraadslaging omtrent het advies aan de OCMW-raad.
      Artikel 34
      De voorzitter van de deontologische commissie is verantwoordelijk voor de oproeping en stelt de agenda op.
      De commissie vergadert minstens één keer per jaar en wordt in ieder geval bijeengeroepen wanneer dat nodig is conform art. 41 van deze code. De voorzitter is daarenboven gehouden de commissie bijeen te roepen op aanvraag van minstens een derde van haar leden.
      De oproepingen vermelden in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en worden tenminste 8 dagen voor de vergadering aan de leden bezorgd. In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. Voor elk agendapunt wordt het dossier dat erop betrekking heeft, ter beschikking van de leden van de commissie vanaf de verzending van de agenda.
      De bezorging van de oproeping, de agenda en de dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met als verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangen.
      De vergaderingen van de deontologische commissie zijn niet openbaar.
      De leden van de commissie werken volgens volgende principes:

          • De handhaving is onpartijdig.
          • Men is terughoudend met publiciteit.
          • Men gaat zorgvuldig om met de vermeende schender.

      Artikel 35
      De commissie is bevoegd voor:

          • Het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code door personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure van art. 40 tot 42 van deze code.
          • Het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform art. 43 van deze code.

      Artikel 36
      De OCMW-raad ziet erop toe dat de fracties en de individuele lokale mandatarissen volgens de deontologische code handelen.
      Er zijn verschillende fasen te onderscheiden die spelen bij het toezien op de naleving van de deontologische code, namelijk:

          • het voorkomen van mogelijke schendingen
          • het signaleren van vermoedens van schendingen van de deontologische code
          • het eventueel onderzoeken van vermoedens van schendingen van de deontologische code
          • het eventueel zich uitspreken over schendingen van de deontologische code

      7.1 Het voorkomen van mogelijke schendingen
      Artikel 37
      Wanneer een lokale mandataris twijfelt of een handeling die hij/zij wil verrichten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint het lid hierover advies in bij de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
      Artikel 38
      Wanneer een lokale mandataris twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een andere lokale mandataris, dan waarschuwt hij/zij die persoon. De lokale mandataris verwoordt de twijfels en verwijst de betrokkene zo nodig door naar de algemeen directeur of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen.
      7.2 Het signaleren van vermoedens van schendingen
      Artikel 39
      Wanneer een lokale mandataris vermoedt dat een regel van de deontologische code is overtreden door een andere lokale mandataris, dan kan hij/zij hiervan melding van maken bij de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen).
      Indien na het gesprek met de algemeen directeur (of het personeelslid dat door de algemeen directeur daartoe werd aangewezen) het vermoeden van een schending blijft bestaan, meldt de lokale mandataris dit aan de voorzitter van de OCMW-raad en aan de algemeen directeur die samen een vooronderzoek doen. De algemeen directeur kan een personeelslid aanwijzen om dat in zijn/haar plaats te doen.
      7.3 Het onderzoeken van vermoedens van schendingen
      Artikel 40
      Wanneer de raadsvoorzitter en de algemeen directeur (of het daartoe aangewezen personeelslid) besluiten dat de melding onontvankelijk is dan betekent dit meteen het einde van de procedure die gestart werd naar aanleiding van dit vermoeden. De commissieleden worden hierover wel geïnformeerd.
      Is de melding ontvankelijk dan onderzoekt de commissie ten gronde en roep de voorzitter van de deontologische commissie de commissie bijeen binnen de dertig dagen na de melding. De periode van dertig dagen wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus.
      De commissie onderzoekt de melding en geeft zowel de melder als de vermeende schender de kans zich te laten horen. Ook mogelijke getuigen kunnen gehoord worden. Niemand kan daartoe verplicht worden.
      Na het horen van betrokkenen bespreekt de commissie het vermoeden van schending en wordt een gemotiveerd advies overgemaakt aan de OCMW-raad.
      7.4 Het zich uitspreken over schendingen
      Artikel 41
      Enkel de OCMW-raad kan zich uitspreken of een mandataris van het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
      Wanneer de OCMW-raad vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van het OCMW, dan kan de raad:

          • zich uitdrukkelijk distantiëren van het gedrag van een raadslid.
          • vragen dat het raadslid zich verontschuldigt.
          • beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen.
          • bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst of de raadsvoorzitter een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.

      8. Evalueren van de deontologische code

      Artikel 42
      Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad de deontologische code. De raad vraagt daarvoor eerst advies aan de deontologische commissie. Daarbij wordt o.a. bekeken of de code nog actueel is, nog goed werkt en of ze nageleefd wordt.

      9. Enkele algemene bepalingen

      Artikel 43
      De lokale mandatarissen zullen voor de omschrijving van hun dienstverlenende activiteiten geen termen gebruiken die verwarring kunnen scheppen met officiële, door de overheden ingestelde instanties belast met het verstrekken van informatie of met de behandeling van klachten. Het gebruik van de termen ‘ombuds’, ‘klachtendienst’ en andere afleidingen of samenstellingen is verboden.
      Artikel 44
      De lokale mandatarissen maken in hun verkiezingscampagnes en -mailings die gericht zijn op individuen geen melding van de diensten die zij eventueel voor de betrokkenen hebben verricht. In geen geval mogen zij de indruk wekken dat zij om steun vragen in ruil voor bewezen diensten.
      Artikel 45
      Bij hun optreden op en buiten het lokale bestuursniveau en in hun contacten met individuen, groepen, instellingen en bedrijven, geven de lokale mandatarissen principieel voorrang aan het algemeen boven het particulier belang.
      Artikel 46
      Elke vorm van rechtstreekse dienstverlening, informatiebemiddeling, doorverwijzing of begeleiding gebeurt zonder enige materiële of geldelijke tegenprestatie van welke aard of omvang ook en mag geen vorm van cliëntenwerving inhouden.
      Artikel 47
      De lokale mandatarissen staan op dezelfde gewetensvolle manier ten dienste van alle burgers zonder onderscheid van geslacht, huidskleur, afstamming, sociale stand, nationaliteit, filosofische en/of religieuze overtuiging, ideologische voorkeur of persoonlijke gevoelens.

      10. Informatiebemiddeling

      Artikel 48
      Het behoort tot de wezenlijke taken van de lokale mandataris informatie te ontvangen en te verstrekken, in het bijzonder over de diensten die instaan voor informatieverstrekking en over de manier waarop de burger zelf informatie kan opvragen in het kader van de openbaarheid van bestuur.
      Artikel 49
      De lokale mandatarissen stellen informatie ter beschikking van de burger met betrekking tot de werking van de ombudsdiensten en van de diensten die instaan voor de behandeling van klachten over het optreden of het niet-optreden van de overheid.
      Artikel 50
      Informatie waarop de vraagsteller geen recht heeft, die de goede werking van de administratie kan doorkruisen of die de privacy van anderen in het gedrang kan brengen, mogen door de lokale mandatarissen niet worden doorgegeven.
      Artikel 51
      De lokale mandatarissen verwijzen de vragensteller, waar mogelijk, naar de bevoegde administratieve dienst(en). Waar het gaat om de behandeling van klachten en/of conflicten, worden de belanghebbenden in eerste instantie doorverwezen naar de bevoegde klachten- of ombudsdienst.

      11. Administratieve begeleiding en ondersteuning

      Artikel 52
      De lokale mandatarissen kunnen de burgers ondersteunen en begeleiden in hun relatie met de administratie of met de betrokken instanties. Zij kunnen de burgers helpen om, via de daartoe geëigende kanalen en procedures, een aanvraag te richten tot de overheid, informatie te verkrijgen over de stand van zaken in een dossier, daarover nadere uitleg en toelichting te vragen en vragen te stellen over de administratieve behandeling van dossiers.
      Artikel 53
      Bij de administratieve begeleiding en ondersteuning van de burgers respecteren de lokale mandatarissen de onafhankelijkheid van de diensten en van de personeelsleden, de objectiviteit van de procedures en de termijnen die als redelijk moeten worden beschouwd voor de afhandeling van soortgelijke dossiers.
      Artikel 54
      De briefwisseling met de overheid, gevoerd in het kader van de administratieve begeleiding en ondersteuning, wordt uitsluitend op naam van de burger gesteld. Er wordt op geen enkele wijze melding gemaakt van de begeleidende en ondersteunende rol van de lokale mandataris.

      12. Bespoedigings- en begunstigingstussenkomsten

      12.1. Bespoedigingstussenkomsten
      Artikel 55
      Bespoedigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij lokale mandatarissen een administratieve procedure proberen te bespoedigen in gevallen of in dossiers die zonder die tussenkomst een regelmatige afloop of resultaat zouden krijgen, maar dan na verloop van een langere verwerkings- of behandelingstermijn.
      Dergelijke tussenkomsten, die een ongelijke behandeling van de betrokken burgers inhouden, zijn verboden.
      12.2. Begunstigingstussenkomsten
      Artikel 56
      Begunstigingstussenkomsten zijn tussenkomsten waarbij de lokale mandataris zijn voorspraak aanwendt om de afloop of het resultaat van een zaak of van een dossier te beïnvloeden in de door de belanghebbende burger gewenste zin. Dergelijke tussenkomsten zijn verboden.
      Artikel 57
      Tussenkomsten bij selectievoerende instanties, die tot doel hebben het verhogen van kansen op benoeming, aanstelling en bevordering in de administratie, zijn verboden.
      Lokale mandatarissen die om steun gevraagd worden door of voor kandidaten die een functie, aanstelling of bevordering ambiëren, delen betrokkene mee dat de aanstelling, de benoeming of de bevordering gebeurt op basis van de geldende normen en procedures. Zij verwijzen de belanghebbende naar de bevoegde dienst of instantie.
      Artikel 58
      Lokale mandatarissen mogen occasioneel en op eigen initiatief personen aanbevelen bij werkgevers in de particuliere sector. Ze mogen geen enkele tegenprestatie, van welke aard ook, beloven of leveren aan de betrokken werkgevers.
      Artikel 59
      De algemeen directeur neemt de nodige maatregelen opdat de dossierbehandelende personeelsleden alle tussenkomsten opnemen in het desbetreffende administratieve dossier, wat ook de aard van de tussenkomst of de hoedanigheid van de tussenkomende persoon is.
      Artikel 60
      Louter informatieve vragen van algemene of technische aard worden niet beschouwd als tussenkomsten die in het administratief dossier dienen te worden opgenomen.

      Artikel 2.

      Zijn beslissing van 26 januari 2023 wordt integraal ingetrokken.

      Artikel 3.
      Een afschrift van deze beslissing zal aan de dienst Secretariaat en de toezichthoudende overheid overgemaakt worden.

       

  • Goedkeuren verslag

    • Verslag vorige zitting.

      Aanwezig: Paula Henderickx, Voorzitter OCMW-raad
      Luc Van Hove, Burgemeester
      Rudolf Willems, Mieke Maes, Jelle Lauwereys, Schepenen
      Jozef Oorts, May Peeters, Eduardus Belmans, Paul Stulens, Hans Soetemans, Luc Verelst, Oliver Vertruyen, Dirk Vercammen, Johan Vanslambrouck, Betty Bossaerts, Maria Van Rompaey, Ward Peeters, Tom Van Bergen, Monique Suls, Marijke Lambrechts, Paul Nagels, leden
      Annick Smeets, Algemeen directeur
      Verontschuldigd: Joris Geens, Steven Van Staeyen, Schepenen
      Feiten en Overwegingen

      Gezien er tijdens de raadzitting van heden geen verdere opmerkingen worden gemaakt over de redactie van de notulen van de OCMW-raad van 26 januari 2023, en overeenkomstig art. 32 van het decreet Lokaal Bestuur, zijn de notulen van bedoelde zitting, goedgekeurd.

Namens 1 Raad voor maatschappelijk welzijn,

Annick Smeets
Algemeen directeur

Paula Henderickx
Voorzitter OCMW-raad